Liberty Media zet streep door tweedaags raceweekend

“We zien in dat we driedaagse evenementen moeten hebben, omdat de circuits en televisiezenders de fans voor dat aantal dagen willen binden”, zegt Ross Brawn, de sportief directeur van de Formule 1, in het wedstrijdprogramma van de Grand Prix van België. Een tweedaags Grand Prix-weekend zal er derhalve niet komen. “Dan rest nu de vraag hoe we deze drie dagen het beste kunnen indelen voor de toeschouwers op het circuit, de fans voor de televisie en de teams. Dat zijn we aan het bekijken en we zijn erover in gesprek met de teams.”

Brawn denkt onder meer aan een nieuw format voor de kwalificatie. “Er is een kwalificatie in het belang van de kwalificatie en er is een kwalificatie in het belang van de race. In het eerste geval is de kwalificatie een losstaand evenement, waarin je wil dat de allerbesten het vooraan uitmaken om te zien wie de snelste is. In het tweede geval wil je dat de kwalificatie de orde een beetje verstoort, waardoor de snelste auto’s uit positie komen te staan voor de race. In dat geval verbetert de kwalificatie de race”, legt Brawn uit. “Misschien beperken we het aantal runs dat een coureur per sessie mag doen, zodat de teams niet alles kunnen optimaliseren. Maar we moeten heel voorzichtig zijn, want het huidige format is populair en succesvol.”

Liberty Media praat ook met de teams en FIA over een nieuw puntensysteem. “We hebben feedback gekregen van de fans en zij hebben het gevoel dat er achter de tiende plaats niet voor iets gestreden wordt en dat de teams misschien hun auto’s sparen vanwege het beperkte aantal power unit-elementen, versnellingsbakken en dergelijke”, vertelt Brawn. “De teams zeggen iets anders en persoonlijk ben ik het daarmee eens, maar de fans zien het niet. Daarom bekijken we of er tot en met de vijftiende plaats punten gegeven moeten worden.” Liberty Media past wel op dat het niet te veel dingen gaat wijzigen. “Want als je de elementen enorm gaat veranderen, dan kan het bijna een nieuwe norm worden dat dingen doorlopend veranderen en dat is volgens mij niet goed.”

Met medewerking van Jonathan Noble