Overzicht: Alle F1-teams met Renault-motoren
McLaren wordt in 2018 het tiende team in de historie van de Formule 1 dat met een Renault-motor zal rijden. Welke teams gingen McLaren voor?


Renault 1977: Jean-Pierre Jabouille, Renault RS 01

Foto door: Renault
Renault begon haar avontuur in de Formule 1 tijdens de Franse Grand Prix van 1977, de negende ronde van het seizoen. Het team zette een auto in voor Jean-Pierre Jabouille die het gehele seizoen de finish niet zag.
Renault 1978: Jean-Pierre Jabouille, Renault RS01

Foto door: LAT Images
Renault was niet aanwezig tijdens de eerste twee races van 1978. Met een beetje geluk eindigde Jabouille tiende tijdens de Grand Prix van Monaco. Later werd hij nog vierde op Watkins Glen.
Renault 1979: René Arnoux, Renault RS10

Foto door: Sutton Images
Voor 1979 ontwikkelde Renault een nieuwe wagen, de RS10. Jabouille scoorde een memorabele overwinning op het thuiscircuit terwijl Rene Arnoux, die als tweede coureur in het team gekomen was, nog drie keer het podium haalde.
Renault 1980: René Arnoux, Renault RE20

Foto door: LAT Images
Arnoux en Jabouille bleven nog een seizoen bij Renault. Ze scoorden samen drie overwinningen en Renault eindigde daardoor vierde in het kampioenschap.
Renault 1981: Alain Prost, Renault RE30

Foto door: LAT Images
Met de komst van de getalenteerde Fransman Alain Prost en een nieuwe wagen bereikte Renault een jaar later de derde plaats in het kampioenschap.
Renault 1983: Alain Prost, Renault RE40

Foto door: LAT Images
De opmars van Renault werd voortgezet in 1983 toen het team daadwerkelijk meedeed om het kampioenschap. Prost kwam twee punten te kort ten opzichte van Nelson Piquet terwijl Renault ook Brabham voor zich moest dulden in het kampioenschap.
Lotus 1983: Nigel Mansell, Lotus-Renault 93T

In 1983 gebruikte het legendarische Lotus drie verschillende motoren (Ford Cosworth DFV V8, DFY V8 en de Renault EF1 V6 T) en drie verschillende auto's (Lotus 92, Lotus 93T en Lotus 94T). Een derde plaats op Brands Hatch was het beste resultaat voor de Renault-aangedreven Lotus.
Lotus 1984: Elio de Angelis, Lotus 95T

Foto door: Sutton Images
In 1984 kon Lotus-Renault het fabrieksteam verslaan in het constructeurskampioenschap. Het bijzondere was dat beide teams geen enkele overwinning pakten dat seizoen.
Renault 1984: Patrick Tambay, Renault RE50

Foto door: Sutton Images
De nieuwe opstelling van Renault in 1984 met Derek Warwick en Patrick Tambay voldeed niet aan de verwachtingen.
Tyrell 1985: Stefan Bellof, Tyrrell 014

Foto door: LAT Images
Ligier 1984: Andrea De Cesaris, Ligier JS23

In 1984 heeft Renault met Ligier een nieuw klantenteam.
Lotus 1985: Ayrton Senna, Lotus 97T

Foto door: Sutton Images
Renault 1985: Derek Warwick, Renault RE60B

Foto door: LAT Images
Lotus 1986: Ayrton Senna, Lotus 98T

Foto door: LAT Images
Renault werd in 1986 enkel motorleverancier. Lotus was de voornaamste klant van het merk en eindigde derde in het constructeurskampioenschap. Ayrton Senna eindigde vierde in het klassement met enkele overwinningen.
Williams 1989: Riccardo Patrese, FW12C

Renault keerde drie jaar later terug in de Formule 1 als motorleverancier van Williams. De Britse renstal eindigde tweede in het klassement na een succesvolle start van de samenwerking.
Williams 1991: Nigel Mansell, Williams FW14

Foto door: LAT Images
In 1991 moesten Mansell en Williams genoegen nemen met de tweede plaats in beide kampioenschappen door de dominantie van Senna en McLaren.
Williams 1992: Nigel Mansell, Williams FW14B

Foto door: LAT Images
Mansell en Williams verbeterden een plaats in 1992 en wonnen beide kampioenschappen.
Williams 1993: Alain Prost, Williams FW15C

Foto door: LAT Images
Alain Prost won zijn vierde en laatste Formule 1-titel met Williams in 1993. Williams won eveneens het kampioenschap bij de constructeurs. Ligier, het enige andere team dat motoren van Renault kreeg in 1993, werd vijfde.
Williams 1994: Ayrton Senna, Williams FW16

Foto door: Renault
Williams won het constructeurskampioenschap in 1994 voor het derde jaar op rij, maar dit seizoen werd gedomineerd door de tragische dood van Ayrton Senna op Imola.
Benetton 1995: Michael Schumacher, Benetton B195

Foto door: LAT Images
In 1985 stapte Benetton over naar Renault-motoren en versloeg Williams, dat eveneens beschikking had over Renault-motoren, in de strijd om de constructeurstitel. Michael Schumacher won het rijderskampioenschap.
Williams 1996: Damon Hill, Williams FW18

Foto door: LAT Images
Williams begon weer te winnen in 1996 met Damon Hill. Benetton daarentegen raakte in verval nadat Schumacher het team verliet.
Renault 1997: Jacques Villeneuve, Williams FW19

Foto door: LAT Images
Na 1997 volgde nog een wereldtitel, deze keer met de Canadese coureur Jacques Villeneuve. Ondanks het succes keerde Renault de sport aan het eind van dat seizoen wel de rug toe als motorleverancier.
Benetton 2001: Benetton B201

Foto door: Benetton Formula
Al in 2001 keerde het Franse merk terug in de sport als motorleverancier van Benetton, het team dat Renault later kocht.
Renault 2002: Jarno Trulli, Renault R202

Foto door: Renault F1
In 2002 reed Renault onder eigen naam en eindigde vierde in het kampioenschap.
Renault 2003: Fernando Alonso, Renault R23B

Foto door: LAT Images
Een jaar later scoorde Fernando Alonso de eerste overwinning van Renault in het nieuwe tijdperk tijdens de Hongaarse Grand Prix.
Renault 2005: Fernando Alonso, Renault R25

Foto door: LAT Images
Uiteindelijk, in 2005, won Renault voor het eerst het constructeurskampioenschap. Alle voorgaande titels werden behaald als motorleverancier. Alonso won ook het kampioenschap bij de coureurs.
Renault 2006: Fernando Alonso, Renault R26

Foto door: LAT Images
Alonso en Renault maakten er twee kampioenschappen op rij van. De Spanjaard koos aan het eind van dat seizoen om het team te verlaten voor een nieuwe kans bij McLaren.
Red Bull 2007: David Coulthard, Red Bull RB3

Foto door: Sutton Images
Vanaf 2007 leverde Renault motoren aan het nog jonge Red Bull Racing.
Renault 2008: Fernando Alonso, Renault R28

Foto door: Dave Dyer
In 2008 keerde Alonso terug bij Renault maar scoorde slechts twee overwinningen. Een jaar later was het nog veel erger. Na de rel rond de crash van Piquet in Singapore en de wereldwijde recessie besloot Renault haar betrokkenheid in de Formule 1 weer te beperken tot het leveren van motoren.
Red Bull 2010: Sebastian Vettel, Red Bull RB6

Foto door: Steve Etherington / Motorsport Images
In 2010 won het partnerschap Red Bull en Renault voor het eerst het kampioenschap.
Team Lotus 2011: Heikki Kovalainen, Lotus T128

Foto door: LAT Images
In 2011 leverde Renault ook motoren aan Lotus Racing dat het fabrieksteam van het Franse merk had gekocht na het verlaten van de sport.
Red Bull 2011: Sebastian Vettel, Red Bull RB7

Foto door: Hazrin Yeob Men Shah
De focus van Renault lag echter bij Red Bull waarmee het merk opnieuw een titel won met Sebastian Vettel en Mark Webber achter het stuur.
Williams 2012: Pastor Maldonado, Williams FW34

Foto door: Andrew Hone / Motorsport Images
Williams en Renault gingen vanaf 2012 weer samenwerken. Pastor Maldonado pakte de eerste zege voor de Britse renstal sinds 2004 tijdens de Spaanse Grand Prix.
Caterham 2012: Heikki Kovalainen, Caterham CT01

Foto door: LAT Images
Team Lotus werd Caterham. Het team eindigde voor Marussia en HRT, de twee andere nieuwe teams op de grid in 2012.
Lotus 2012: Kimi Raikkonen, Lotus E20

Foto door: Sutton Images
De naam Renault werd officieel weggelaten en Lotus eindigde vierde in het kampioenschap met een overwinning van Kimi Raikkonen.
Red Bull 2013: Sebastian Vettel, Red Bull RB9

Foto door: Andrew Hone / Motorsport Images
Red Bull bleef onverslaanbaar. In zowel 2012 als 2013 werd het rijders- als het constructeurskampioenschap gewonnen.
Toro Rosso 2014: Daniil Kvyat, Toro Rosso STR9

Foto door: Andrew Hone / Motorsport Images
Met de intrede van het V6 Hybride-tijdperk verliet Williams motorpartner Renault en begon hetFranse merk met het leveren van motoren aan Red Bull-juniorteam Toro Rosso.
Toro Rosso 2015: Carlos Sainz Jr, Toro Rosso STR10

Met het vertrek van Caterham en de overeenkomst van Lotus met Mercedes had Renault slechts de beide Red Bull-teams nog waar het motoren aan leverde.
Renault 2016: Jolyon Palmer, Renault R.S. 16

Foto door: Pirelli banden
Het team kreeg het gevoel dat er niet genoeg winst op gebied van marketing gehaald werd uit het enkel leveren van motoren en daardoor werd geïnvesteerd in een eigen team. Het team kocht Lotus en keerde in 2016 terug op de grid. Toro Rosso verliet Renault en koos om motoren van Ferrari te gebruiken.
Toro Rosso 2017: Carlos Sainz Jr, Toro Rosso STR12

Foto door: Andrew Hone / Motorsport Images
In 2017 keerde Toro Rosso terug naar de motoren van Renault.

Vorig artikel
Haas: "Voorstel motorregels 2021 goed begin"
Volgend artikel
In beeld: De F1-carrière van Felipe Massa in 12 foto's

Over dit artikel
Kampioenschap | Formule 1 |
Teams | Red Bull Racing Shop nu , Team Lotus Shop nu , Toro Rosso Shop nu , Lotus F1 Shop nu , Renault F1 Team , Caterham F1 , Ligier |
Auteur | Sergio Lillo |
Overzicht: Alle F1-teams met Renault-motoren
Race hub
Trending
Kalender
Mogelijk gemaakt door