Mercedes: “Power units hebben limiet nog niet bereikt”

Sinds de introductie van de hybrides in 2014 ging Mercedes in alle seizoenen met beide wereldtitels aan de haal, maar de concurrentie lijkt wel elk jaar dichterbij te komen. Deze jaargang ging de pole-position in drie van de vijf Grands Prix naar Ferrari. In de publieke opinie wordt wel eens gezegd dat Mercedes de limiet van haar krachtbron heeft bereikt, waar Ferrari, Renault en Honda nog ruimte voor verbetering hebben. Cowell is het daar niet mee eens. Volgens hem kan ook Mercedes zich nog verbeteren.

“Persoonlijk denk ik niet dat er een limiet is, volgens mij kan je altijd nog wel iets vinden”, antwoordt Cowell op de vraag of de power units hun limiet hebben bereikt. “Ik heb elke week het genoegen om in onze prestatie- en innovatievergadering te luisteren naar slimme engineers die met manieren komen om de verschillende systemen nog net iets efficiënter te krijgen. Daarna geniet ik van de competitiviteit in de fabriek bij het testen of deze ideeën werken en daarna of ze ook betrouwbaar genoeg zijn. Alle vier [de power unit-fabrikanten] zullen zich blijven ontwikkelen. Er is geen limiet.”

De 'party modus' van de Formule 1-motoren verklaard: 

Mattia Binotto van Ferrari sluit zich aan bij Cowell: “Ik ben het zonder twijfel met Andy eens”, reageert de Italiaan. “Als je engineers bij elkaar zet, dan zullen er altijd creatieve innovaties zijn. Voor een engineer zijn er geen limieten. Volgens mij hebben we in de afgelopen jaren elk seizoen laten zien hoeveel we ons verbeterd hebben. Ik denk niet dat we tot dusver al iets hebben laten zien dat erop duidt dat we aan onze limiet zitten.”

Volgens Remi Taffin, de technisch directeur van Renault, is het lastig te zeggen wanneer je aan je limiet zit. “Als je een heel jaar dezelfde specificatie houdt, dan zal je altijd proberen om er iets meer uit te krijgen. Het gaat er meer om hoe je met je middelen omgaat”, legt hij uit. Renault introduceert dit seizoen naar verwachting in Canada haar eerste power unit-upgrade, nadat haar motoren tijdens de tests en in het begin van het seizoen om betrouwbaarheidsredenen niet maximaal mochten presteren. “We hebben een spec one, die we een tijdje hebben ontwikkeld. Daarna gaan we naar spec two, daarna volgt spec drie”, besluit Taffin.

Met medewerking van Scott Mitchell