Opnieuw afscheid van een historische baan: Ligt de toekomst van de Formule 1 op straat?
Met de toewijzing van de Spaanse GP vanaf 2026 aan Madrid, krijgt de Formule 1 er opnieuw een stratencircuit bij. Dat aantal is de afgelopen jaren al flink opgelopen: inmiddels wordt een derde van alle GP's op een omloop over de openbare weg afgewerkt.
Baku, Jeddah, Las Vegas, Melbourne, Miami, Monaco, Montreal en Singapore. Op de kalender van 2024 staan maar liefst acht circuits die aangemerkt kunnen worden als (semi-)stratencircuit. De tijd dat de Formule 1 exclusief reed op afgesloten asfaltlinten lijkt definitief voorbij. Toch is de huidige trend van het aanleggen van een omloop over de openbare weg niet nieuw, sterker nog: eigenlijk gaat men er mee terug naar de basis van de autosport.
Bij de opkomst van de racerij – eind negentiende eeuw – waren er nog helemaal geen circuits en dus maakten de coureurs gebruik van elk stukje redelijk geplaveide weg dat ze maar konden vinden. Veelal waren die parcoursen tientallen kilometers lang en gelegen in ruraal en dus rustig gebied, zoals bij Le Mans waar in 1906 voor het eerst werd gereden op het 103(!) kilometer lange Circuit de la Sarthe.
Permanente circuits
Met een toenemend aantal automobielen op de weg, bleef er steeds minder asfalt over voor de racers en dus verplaatste de sport zich na de Eerste Wereldoorlog en in de jaren twintig steeds meer naar permanente circuits als Brooklands, Monza en de Indianapolis Motor Speedway. Een van de weinige uitzonderingen vormde Monaco, dat de autosport juist omarmde en als uithangbord zag om toeristen naar de stadstaat te lokken. Vanaf de jaren twintig werd één weekend per jaar al het verkeer in prinsdom stilgelegd ten faveure van de Grand Prix van Monaco.
Vanaf de jaren vijftig, na de introductie van de Formule 1, werd er om veiligheidsredenen steeds minder gebruik gemaakt van stratencircuits. Monaco, Pedralbes en Montjuïc (Barcelona) en delen van Spa-Francorchamps en Reims-Gueux waren weliswaar buiten de GP-weekenden om nog steeds toegankelijk met een normale auto, maar het gros van de races werd voortaan afgewerkt op permanente en afgesloten circuits. Wel zo veilig en financieel aantrekkelijk omdat de organisatie bij de poort entreegeld kon heffen.
Verschuiving naar televisie
De zaken veranderden met de opkomst van de televisie. De inkomsten van entreekaartjes werden steeds minder belangrijk, voortaan kwam het grote geld uit de verkoop van tv-rechten en sponsorovereenkomsten. Toch bleef het stratencircuit – behoudens Montréal en later Adelaide en Melbourne – lange tijd een uitzondering in de Formule 1.
Pas met de recente wereldwijde aandacht voor de koningsklasse is het stratencircuit weer helemaal terug. Gepromoot door gemeentebesturen en soms zelfs ministeries van toerisme zijn Grands Prix niet langer op zichzelf staande evenementen, maar vormen ze steeds meer een onderdeel van citymarketing. Een middel – net als honderd jaar geleden in Monaco – om de stad en zijn bezienswaardigheden wereldwijd te promoten. Het levert de lokale toeristenindustrie veel geld op en het is dan ook geen wonder dat steden als Londen, Doha, Buenos Aires en Sydney staan te trappelen om de Formule 1 binnen de stadspoorten te krijgen.
Wat deze ontwikkeling betekent voor klassieke circuits is natuurlijk een kwestie die knelt. Voorlopig hebben we afscheid genomen van Barcelona en Paul Ricard, maar wat als er daadwerkelijk aan circuits als Spa, Suzuka, Monza of Silverstone wordt getornd? Het is aan de sport om een goede balans te vinden.
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Beste reacties
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.