McLaren vergelijkt problemen Honda met Jaguar

McLaren en motorenproducent Honda werkten de afgelopen drie jaar samen in de hoop de successen van weleer te kunnen herhalen. De Japanse krachtbron bleek echter te langzaam en niet betrouwbaar. Na jaren vol ergernis en frustratie hakte McLaren eind vorig seizoen de knoop door en sloot een deal met Renault.

Tijdens de Autosport International 2018 sprak McLaren-baas Zak Brown uitgebreid over de samenwerking met Honda. Hij vergeleek het mislukken van het Honda-project met Jaguar, dat begin jaren 2000 probeerde uit alle macht het raceteam vanuit Amerika te runnen. “Eric [Boullier, racedirecteur McLaren] zei eerder in het jaar al dat er een specifieke werkwijze noodzakelijk is voor de Formule 1: een F1-cultuur. Ik denk dat Honda dat nu inziet”, legde de topman uit. “Je zag hetzelfde bij Jaguar toen zij hun entree maakten. Zij probeerden het op hun eigen manier. Kijk naar Mercedes: het team is niet gevestigd in Duitsland, het raceteam zit in Engeland, de motorenafdeling zit in Engeland. Renault verdeelt de activiteiten tussen Engeland en Frankrijk. Bij Honda ontbrak het vooral aan directe Formule 1-ervaring. Het lag zeker niet aan de energie die ze in het project staken, of aan de middelen. De faciliteit is geweldig en ze krijgen het heus wel op orde. Het heeft meer te maken met de werkwijze. Ze komen er wel maar wij konden niet langer dan drie jaar wachten.”

Significant verschil met Renault-blok

Brown benadrukt dat McLaren veel vertrouwen heeft in de nieuwe motorpartner Renault, ondanks de aanhoudende betrouwbaarheidsproblemen van de afgelopen seizoenen: “Ze hebben het vermogen. Wanneer zij het vermogen opschroeven, ontstaan er wat betrouwbaarheidsproblemen. In Mexico was er een probleem met de instellingen maar Max [Verstappen] won de race op dominante wijze. Ze hebben dus een snelle krachtbron. Ik denk dat de top-drie motoren dicht bij elkaar zit. Ze hebben alledrie races gewonnen dus de verschillen zijn niet enorm groot. Er zijn ook gebieden waarop wij als team kunnen verbeteren. Wij zijn niet perfect, maar het gebrek aan vermogen was onze grootste zwakte. Ik verwacht met de Renault achterin een substantieel verschil te zien in Australië. Hopelijk keren we terug naar waar mensen gewend zijn ons te zien: in de top.”