Kaltenborn noemt botsing tussen Ericsson en Nasr onacceptabel

Nasr had vlak voor het incident de opdracht van Sauber gekregen om aan de kant te gaan voor zijn teamgenoot. De Braziliaan gaf echter geen gehoor aan dat verzoek, waarna de Zweed een inhaalactie besloot te wagen bij Rascasse, die voor beide coureurs eindigde in een DNF.

“Het was onacceptabel gedrag van beide coureurs”, vertelde Kaltenborn, die achter de schermen hard bezig is om de financiële problemen van het team op te lossen. “Het harde werken van het hele team ging in rook op bij die botsing. Marcus en Felipe weten hoeveel werk er in elk raceweekend gaat en hebben de verantwoordelijkheid om het einde van de race te halen.”

“Nadat de volledige situatie was bekeken, was het zaak om de snelste auto zo snel mogelijk naar voren te brengen, zodat we eventuele kansen konden benutten”, zei Kaltenborn over de instructie aan Nasr om aan de kant te gaan voor Ericsson. “Die beslissing was gebaseerd op de data van beide auto’s.”

Kaltenborn is ervan overtuigd dat beide Sauber-coureurs dit seizoen niet nog eens met elkaar in aanvaring komen. “We hebben de situatie intern opgehelderd en beide coureurs zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid. Een dergelijk incident gaan we niet nog eens zien.”

De wedstrijdleiding in Monaco oordeelde dat Ericsson schuld had aan de botsing met Nasr en gaf hem een gridstraf van drie plekken voor de volgende race in Canada. Ook kreeg de coureur uit Kumla twee strafpunten op zijn superlicentie bijgeschreven, waarmee zijn totaal nu op zes staat. Bij twaalf strafpunten volgt een race schorsing.