Hamilton ziet DRS niet zomaar uit Formule 1 verdwijnen

In 2021 komt er een nieuwe auto in de Formule 1 waarmee het gemakkelijker moet worden om een tegenstander te volgen. Dit zou uiteindelijk tot meer inhaalmanoeuvres moeten leiden. Niettemin lijkt het erop dat de auto’s wel voorzien blijven van een achtervleugel die op bepaalde punten op het circuit geopend kan worden, iets wat door veel coureurs en fans als kunstmatig wordt gezien.

“Het blijft waarschijnlijk nog wel even deel uitmaken van de Formule 1”, zegt Hamilton. “Ik weet niet of we het houden voor 2021, maar ik kan me zo voorstellen van wel. De vleugels worden echter een behoorlijk stuk groter waardoor het hopelijk gemakkelijker wordt om te volgen, dus misschien hebben we het dan niet meer nodig.” De Brit erkent dat de inhaalacties met DRS niet de meest spannende zijn, maar is geen fel tegenstander van het systeem. “Het is nu soms zo dat je iemand halverwege het rechte stuk al inhaalt. Dat is natuurlijk niet zo spannend als je wanneer het in een bocht doet. Maar dat stoort mij niet. Je moet jezelf nog altijd in een positie zien te brengen dat je er gebruik van kan maken.”

Op de meeste circuits zijn er twee of drie DRS-zones, punten waarop de achtervleugel mag worden geopend mits een coureur binnen een seconde van de auto voor hem zit. Het circuit van Suzuka bevat er dit weekend maar één. Hamilton had echter ook op deze baan graag een tweede DRS-zone gezien. “Het is me opgevallen we dit weekend geen dubbele DRS-zone hebben”, aldus de Mercedes-coureur. “Ik vind dat niet goed. We zouden hier een tweede DRS-zone moeten hebben, omdat die mogelijk kan helpen. Je hebt elke race te maken met een bepaald voordeel dat je moet hebben op de auto voor je om die in te kunnen halen. Soms bedraagt dat voordeel twee seconden, soms is het acht tiende van een seconde. En hier moet je meer dan anderhalve seconde sneller zijn. Dat is een vrij groot verschil. Dat is waarom je hier niet veel inhaalacties ziet. Met een extra DRS-zone wordt dat verschil iets minder groot. Daarom hadden ze die moeten toevoegen.”

Met medewerking van Scott Mitchell