Mercedes in zeven jaar: van subtopper tot alleenheerser

Na Ferrari (2x), McLaren, Williams en Red Bull Racing slaagde Mercedes er afgelopen weekend in de Grand Prix van Japan als vijfde team in om zich in drie opeenvolgende seizoenen tot kampioen bij de constructeurs te kronen. Sinds de introductie van de V6-turbomotoren in 2014 is de Duitse formatie oppermachtig. GPUpdate.net blikt terug op het tweede tijdperk van Mercedes tot dusver als team in de Formule 1.

Het tweede tijdperk, inderdaad. Halverwege de jaren vijftig van de twintigste eeuw had Mercedes ook al een eigen renstal op de grid, wat eveneens tot grote successen leidde. In het debuutseizoen 1954 en in het laatste 1955 werd met Juan Manuel Fangio beide keren de rijderstitel gewonnen. Ook bij de constructeurs pakte Mercedes de meeste punten, alleen werd hiervoor toen officieel nog geen kampioenschap bijgehouden.

Ondanks de successen nam Mercedes eind 1955 afscheid van de racewereld, na het zware ongeval eerder dat jaar in de 24 uur van Le Mans. Daarbij kwamen Mercedes-coureur Pierre Levegh en ruim tachtig toeschouwers om het leven. Na in 1994 als motorleverancier te zijn teruggekeerd in de hoogste autosportklasse, ging Mercedes het in 2010 weer met een eigen team proberen in de F1. Das Haus kocht eind 2009 de equipe van Ross Brawn, die kort daarvoor met Jenson Button nog wereldkampioen was geworden, terwijl het pas enkele weken voor de start van dat seizoen Honda had overgenomen.

Comeback Schumacher

Mercedes koos in 2010 voor een volledig Duitse line-up. Nico Rosberg kwam na vier seizoenen bij WIlliams over naar Brackley én Michael Schumacher maakte drie jaar na zijn eigenlijke afscheid zijn rentree in de F1. Het betekende een hereniging tussen de zevenvoudig wereldkampioen en Brawn, die na de overname door Mercedes de grote man in het team bleef. In het verleden boekten de twee samen al grote successen bij Ferrari.

"Ik kijk ernaar uit om weer samen te werken met mijn oude vriend Ross Brawn en ik ben ervan overtuigd dat we volgend jaar mee kunnen doen aan het gevecht om het kampioenschap", reageerde Schumacher in december 2009 op een persconferentie in Stuttgart bij de aankondiging van zijn comeback. Meedoen om de wereldtitel lukten Schumacher en Mercedes nog niet in 2010. Het team eindigde op ruime achterstand van top-drie Red Bull, McLaren en Ferrari en moest genoegen nemen met drie podiumplaatsen, allen behaald door Rosberg. De coureur uit Wiesbaden was zijn meer ervaren teamgenoot vrijwel het hele jaar de baas.

Button had wel een verklaring voor de 'mindere' prestaties van Schumacher. De Brit vertrok relatief laat naar McLaren, maar de Mercedes MGP W01 was nog wel om hem gebouwd. Button houdt wel van een beetje onderstuur, iets wat volgens hem minder geldt voor Schumacher. Ook in 2011 en 2012 legde de coureur uit Hürth het af tegen Rosberg. In laatstgenoemd jaar pakte Schumacher in Valencia de enige podiumplaats (P3) na zijn rentree. Een maand daarvoor, in Monaco, was hij al de snelste in de kwalificatie, al ging hij toen wegens een gridpenalty vijf plaatsen achteruit op de startopstelling.

Primeur in China

Eerder in 2012, na in 2011 van een podiumplaats verstoken te zijn gebleven en opnieuw vierde te zijn geworden bij de constructeurs, had Rosberg Mercedes in China al de eerste poleposition en overwinning bezorgd in het tweede tijdperk. Rosberg werd na afloop gefeliciteerd door niemand minder dan Lewis Hamilton, omdat het voor hem zijn eerste pole en zege ooit waren. "Je eerste pole en je eerste zege zijn erg speciale momenten, ik wil Nico dan ook van harte feliciteren met wat hij dit weekend heeft bereikt", zei de toen nog goed met Rosberg bevriende Brit. Mercedes besloot 2012 uiteindelijk op plaats vijf bij de constructeurs. Aan het einde van dat jaar ging Schumacher definitief met pensioen. Zonder overwinning, maar Mercedes-topman Dieter Zetsche toonde zich content met het werk van de zevenvoudig wereldkampioen. "Hij heeft ons de afgelopen drie jaren wel geholpen om naar de voorkant van de grid te komen. We hebben drie mooie jaren met elkaar beleefd", sprak hij.

Rosberg bleef wel verbonden aan Mercedes en kreeg Hamilton als teamgenoot. De keuze van de Brit werd met gefronste wenkbrauwen ontvangen. Met McLaren kon hij immers meedoen om de winst, terwijl Mercedes eerder een subtopper was. Hamilton kreeg echter gelijk. In 2013 troefde Mercedes Ferrari en Lotus af in het gevecht om de tweede plaats, achter het superieure Red Bull. Dat Hamilton (vijf) en Rosberg (drie) samen acht poles veroverden, toont aan dat de snelheid van de F1 W04 al uitstekend was. Dat werd bevestigd door twee zeges van Rosberg (Monaco en Groot-Brittannië) en één van Hamilton (Hongarije) en een totaal van negen topdrieklasseringen.

Schitterende percentages

2013 was het laatste jaar van de 2,4 liter V8-motor. Sinds 2014 ligt er achterin de auto's een 1,6 liter V6-turbomotor, met hybride systemen. Een complex systeem, maar hetgeen Mercedes produceerde is subliem gebleken. In het V6-tijdperk, waarin Mercedes het zonder Brawn moest stellen (hij stopte per 1 februari 2014 en werd opgevolgd door Toto Wolff) zijn tot dusver 55 Grands Prix verreden en na afloop mocht maar liefst 47 keer een rijder van het merk de hoogste trede van het podium beklimmen, wat een ongekend winstpercentage van 85,4 procent maakt. Qua polepositions is het percentage zelfs 94,5 procent (52 uit 55), terwijl 27 dubbelzeges voor een percentage van net geen vijftig procent zorgen.

"Ik ben hier sinds de eerste dag van de start van het project in 2010 en het is echt een fenomenaal avontuur dat we samen hebben beleefd om het beste F1-team te worden, de historie die we hebben geschreven en het laten herschrijven van de recordboeken. Wat we samen hebben bereikt, is om versteld van te staan en ik ben heel, heel trots dat ik daar een klein onderdeel van ben", reageerde Rosberg deze week toen Mercedes in de fabriek de derde wereldtitel op rij vierde. Net als in de afgelopen twee jaren is de Duitse equipe ruim voor het einde van het seizoen al zeker van de eerste positie bij de teams.

De suprematie van Mercedes heeft ertoe geleid dat de titelstrijd sinds het V6-tijdperk altijd tussen Hamilton en Rosberg is gegaan, ondanks meerdere incidenten tussen de twee. In 2014 en 2015 trok de Brit aan het langste eind, dit jaar heeft de Duitser de beste papieren om voor de eerste keer in zijn loopbaan wereldkampioen te worden. Met nog vier races te gaan verdedigt hij de koppositie met een voorsprong van 33 punten op Hamilton. Het is misschien wel nu of nooit voor Rosberg, want de andere teams komen steeds dichterbij en met de ingrijpende reglementswijzigingen is het afwachten hoe de verhoudingen in 2017 liggen.

[photo,294404,left,]