Jos Verstappen: “Formule 1 moet voor meer van dit soort races zorgen”

Verstappen finishte uiteindelijk als tweede met de Red Bull, na als achttiende te zijn gestart. “Het was een beetje zoals in Rusland. Als je ziet hoe hij door het veld heen schiet van achteruit, dat doet hij toch ontzettend goed”, vertelt een zeer trotse Verstappen senior aan Motorsport.com. “De auto is natuurlijk ook echt goed. Het is een wagen waarmee je prima kunt inhalen. Ik denk dat je met de Red Bull ook iets dichter achter andere auto’s aan kunt rijden dan bijvoorbeeld met een Mercedes. Maar hoe Max zich positioneert en het afmaakt, dat is gewoon waanzinnig goed.”

Lees ook:

“Hij weet hoe hij moet racen. Als we een iets competitievere auto krijgen in de kwalificatie, dan krijgen ze een heel zware dobber aan hem”, aldus de voormalig Formule 1-coureur. Op de vraag of hij op een gegeven moment begon te denken aan de overwinning, laat hij weten: “Het is gewoon moeilijk om een Ferrari op het rechte stuk in te halen. Maar je weet natuurlijk nooit. Kimi kan een keer een foutje maken of ineens problemen krijgen met de banden. Dat soort dingen weet je gewoon niet van tevoren. Er kan zomaar iets gebeuren. Natuurlijk hoop je op een overwinning, maar dat hij dit resultaat weet te halen van achteruit, is waanzinnig toch? Dit hadden we voor de race niet verwacht, laat ik het zo zeggen.”

Verstappen senior zegt erg te hebben genoten van de slotfase van de Amerikaanse race, waarin de top-drie als aan een touwtje over het circuit ging. Raikkonen, Verstappen en Hamilton finishten uiteindelijk binnen 2,5 seconde van elkaar. “Die laatste vijf, zes ronden met Kimi, Max en Lewis, dat is wat de mensen willen zien”, meent hij. “Dat is waar ze de televisie voor aanzetten. De Formule 1 moet ervoor zorgen dat we meer van dit soort races krijgen.”

De geschiedenis wijst uit dat een Formule 1-team zich doorgaans niet langer dan vier of vijf seizoenen aan de top handhaaft, wat zou inhouden dat het einde van het tijdperk Mercedes in zicht is. “Laten we hopen dat dat zo is”, lacht Jos Verstappen. “Maar ik denk dat Mercedes volgend jaar ook weer sterk is. Het zou echter gewoon goed zijn voor de Formule 1 als wij er ook vooraan bij komen zitten. Ik denk dat iedereen wel Max tegen Lewis wil zien racen. En doe daar dan nog maar een Vettel of een Leclerc bij, dat we in ieder geval een mannetje of drie, vier hebben die met elkaar om de wereldtitel vechten. En niet iedere keer maar één auto, want dat is nu wel een beetje het geval.”

‘Max wil meer’

Red Bull neemt aan het einde van het seizoen afscheid van motorleverancier Renault, dat de afgelopen jaren niet voor het gewenste vermogen heeft kunnen zorgen. Gevraagd of het Franse merk bij een goed resultaat zoals in Austin geen credits verdient, zegt Jos Verstappen: “De motor doet het, maar Max wil natuurlijk meer. Hij wil gewoon op dezelfde hoogte zitten als de rest. In de wedstrijd zitten we er wel dichterbij, dat is zo, maar als je kijkt hoe makkelijk Ferrari andere auto’s inhaalt, dan zie je gewoon het verschil. Wij moeten ons meten met Ferrari en Mercedes, en niet met de rest. En dan kom je gewoon tekort, wat frustrerend is. We zijn een topteam en we willen op eigen kracht kunnen winnen. Daar moeten we vanuit gaan. Een tweede plaats in deze race is natuurlijk een goed resultaat, maar ik denk dat de credits hiervoor meer aan het team, dat weer een goede strategie had, de auto en Max toebehoren [dan aan de motor].”

Honda, waarmee Red Bull vanaf volgend jaar samenwerkt, lijkt de laatste races bij satellietteam Toro Rosso goede vooruitgang te boeken met de motor. Zo wist Pierre Gasly zaterdag in het eerste deel van de kwalificatie de zevende tijd te realiseren met de Toro Rosso-Honda. Of dit een reden is om nog optimistischer te zijn over wat er volgend seizoen mogelijk is bij Red Bull? Jos Verstappen: “Ja, maar laten we afwachten. Ik kan er natuurlijk heel veel over gaan roepen, maar ik denk niet dat dat netjes is op dit moment. Maar ik zie heel veel positieve mensen en we kijken uit naar volgend jaar. Maar het blijft afwachten. Hopelijk komt het allemaal een beetje uit wat er gezegd wordt.”