Magnussen ontkent excuses te hebben aangeboden aan Ericsson

De Deen botste tijdens de openingsronde in Melbourne tegen de zijkant van de Zweed, waarop beide coureurs in de grindbak terecht kwamen. Zowel Ericsson als Magnussen kon zijn weg vervolgen, maar zou later in de wedstrijd alsnog uitvallen met schade aan de auto. Ericsson liet later in een tweet weten dat Magnussen na de race naar hem toe was gekomen om zich te verontschuldigen, maar de Haas-rijder ontkent dat hij dit heeft gedaan.

“Nee, dat heb ik niet”, antwoordde Magnussen donderdag op de vraag van Motorsport.com of hij zijn excuses had aangeboden aan de Sauber-coureur. “We hebben er in het vliegtuig met elkaar over gesproken, maar ik heb geen excuses aangeboden. Ik heb de tweet gezien. Het is prima zo.”

“Het was een race-incident", vervolgde hij. "Ik was ook niet aan het proberen om hem in te halen. Het was alleen overstuur dat veranderde in onderstuur. Als ik hem was geweest, had ik waarschijnlijk iets meer ruimte gelaten. Gewoon voor de zekerheid. Want er was niets wat ik anders had kunnen doen. Maar het was een race-incident en het was ook zeker niet zijn fout." Gevraagd of het dan niet misschien zijn fout was, reageerde hij: “Nee, dat denk ik niet. Ik heb er ook geen straf voor gekregen. De stewards hebben ernaar gekeken en hebben ook geoordeeld dat het een race-incident betrof. Hij probeerde mij in te halen en vervolgens crashten we. Hij zat aan de buitenkant en ik had onderstuur waardoor ik tegen hem aan reed. Een race-incident dus.”

‘Kevin zei sorry’

Ericsson is nog altijd in de veronderstelling dat Magnussen wel zijn excuses heeft aangeboden voor de crash. “Ja, we zaten zondagavond op dezelfde vlucht, dus we hebben er in het vliegtuig even over gekletst", zei hij donderdag in de paddock van Shanghai tegenover onder andere Motorsport.com. "Hij stak zijn handen omhoog en zei dat het hem speet. Ik ken Kevin goed en weet dat het niet zijn bedoeling was om een incident te hebben. Maar het ligt nu allemaal achter ons.”

Via onze Formule 1-reporter Oleg Karpov