McLaren wil 'transparant onderzoek' van Renault na dubbele DNF

De race van Sainz was al voorbij voordat hij goed en wel begonnen was. De Spanjaard kreeg al in de opwarmronde problemen met zijn Renault-krachtbron, om kort na de start definitief stil te vallen. Teamgenoot Norris reed daarentegen een ijzersterke race en was onderweg naar de vijfde plaats toen in de voorlaatste ronde het motorvermogen verdween. De jonge Brit viel stil op start-finish en viel uiteindelijk terug tot de elfde plaats.

McLaren-teambaas Andreas Seidl noemde het een frustrerende middag voor het team en verklaarde dat er goed samengewerkt moet worden om beide problemen tot op de bodem uit te zoeken. “Het is teleurstellend om twee DNF’s te moeten slikken, zeker met een coureur die amper aan de start kon komen”, zei Seidl. “Deze situatie ligt ook grotendeels bij Renault. Ze verrichten veel werk om ons tijdens het seizoen meer vermogen te geven, dat is goed om te zien. Maar aan de andere kant is het heel teleurstellend dat we deze straffen en DNF’s tijdens de race meemaken. Het is belangrijk dat we een open relatie hebben en transparant naar elkaar zijn. We willen het probleem analyseren en een oplossing vinden.”

McLaren besloot voor de race om terug te gaan naar de oudere B-spec, maar had ook met de nieuwe C-spec kunnen racen. Gevraagd of het team spijt had van de beslissing terug te keren naar de oude motor, zei Seidl: “We moeten afwachten, ik denk niet dat het ermee te maken heeft. Dat is speculatie, we moeten het onderzoek afwachten.” Hij voegde toe dat de motor van Norris nog niet dusdanig veel kilometers gemaakt had en dus de finish gewoon had moeten halen.

Zelf moet McLaren achterhalen waarom het racetempo tijdens de Belgische GP zo goed was nadat het in de kwalificatie niet helemaal op niveau leek te zitten. “Het wordt heel interessant om te analyseren waarom we tijdens de race ineens de vierde snelste auto waren. Dat hadden we niet verwacht met onze strategie op vrijdag en zaterdag. We hebben met Lando een stap gemaakt in de kwalificatie, we waren maar een tiende verwijderd van Q3, maar ik had toch wel een andere race verwacht.”

 Met medewerking van Jonathan Noble