Newey zet vraagtekens achter werkwijze Ferrari en Mercedes

Adrian Newey begrijpt niet waarom reglementen toestaan dat motorfabrikanten minder krachtige versies van de eigen krachtbron kunnen leveren aan andere teams. Mercedes en Ferrari geven klantenteams niet dezelfde software, waardoor het zelf een kleine voorsprong behoudt ten opzichte van deze teams.

Mercedes levert in 2016 motoren aan Williams, Force India en Manor, terwijl Ferrari de teams van Sauber, Haas en Toro Rosso van krachtbronnen voorziet. Hierbij moet worden aangetekend dat Toro Rosso een specificatie uit 2015 krijgt, de overige teams krijgen een 2016-krachtbron. Maar de software hiervan is anders dan de fabrieksteams zelf gebruiken. "Het komt op mij merkwaardig over dat we reglementen opgesteld hebben waarin staat dat fabrikanten dezelfde hardware moeten leveren aan klantenteams, maar niet verplicht zijn om hetzelfde te doen met de software. Maar niemand klaagt hierover, omdat klantenteams dat niet mogen. Dat is contractueel vastgelegd", zei Newey deze week tijdens de Zoom F1 Charity Auction in Londen.

Red Bull Racing krijgt in 2016, net zoals in 2015, motoren van Renault. De Franse fabrikant levert wél dezelfde software aan klantenteams, stelt hij. "Dat is altijd al zo geweest. Ze geven precies dezelfde power unit, inclusief software, aan klantenteams en het eigen fabrieksteam." Dat stemt Newey tevreden en biedt perspectief voor de toekomst, als Renault zijn motor althans op het niveau van de concurrentie weet te brengen. Hij sluit een langere samenwerking tussen Red Bull Racing en Renault dan ook niet uit. "Natuurlijk is het een optie voor Red Bull en voor Renault om samen door te gaan. Maar als Renault niet op hetzelfde niveau kan investeren en ontwikkelen als de concurrentie, komen we in de positie dat we allebei niet competitief kunnen zijn."