Lezersvragen beantwoord: DRS, bandenreglement, startvakken en meer

Welkom bij een nieuwe editie van de Motorsport.com Mailbox, de rubriek waarin we de beste vragen van onze lezers beantwoorden. Opnieuw waren er veel inzendingen, onze experts hebben een selectie gemaakt om een antwoord op te geven – waarvan er eentje zelfs beloond wordt met het boek Formule Max – Greep naar de macht!

De achtervleugel van de Red Bull Racing RB18

DRS mag op bepaalde gedeeltes van het circuit gebruikt worden, maar wie zet het systeem in de auto aan en uit? – Gijs Achterberg per e-mail

Sinds 2011 kunnen Formule 1-coureurs in trainingen, de kwalificatie en de race gebruikmaken van het Drag Reduction System, de openklappende achtervleugel waardoor de auto een hogere topsnelheid kan behalen. Het gebruik van DRS is echter wel beperkt: alleen in de daarvoor aangewezen DRS-zones en tijdens de race bovendien alleen als een coureur op het detectiepunt binnen één seconde achter zijn voorganger rijdt.

De activatie is heel simpel: de coureur drukt op zijn stuur op de knop die is toegewezen aan de bediening van het DRS-systeem. Hoe weet een coureur wanneer hij zijn DRS-systeem kan inzetten? Op het moment dat dit het geval is, gaan op het stuur lampjes branden waarmee wordt aangegeven dat de achtervleugel geopend mag worden. Deze lichtjes gaan automatisch branden zodra de sensoren registreren dat een coureur binnen één seconde van zijn voorganger zit. Tevens krijgen (sommige) F1-coureurs in hun oortje een pieptoon te horen die ze laat weten dat DRS geactiveerd kan worden.

Voor het sluiten van het DRS-systeem heeft een coureur meerdere opties. Ten eerste kan een coureur nogmaals op de DRS-knop op zijn stuur drukken om de flap van de achtervleugel te sluiten. In realiteit maken de coureurs vaak echter gebruik van een manier waardoor zijn geen extra handelingen hoeven uit te voeren. Op het moment dat de F1-rijders met een geopend DRS-systeem op het rempedaal drukken, wordt de achtervleugel automatisch gesloten.

Bestaat de regel nog dat tijdens de eerste vrije training een setje banden moet worden ingeleverd? Volgens mij was dat vorig jaar ook al niet meer toen de vrije trainingen werden ingekort. – Onno Verver per e-mail

Jarenlang was het inderdaad gebruikelijk dat de Formule 1-coureurs na zo’n veertig minuten in de eerste vrije training naar de pits kwamen, omdat de teams halverwege de sessie hun eerste set banden moesten inleveren. Voor de start van het seizoen 2021 werd echter besloten om de 90 minuten durende eerste en tweede vrije training in te korten tot 60 minuten. Tegelijkertijd is in de sportieve reglementen van de F1 destijds een aanpassing doorgevoerd aan de regels omtrent het inleveren van de diverse sets banden, waardoor de verplichting om tijdens de eerste training een set in te leveren is komen te vervallen.

In 2022 maakt de Formule 1 in het sportief reglement onderscheid tussen evenementen met én zonder een sprintrace op zaterdag. In beide soorten raceweekenden geldt dat er na afloop van de eerste vrije training voor het eerst banden ingeleverd moeten worden. Als er een sprintrace op het programma staat, moeten de teams binnen twee uur na afloop van VT1 één set banden inleveren. Daardoor blijven er voor de rest van het raceweekend elf sets slicks over. Zodra het een regulier raceweekend zonder sprintrace betreft, moeten teams binnen twee uur na afloop van de eerste training twee sets banden afstaan.

Na de eerste vrije training moet er altijd minimaal één set banden worden teruggegeven

Na de eerste vrije training moet er altijd minimaal één set banden worden teruggegeven

Foto: Mark Sutton / Motorsport Images

Als een coureur klaar is met de formatieronde, hoe weet hij dan wanneer hij moet stoppen om op de juiste startplek te staan? Ziet de coureur dit wel goed? En waarom zie je de auto nooit 30 cm te ver door rollen? – Jelle Timmerman per e-mail

Het op de juiste plaats gaan staan na het rijden van de formatieronde valt grofweg op te splitsen in twee delen. Allereerst moet de coureur de juiste positie op de startgrid innemen. Vaak onthoudt een coureur waar hij voor de formatieronde stond en anders bieden LED-panelen op de startgrid een uitkomst. Daarop staat het startnummer en de afkorting van de naam van de coureur op het paneel dat naast zijn startplek aan het hek op de pitmuur hangt.

Vervolgens is het van belang dat de coureur de auto op de juiste manier neerzet als hij aankomt bij zijn toegewezen startplek. Hierbij wordt de coureur geholpen door de gele streep aan de rechter voorkant van de startplek. Dat is het mikpunt waarop de coureur zijn rechter voorwiel wil hebben staan, zodat de auto optimaal gepositioneerd is voor de start van de race. De auto wordt dan door de sensoren geregistreerd en zodra dat voor alle auto’s geldt, kan de starter de startprocedure in gang zetten. Mochten de sensoren registreren dat de auto niet helemaal juist op de plek staat of neemt een coureur een verkeerde startplek in, dan wordt de wedstrijdleiding op de hoogte gesteld en volgen er sancties.

Wat zijn de regels over de afstand die tussen de auto’s op de startopstelling moet zitten? Optisch lijkt het bij de diverse circuits soms te verschillen. – jjan via de reactiemodule

Schijn bedriegt soms en dat is met de afstand tussen de auto’s op de startopstelling dus ook het geval. Op sommige circuits lijkt het zo te zijn dat de afstand tussen de startplaatsen op de grid kleiner is en op andere circuits lijkt er juist meer afstand tussen te zitten, maar in werkelijkheid is dat dus niet het geval. Er wordt voorgeschreven dat de afstand tussen de voorkant van de startplaatsen acht meter is. De nummer 2 op de grid begint dus met acht meter achterstand op de polesitter aan de race. De nummer 3 staat daar weer acht meter achter, bij elkaar opgeteld dus 16 meter achter de coureur op pole. Het verschil tussen de polesitter en de nummer 20 op de grid is dus 152 meter.

De vaste afstand tussen de gridposities is acht meter. De polesitter staat hierdoor zestien meter voor de coureur op P3

De vaste afstand tussen de gridposities is acht meter. De polesitter staat hierdoor zestien meter voor de coureur op P3

Foto: Glenn Dunbar / Motorsport Images

Waarom zit Toto Wolff als enige teambaas in de garage tijdens de race? Alle andere teambazen zitten aan de pitwall. – Dirkvdberg via de reactiemodule

Jarenlang is het al gebruikelijk dat de teambazen gedurende F1-sessies op de pitmuur te vinden zijn. Vanaf dat punt sturen zij het team aan, op weg naar een zo goed mogelijk resultaat in de race. Daar waar enkele jaren geleden alle teambazen nog vanaf de pitmuur opereerden, is dat anno 2022 dus niet meer het geval. Mercedes-teambaas Toto Wolff is degene die als eerste van dat geijkte pad is afgeweken. Samen met enkele hoge engineers binnen de Duitse autofabrikant neemt de Oostenrijker plaats aan het hoofd van het zogenaamde ‘Engineering Station’. Daar doet Wolff in de basis hetzelfde werk als de andere teambazen, maar dan wel vanaf een andere locatie.

Het is enkele jaren geleden een weloverwogen keuze geweest van Wolff om niet langer plaats te nemen op de pitmuur, maar achter in de garage van Mercedes. “Als teambaas is het risico dat ik de mensen in de operatie stoor veel groter dan dat ik iets waardevols toevoeg. Ik vind dat het voor mijn rol belangrijker is om achter in de garage te zitten en over alles het overzicht te hebben”, legde hij in 2018 al eens uit over de keuze om plaats te nemen aan het Engineering Station van de achtvoudig constructeurskampioen.

Er is veel te doen om de nieuwe auto’s, maar wat denken jullie van de nieuwe 18 inch banden? Zijn die van invloed op de tactiek? – Zoschoen onder de F1-update op YouTube

Decennialang reed de Formule 1 met velgen met een diameter van 13 inch, maar daar komt in 2022 dus verandering in met de introductie van 18 inch velgen. Als gevolg daarvan heeft bandenleverancier Pirelli – dat overigens al jaren pleitte voor deze verandering – geheel nieuw rubber moeten ontwikkelen voor de koningsklasse. Bovendien heeft Pirelli van de teams andere doelstellingen meegekregen in de ontwikkeling van de nieuwe banden, die weer invloed kunnen hebben op de tactische keuzes van de teams.

Na jaren met banden die snel oververhitten in verkeer, kreeg de Italiaanse bandenfirma nu de opdracht om rubber te ontwikkelen zonder deze eigenschap. “In vergelijking met de ontwikkelingsbanden van gedurende het seizoen zou ik zeggen dat de nieuwe banden de karakteristieken hebben die ik eerder heb benoemd: minder oververhitting, waardoor de coureurs meer kunnen aanvallen”, zei Pirelli F1-baas Mario Isola daar eerder dit jaar over. Ook de degradatie van de nieuwe banden moet lager zijn dan voorheen. Daardoor zijn er mogelijk minder pitstops nodig in 2022, wat dus behoorlijke gevolgen heeft voor de strategische keuzes die de teams kunnen maken.

De pitstops zelf veranderen niet door de overstap naar de grotere velgen en banden, maar toch gaan de pitcrews waarschijnlijk meer tijd nodig hebben voor de bandenwissel. De banden zijn zwaarder en iets minder makkelijk vast te pakken en dus verwacht Red Bull-teambaas Christian Horner niet dat de stops net zo razendsnel gaan zijn als de afgelopen jaren: "Ik betwijfel of we stops van onder de twee seconden gaan halen, hopelijk kunnen we ergens in de lage tweeën gaan zitten", vertelde hij tijdens de wintertest in Bahrein.

De winnaar van het boek 'Formule Max - Greep naar de macht' is Zoschoen, die zijn vraag onder de F1-update op YouTube stelde. Stuur een mailtje met je naam en adres naar nl.info@motorsport.com en dan krijg je een exemplaar van het boek toegestuurd! Bij datzelfde e-mailadres kan je terecht als je een prangende vraag over de Formule 1 hebt. Mail je vraag onder vermelding van Motorsport Mailbox en misschien lees je het antwoord wel in de volgende update!

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Haas op achtste en tiende plek in Bahrein: "Het is zo cool!"
Volgend artikel Leclerc begint er fiducie in te krijgen: “Lijken in de mix te zitten”

Beste reacties

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Editie

Nederland Nederland