Verstappen: “Volgen nog steeds lastig, maar groter DRS-effect is positief”

“Het is nog steeds moeilijk om elkaar te volgen, maar ik had tijdens mijn eerste stint [tijdens de race in Australië] ook het probleem dat mijn banden oververhit raakten”, zei Verstappen tegenover onder andere Motorsport.com op de vraag wat hij tot dusver vindt van het effect van de grotere vleugels op de auto’s. “Ik had het gevoel dat ik sneller was dan Sebastian [Vettel], maar ik kon niet dicht achter hem komen door de banden. Ik moest me daarom laten terugzakken.”

“Positief is echter de DRS-knop”, vervolgde de vijfvoudig Grand Prix-winnaar. “Het systeem is dit jaar nog krachtiger. “Ik denk dat we hier [in Bahrein] absoluut veel meer inhaalacties gaan zien. En ik verwacht ook dat als iemand ingehaald wordt met DRS, diegene weer terug kan vechten. Het wordt dus interessant. Ik denk dat we gedurende het seizoen ook nog veel moeten leren over hoe lang de DRS-zones nu moeten zijn, of we ze misschien langer of korter moeten maken dan vorig jaar. In de loop der jaren zijn ze steeds langer gemaakt, maar misschien dat ze nu korter moeten worden. Een andere auto volgen is echter nog steeds redelijk lastig. Ik denk niet dat er op dat vlak heel veel vooruitgang is geboekt. Maar qua DRS is het wel positief.”

Niet dat Verstappen een groot fan is van het in 2011 ingevoerde Drag Reduction System, wat volgens veel coureurs uiteindelijk toch een kunstmatige manier van inhalen is. “Er is goed werk verricht met het DRS, maar vanuit een bepaald oogpunt bekeken moeten we misschien helemaal niet meer DRS-acties willen. Ik zou er zelf voorstander van zijn als we van het DRS af proberen te stappen. Maar voor dit moment is het een goede oplossing voor de circuits waar je anders niet kunt inhalen.”

Met medewerking van Jonathan Noble