F1-teams verdeeld over invoering Q4 in 2020

Over de komst van een zogeheten Q4 wordt al langer gesproken, maar de plannen daarvoor nemen inmiddels meer vorm aan. Nu de reglementen van 2021 langzamerhand concreet worden, is het ook tijd om daaraan voorafgaande wijzigingen in 2020 te gaan aankondigen. Veel animo is er momenteel nog niet voor een uitgebreider kwalificatieformat in het komende seizoen. De teambazen blijven namelijk sceptisch over de risico’s voor de teams die het met zich meedraagt.

“Het lijkt er nu op dat veel mensen op tv overschakelen naar de Formule 1 vanaf Q2 en de eerste sessie overslaan. Het idee is in principe niet slecht”, licht Guenther Steiner van Haas F1 Team toe. De toevoeging van Q4 betekent minder tijd om een goede ronde aan elkaar te rijden per sessie en dat betekent een groter risico voor coureurs om het fout te doen en vroegtijdig uitgeschakeld te worden. Steiner staat er alleen niet geheel achter, want de topteams kunnen met het nieuwe format volgens hem nog makkelijker aan de leiding blijven.

Daarnaast is hij ook bezorgd over de bandenselectie en daarin valt Christian Horner hem bij. “We willen niet dat er wagens zijn die Q4 missen, omdat er geen banden meer over zijn”, aldus de Red Bull Racing-teambaas. “We moeten het nog zien. We staan in ieder geval open voor nieuwe ideeën, maar je moet wel je huiswerk doen.” Met een extra sessie moet Pirelli per raceweekend meer banden verschaffen aan de teams en dat is niet zomaar iets waar de leverancier om staan te springen.

De F1-teams hebben het recht om eerst eigen onderzoek te verrichten naar de effecten van een eventuele Q4 en met feedback te komen richting sportief directeur Ross Brawn. Gesleutel aan de bekende formule leidt immers niet altijd tot verbetering. In 2016 kwam de Formule 1 al op de proppen met een nieuwe variant, maar dit werd na twee races teruggedraaid omdat het faliekant mislukte. De teambazen wijzen er dus op niet puur aanpassingen te maken als doel op zich. “Je moet niets repareren dat niet kapot is”, bemerkt Steiner.