McLaren ontkent dat Button niet enthousiast is over terugkeer in Monaco

Button vervangt volgende week Fernando Alonso, die dan zijn debuut maakt in de Indy 500. De Brit koos ervoor om zich in de simulator voor te bereiden op de Grand Prix van Monaco in plaats van met de MCL32 te gaan testen in Bahrein. Volgens sommigen impliceerde dit dat Button, die zich sinds zijn vertrek uit de Formule 1 vooral focust op triathlons, niet enthousiast zou zijn over zijn rentree.

“Ik heb dat ook gelezen, maar ben het er niet mee eens”, zegt Neale tegen Motorsport.com. “Ik denk dat Jenson er achter de schermen echt veel tijd insteekt om zich goed voor te bereiden. Hij heeft verschillende sessies gedaan in de simulator, allemaal op Monaco. Hij heeft zichzelf bekendgemaakt met de auto, banden, motor, balans en remmen. Ik twijfel er niet aan dat hij er goed voor staat.”

Voorbereiden op de Grand Prix van Monaco is een iets ander verhaal dan bij andere races, legt Neale uit. “Het is een van die circuits waar de invloed van de coureur groter is dan op andere plekken. Jenson kent het circuit goed, is er succesvol geweest en is nog altijd een goede coureur. In Monaco kan van alles gebeuren, maar we hebben betere kansen met een wereldkampioen in de auto.”

De suggestie van voormalig F1-coureur Mark Webber dat Button zijn tijdelijke terugkeer in de koningsklasse niet serieus neemt, is niet gemeend, denkt Neale. “Hij is goed bevriend met Webber en ik sluit niet uit dat er veel lol wordt gemaakt achter de schermen. Ik denk dat de twee over en weer altijd opmerkingen naar elkaar maken en verwacht dat we in Monaco een gefocuste Button gaan zien.”

Het feit dat Button al een aantal maanden niet meer met een Formule 1-auto heeft gereden, zal geen probleem worden, aldus Neale. “Ik ben geen coureur, maar hij gaat het gewoon goed doen. Stoffel zal hopen dat Button niet gemotiveerd is. Het zou niet goed zijn als Stoffel straks links en rechts voorbij wordt gereden door Jenson. Ik ben erg benieuwd naar hoe Jenson het zal doen.”

Via onze Formule 1-verslaggever Adam Cooper