Special feature

Nederlandse F1-coureurs op een rij: Max Verstappen, Nyck de Vries, Christijan Albers en meer

Ondanks de grote successen in de kartsport, formuleklassen en sportscars is het Nederlandse succes in de Formule 1 schaars. In meer dan zestig jaar F1 haalden slechts vijftien Hollanders de top, een enkeling scoorde ook daadwerkelijk punten. Tot Max Verstappen zijn entree maakte. Motorsport.com zet de vijftien Nederlandse Formule 1-coureurs op een rijtje.

Jos Verstappen with Max Verstappen, Red Bull Racing

Jos Verstappen with Max Verstappen, Red Bull Racing

Getty Images / Red Bull Content Pool

Met Max Verstappen ziet de Nederlandse Formule 1-toekomst er rooskleurig uit. De Limburger maakte de afgelopen jaren furore in de koningsklasse van de autosport en heeft al meerdere wereldtitels veroverd. Het is dus niet meer dan logisch dat hij deze lijst aanvoert. Maar kan jij alle overige Nederlandse F1-coureurs opnoemen? We hebben ze op chronologische volgorde gerangschikt.

16. Jan Flinterman

  • F1-starts: 1 (1952)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0 
1952 Dutch GP

Grand Prix van Nederland 1952

Foto: LAT Images

De Formule 1-pioniers in Nederland waren Jan Flinterman en Dries van der Lof. Beiden maakten in de Nederlandse Grand Prix van 1952 hun opwachting in de koningsklasse van de autosport. Flinterman werkte voor die tijd bij de Nederlandse Luchtmacht en vloog in de oorlog in Spitfires van de Britse Royal Air Force.

Ook op het land zocht hij naar snelheid. In Zandvoort kwalificeerde hij zijn Escuderia Bandeirantes Maserati A6GCM op de vijftiende positie. De achterstand op de pole-position? 15,3 seconden. Zijn race duurde zeven ronden, toen brak het differentieel. Vervolgens nam hij het stuur over van de zusterauto van Chico Landi – dat kon in die tijd gewoon – en eindigde daarmee als negende, op zeven ronden van winnaar Alberto Ascari.

Voor Flinterman bleef het bij die ene Formule 1-race.

15. Dries van der Lof

  • F1-starts: 1 (1952)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0 

Samen met Flinterman werd amateurracer Van der Lof opgetrommeld voor de eerste Grand Prix van Nederland, in de hoop daarmee meer toeschouwers naar het duinencircuit te trekken. De Koninklijke Nederlandse Automobiel Club betaalde 2.000 gulden aan beide rijders, feitelijk dus de eerste paydrivers van ons land.

Van der Lof was voornamelijk actief in de sportscars en rally’s maar kwalificeerde zich voor HWM verdienstelijk als veertiende voor zijn Formule 1-debuut. Daarbij was hij wel drie seconden langzamer dan zijn teamgenoten. Ondanks diverse pitstops om een aanhoudend probleem te verhelpen haalde hij de finish, al werd hij niet geklasseerd.

In de jaren daarna verzamelde hij een indrukwekkende collectie oldtimers, waar hij tot late leeftijd regelmatig mee reed.

14. Ben Pon

  • F1-races: 1 (1962)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0 
Herbert Linge, Ben Pon, Porsche 695 GS

Herbert Linge, Ben Pon, Porsche 695 GS

Foto: LAT Images

Na in Canada in aanraking te zijn gekomen met de racerij, begon Ben Pon in Zandvoort pas echt serieus met racen. Hij reed jarenlang voor Porsche en maakte in 1962 op zijn thuisbaan zijn Formule 1-debuut. In de tweede ronde crashte hij hevig en werd in het Scheivlak uit zijn wagen geslingerd. Wonder boven wonder kwam hij er zonder ernstige verwondingen van af. Dat was direct zijn laatste race in een formulewagen. In die jaren liet hij wel regelmatig zien een prima coureur te zijn, met onder meer een overwinning in zijn klasse in de 24 uur van Le Mans.

Na zijn racecarrière ging hij aan de slag als importeur en boekte successen met wijngaarden. Zijn Sauvignon Blanc uit 2005 werd door Wall Street Journal uitgeroepen tot beste witte wijn voor de zomer van 2007. In 1972 vertegenwoordigde hij Nederland op de Olympische Spelen op het onderdeel Kleiduivenschieten. Daar werd hij 31e.

13. Carel Godin de Beaufort

  • F1-races: 26 (1958-1964)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0 
Carel Godin de Beaufort, Porsche 718

Carel Godin de Beaufort, Porsche 718

Foto: David Phipps

‘De racende jonkheer’ Carel Godin de Beaufort was een enthousiaste amateur en een opvallende verschijning in de paddock: met zijn lengte van bijna 2 meter en zijn gewicht van 118 kilogram was hij niet echt een stereotype coureur. In zijn knaloranje Porsche 718 scoorde hij viermaal punten in officiële Grands Prix, maar Godin de Beaufort stond ook op het podium in races die niet meetelden voor het kampioenschap zoals Syracuse.

Ook schreef hij zijn klasse in de 24 uur van Le Mans op zijn naam, uiteraard met een Porsche. De dood vond de sympathieke coureur in het harnas. Tijdens de trainingen voor de Grand Prix van Duitsland 1964 op de Nordschleife vloog hij van de baan en overleed even later aan de verwondingen.

12. Gijs van Lennep

  • F1-races: 8 (1971-1975)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0 
Gijs van Lennep, Williams

Gijs van Lennep, Williams

Foto: Sutton Images

De meeste autosportfans kennen Gijs van Lennep vooral vanwege zijn twee overwinningen in de 24 uur van Le Mans. In 1971 won hij de prestigieuze race samen met huidig Red Bull-adviseur Dr. Helmut Marko. Het tweetal had tot juni 2010 het afstandsrecord in handen. Datzelfde jaar debuteerde Van Lennep in de Formule 1, tijdens de Grand Prix van Nederland met privateer Surtees. De achtste plaats was zijn deel, op vijf ronden achterstand. Twee jaar later keerde hij in de ISO-Marlboro van Frank Williams terug in de F1. In zijn thuisrace behaalde hij een punt, de eerste score voor het team. In Oostenrijk en Italië kon hij dat kunstje niet herhalen.

Een jaar later reed hij nog twee races voor ISO maar kon geen potten breken. In 1975 verving hij Roelof Wunderink bij Ensign en scoorde een punt in Duitsland. Dat bleek zijn laatste Formule 1-race te zijn. Het daaropvolgende jaar nam hij met winst in de 24 uur van Le Mans afscheid van de actieve racerij.

11. Roelof Wunderink

  • F1-races: 3 (1975)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0
Roelof Wunderink, Ensign N174 Ford

Roelof Wunderink, Ensign N174 Ford

Photo by: Rainer W. Schlegelmilch

Tweevoudig Nederlands Formule Ford 1600-kampioen Roelof Wunderink werkte zich via de Formule 3 en F5000 op richting de Formule 1. Met hulp van HB Bewakingssystemen kwam hij terecht bij Ensign. Gezien de kwaliteit van zijn materiaal en het gebrek aan een teamgenoot is het lastig om zijn prestaties goed te beoordelen. In zes pogingen haalde hij driemaal de startopstelling maar werd in geen enkele race geklasseerd.

Een zware crash tijdens een F5000-race in Zandvoort hakte er flink in. Hoewel hij daarna nog enkele races reed, besloot hij eind 1975 zijn helm definitief aan de wilgen te hangen.

10. Boy Hayje

  • F1-races: 3 (1976-1977)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0
Boy Hayje, Penske PC3 Ford

Boy Hayje, Penske PC3 Ford

Photo by: Motorsport Images

Hayje maakte in de Grand Prix van Nederland 1976 met een F&S Properties Penske zijn debuut in de Formule 1. In de kwalificatie noteerde hij de 21e tijd maar een mechanisch probleem maakte een voortijdig einde aan zijn race. Voor het daaropvolgende seizoen stapte Johan Gerard ‘Boy’ Hayje over naar RAM March. In zes kwalificatiepogingen haalde hij tweemaal de cut. De 21e kwalificatiepositie was zijn beste resultaat, de finishvlag zag hij nimmer.

Daarna zocht hij zijn heil een stapje lager in de Formule 2 en de Aurora F1 Series alvorens de overstap naar Amerika te maken, waar hij in het IMSA-kampioenschap uit kwam.

9. Michael Bleekemolen

  • F1-starts: 1 (1978)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0
Michael Bleekemolen, ATS HS1

Michael Bleekemolen, ATS HS1

Photo by: Motorsport Images

Na successen in de Formule Ford en Formule Super Vee, en een aantal sterke optredens tijdens testsessies, lonkte de Formule 1 voor Michael Bleekemolen. In vijf pogingen – eenmaal in een RAM March en de overige keren in een ATS – haalde Bleekemolen de startopstelling slechts één keer: tijdens de Amerikaanse GP van 1978 op Watkins Glen. In de kwalificatie was hij twee seconden langzamer dan teamgenoot Keke Rosberg, maar in de race was de achterstand minder groot. Dat leverde echter weinig op: beide rijders haalden de vlag niet.

In de jaren daarna boekte hij nationaal en internationaal nog vele successen en reed meer dan duizend races in allerlei kampioenschappen en wagens. Zoons Jeroen en Sebastiaan hebben het racevirus te pakken en zijn met grote regelmaat te bewonderen op de internationale circuits.

8. Huub Rothengatter

  • F1-races: 25 (1984-1986)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0
Huub Rothengatter (NED) Osella FA1G Grand Prix van Duitsland, Nurburgring, 4 augustus 1985

Huub Rothengatter (NED) Osella FA1G Grand Prix van Duitsland, Nurburgring, 4 augustus 1985

Foto: Sutton Images

Na wat succesjes in het Duits Formule 3-kampioenschap en de Formule 2 kwam Huub Rothengatter in 1984 in de Formule 1 terecht. In een periode van drie jaar probeerde hij zich dertig keer te kwalificeren voor een race. Vijfentwintig keer slaagde hij in die poging, maar tot een puntenfinish kwam het nooit. Zijn debuut maakte hij als vervanger van Mauro Baldi bij het noodlijdende Spirit. Eind dat jaar werd de Nederlander op zijn beurt weer vervangen door diezelfde Baldi.

Een jaar later volgde opnieuw een half seizoen, ditmaal voor Osella. Daarmee scoorde hij in Zuid-Afrika met de twintigste plaats zijn beste kwalificatiepositie. In Australië boekte Rothengatter zijn beste raceresultaat: P7. De achterstand op de winnaar bedroeg echter vier ronden. De laatste F1-races reed hij in 1986 voor Zakspeed maar werd daar veelvuldig verslagen door teamgenoot Jonathan Palmer.

De meeste bekendheid vergaarde hij na zijn loopbaan, als manager van Jos Verstappen.

7. Jan Lammers

  • F1-races: 23 (1979-1992)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0 
Jan Lammers, ATS D4 Ford

Jan Lammers, ATS D4 Ford

Foto: LAT Images

Het hoogtepunt uit de Formule 1-loopbaan van Jan Lammers is ontegenzeggelijk de ronde die hem de vierde startplaats opleverde in de Grand Prix van Long Beach 1980 in een ATS. Het feit dat zijn auto in de openingsronde van de race kapotging, maakt het verhaal alleen nog maar heroïscher.

Ondanks zijn grote successen in de Formule 3 kon Lammers in de F1 nooit echt een onuitwisbare indruk achterlaten. De teams waarvoor hij reed – Ensign, ATS en Theodore – boden hem ook niet het materiaal om echt mee uit te blinken. De Nederlander werd in 1982 even genoemd als vervanger van de geblesseerde Alain Prost bij Renault, maar door een crash in Detroit waarbij Lammers zelf zijn duim brak ging dat feest niet door. Tien jaar na zijn laatste GP keerde hij terug, nog altijd een record in de Formule 1.

In de sportscars boekte Lammers wel heel wat successen, met onder meer de winst in de 24 uur van Le Mans 1988 en titels met zijn eigen Racing for Holland. Als sportief directeur van de Grand Prix van Nederland kan hij in 2021 de Formule 1 weer van dichtbij aanschouwen.

6. Jos Verstappen

  • F1-races: 107 (1994-2003)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 2
Jos Verstappen, Benetton B194

Jos Verstappen, Benetton B194

Foto: LAT Images

Bij zijn eerste F1-test, in dienst van Arrows, maakte Jos Verstappen op Estoril enorm veel indruk door tijden te noteren die sneller waren dan de ronden van de coureurs tijdens de Grand Prix die daarvoor werd verreden. Toch kon de Limburger zijn ware kwaliteiten slechts mondjesmaat tentoonspreiden.

Als teamgenoot van Michael Schumacher in de Benetton van de geblesseerde JJ Lehto scoorde Verstappen een paar podiumplaatsen, maar om diverse redenen kon hij de snelheid van de Duitser zelden evenaren. Uit het feit dat hij nog negen seizoenen in de sport actief bleef - weliswaar veelal met middenmoters en achterhoedeteams - blijkt dat menigeen in hem geloofde en Jos meer was dan een gemiddelde coureur. Weinig teamgenoten bleven overeind tegen de sterke prestaties van ‘Jos the Boss’, maar een kans hij een echt goed team kreeg hij nooit meer.

5. Robert Doornbos

  • F1-races: 11 (2005-2006)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0 
Robert Doornbos

Robert Doornbos

Foto: Red Bull GmbH and GEPA pictures GmbH

Robert Doornbos kon mede dankzij een overwinning in de F3000 in de regen op Spa aan de slag als testcoureur bij Jordan voor het Formule 1-seizoen 2004. Het jaar daarop zou hij zijn racedebuut maken maar teambaas Eddie Jordan verkocht de stal aan Alex Shnaider van Midland. Wel bleef Doornbos aan als derde rijder. Na de Britse GP stapte hij in bij Minardi als teamgenoot van Christijan Albers.

Het daaropvolgende seizoen ging Doornbos aan de slag als derde rijder van Red Bull Racing en mocht in de laatste drie GP’s van 2006 de plaats innemen van Christian Klien. Bij zijn debuut was hij sneller dan vaste rijder David Coulthard maar punten bleven uit. Ook een racezitje in 2007 kwam niet van de grond, waarna hij overstapte naar Amerika. Daar boekte hij de nodige successen in de Champcars en later ook in de A1GP en Superleague Formula.

4. Christijan Albers

  • F1-races: 46 (2005-2007)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0 
Christijan Albers, Minardi Cosworth PS05

Christijan Albers, Minardi Cosworth PS05

Foto: LAT Images

Via het Duits F3 kwam Christijan Albers in de DTM terecht, waar hij in dienst van Mercedes in 2003 en 2004 meedeed om het kampioenschap. De prestaties waren voldoende voor een Formule 1-zitje bij Minardi voor 2005. In de alom bekende Amerikaanse GP van dat jaar scoorde hij met de vijfde plaats vier onmogelijk geachte punten. Een jaar later waren hij en Midland-teamgenoot Tiago Monteiro zeer aan elkaar gewaagd, maar een jaar later bij Spyker had hij zijn handen vol aan Adrian Sutil.

In 2014 verraste hij vriend en vijand met een terugkeer, zij het als teambaas van het noodlijdende Caterham. Een paar maanden later droeg hij het stokje alweer over.

3. Giedo van der Garde

  • F1-races: 19 (2013)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0
Giedo van der Garde, Caterham CT03

Giedo van der Garde, Caterham CT03

Foto: Andrew Hone / LAT Images

Na de wereldtitel in de karts en de nodige overwinningen in formuleklassen volgde voor Giedo van der Garde in 2012 zijn debuut in de Formule 1, zij het als testrijder van Caterham. Een jaar later mocht hij zijn GP-debuut maken. Met de knalgroene bolide viel weinig eer te behalen, al maakte hij op Spa-Francorchamps indruk met de derde plaats in Q1 en zijn veertiende startpositie.

In 2014 stapte hij over naar het competitievere Sauber, om daar een jaar als reservecoureur te leren om in 2015 voor het team te gaan racen. Daar stak teambaas Monisha Kaltenborn een stokje voor door andere rijders met meer sponsorgeld aan te trekken. Na meerdere rechtszaken en een schikking bleef hij zonder zitje achter. Sindsdien laat hij in de sportscars regelmatig zijn snelheid zien.

2. Nyck de Vries

  • F1-races: 11 (2022-2023)
  • F1-zeges: 0
  • F1-podiums: 0
Nyck de Vries, Williams FW44

Nyck de Vries, Williams FW44

Foto: Glenn Dunbar / Motorsport Images

De Grand Prix van Italië van 2022 zorgde voor een unicum in de Nederlandse autosporthistorie. In 2005 en 2006 stonden Christijan Albers en Robert Doornbos al gezamenlijk op de F1-grid, maar nooit scoorden zij tegelijk punten. Max Verstappen en Nyck de Vries hebben daar welgeteld één race voor nodig gehad, nadat laatstgenoemde bij Williams mocht invallen wegens ziekte bij Alexander Albon. De voormalig Formule 2-kampioen en voormalig Formule E-wereldkampioen kwalificeerde prima, schoof door gridstraffen op naar een plek in de top-tien en wist dat tot het einde van de race vol te houden.

Met zijn goede optreden dwong de Fries een plekje af bij AlphaTauri voor het seizoen 2023. Daar maakt hij dit jaar zijn fulltime F1-debuut, aan de zijde van Yuki Tsunoda. Na de GP van Groot-Brittannië werd De Vries echter aan de kant gezet door de kleine Italiaanse renstal.

1. Max Verstappen

  • F1-races: 188 (2015-heden)
  • F1-zeges: 56
  • F1-podiums: 100
  • F1-wereldtitels: 3
Max Verstappen, Red Bull Racing, 1st position, celebrates in Parc Ferme

Max Verstappen, Red Bull Racing in Parc Ferme

Foto: Joe Portlock / LAT Images

De meest succesvolle Nederlander in de Formule 1 is zonder enige twijfel Max Verstappen. Hij werd de eerste Hollander op de bovenste trede van het podium en heeft al heel wat mooie resultaten neergezet. Na successen in de kartsport maakte hij indruk in zijn eerste jaar in de auto’s, waar hij de koe bij de horens vatte door te debuteren in de sterke en lastige Formule 3. Alle grote teams wilden zijn handtekening: hij koos voor Red Bull. Zij konden hem namelijk voor het daaropvolgende jaar al een F1-stoeltje bieden bij Toro Rosso.

Met zijn meedogenloze stijl en imponerende snelheid werkte hij zich op van Toro Rosso naar het topteam Red Bull Racing, waar de grootste successen kwamen. Slechts weinigen twijfelden eraan of hij ooit wereldkampioen wordt en in 2021 slaagde hij daar eindelijk in. Na een bloedstollend slotstuk in Abu Dhabi rekende de Nederlander in een rechtstreeks duel af met Lewis Hamilton, waardoor hij zijn eerste F1-wereldtitel veiligstelde. Een jaar later slaagde hij er in Japan in om zijn tweede wereldtitel te veroveren. In Qatar pakte hij voor de derde keer op rij het wereldkampioenschap.

In 2024 zet hij de sterke reeks voort met het winnen van de openingsrace in Bahrein. Zonder enige moeite trok de nu drievoudig wereldkampioen de eerste Grand Prix van het jaar naar zich toe en lijkt ook de te kloppen man voor de rest van het seizoen.

Max steekt met kop en schouders boven de andere Nederlandse F1-coureurs uit de historie uit en lijkt op weg om die lijst ook nog heel wat jaren aan te blijven voeren.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Wanneer is de volgende F1-race en de volledige kalender voor 2024
Volgend artikel Stewards roepen Alonso en Russell op matje om incident F1 Australië

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland