Helmut Marko: "Ron Dennis dankbaar voor Honda-veto"

In 2015 raakte de relatie tussen Red Bull Racing en motorpartner Renault ernstig bekoeld vanwege het uitblijven van resultaten en de gebrekkige betrouwbaarheid van de Franse krachtbron. RBR ging op zoek naar een nieuwe leverancier maar kreeg die niet gevonden. Nieuwkomer Honda was wel bereid om motoren te leveren, maar daar stak hun klantenteam McLaren een stokje voor. Achteraf maar goed ook, gezien de problemen waarmee de Japanse fabrikant al jaren kampt.

“Ik moet bekennen: ik ben Ron Dennis dankbaar dat hij met zijn veto onze Honda-ambities beëindigde. Anders hadden wij nu mogelijk Honda-motoren gehad”, zei Marko in gesprek met motorsport-total.com. “Dat Honda zo mis zit met de motor, is verrassend. Dat had ik niet verwacht.” De Oostenrijker is ook niet geheel tevreden met zijn huidige motorpartner Renault: “Helaas zijn we op alle vlakken in de pikorde slechts nummer drie. Dat maakt het lastig”, zo zei hij over de punten topsnelheid, energiehuishouding, verbruik en driveability. De uitgesproken adviseur is blij met het schrappen van het tokensysteem, waardoor de motoren ongelimiteerd ontwikkeld mogen worden: "Dat is een zegen. Anders was het onmogelijk om Mercedes bij te halen. Nu is het Ferrari gelukt. Als het niet veranderd was, dan zou Mercedes met hun technische en financiële middelen altijd vooraan zijn gebleven."

Jaloers op Mercedes-man Niki Lauda

Hij kijkt dan ook met een jaloerse blik naar landgenoot Niki Lauda: “Het Mercedes-pakket is simpelweg op alle vlakken beter. Enkel qua topsnelheid komt Ferrari in de buurt. In de kwalificatiemodus hebben ze nog vijf tienden voorsprong, ook al zeggen ze zelf dat het maar drie tienden zijn. Die instelling kunnen ze ook in de race enkele ronden gebruiken. Dat zie je wanneer iemand kort achter hen rijdt. Opeens rijden ze weer bij de achtervolgers weg en is inhalen niet meer mogelijk. Maar dat kunnen ze slechts vijf, zes ronden per race. Alleen daardoor al wint Mercedes tien tot vijftien seconden per race ten opzichte van de Renault-teams.”