Magnussen en Haas likken hun wonden: "We waren hopeloos in Bahrein"

Voor Magnussen zag de wereld er zaterdagavond nog heel anders - en vele malen beter - uit. De Haas-coureur zette zijn bolide toen met een keurige kwalificatie op de zesde startpositie neer. De titel 'best of the rest' leek in het verschiet te liggen, maar niets bleek minder waar. Zondag was de auto namelijk niet vooruit te branden. Magnussen viel terug naar P13, terwijl Romain Grosjean de eindstreep helemaal niet haalde.

"Onze auto had gewoon geen tempo. We waren van begin tot eind hopeloos. Op de rechte stukken konden we ook al niet verdedigen, het was echt een hopeloze race", steekt Magnussen zijn frustratie tegen onder meer Motorsport.com niet onder stoelen of banken. "Als alles draait, hebben we best wel een goede auto. Maar het is zorgelijk om ook zulke dagen te moeten beleven."

Het voornaamste probleem zat volgens Magnussen in het samenspel tussen zijn auto en de banden. Hij slaagde er maar niet in het Pirelli-rubber aan de praat te krijgen. "Ik had gewoon geen grip. Ik was overal aan het glijden en blokkeren. Het leek wel een compleet andere auto dan tijdens de kwalificatie, heel vreemd. We hadden al wel enige zorgen over onze racepace, maar zo slecht hadden we het ook weer niet verwacht. We moeten goed analyseren wat hier verkeerd is gegaan."

Eén van die elementen heeft met de lage topsnelheid te maken. "We waren de langzaamste rijders qua topsnelheid. Andere coureurs met Ferrari-motoren vlogen me gewoon voorbij. We reden hier met veel downforce en wisten dat we daardoor topsnelheid zouden inleveren, maar ik had ik dan nog wel een betere pace verwacht. Nu hadden we geen goed tempo en geen topsnelheid. Daardoor zakten we steeds verder weg", druipt de teleurstelling er duidelijk vanaf bij de Deen.

De Haas-bolide onder de technische loep:

Met medewerking van Jonathan Noble