Breaking news

Interview: ups en downs sieren eerste seizoen Vandoorne

Na een geweldige debuutrace, die Stoffel Vandoorne als vervanger van een geblesseerde Fernando Alonso mocht afwerken in het voorjaar van 2016, mocht de 25-jarige Belg dit jaar voltijd zijn opwachting maken in de Formule 1. Twintig Grands Prix zwoegen later zit het eerste volledige seizoen van Vandoorne erop, en makkelijk verliep het allerminst. GPUpdate.net zocht de Belg op en sprak met hem over een bewogen 2017.

Vandoorne lijkt opgelucht. "Ups en downs", zo beschrijft de McLaren-coureur de voorbije jaargang in een notendop. "Het resultaat was niet waar we op gehoopt hadden", klinkt het correct. Vandoorne, die in het verleden eigenlijk alleen maar gewend was om vooraan te rijden, moest zich dit jaar ineens meten met de mindere goden van het veld waarin hij deelnam. Dertien puntjes was de magere opbrengst, Vandoorne vond zichzelf terug op de zestiende plaats in het eindklassement.

En dat terwijl de Belg zich zijn (volledige) seizoen in de autosport altijd in de top vier van het klassement mocht melden. In 2010 werd het kampioenschap in de F4 Eurocup 1.6 veroverd, in 2012 was Vandoorne de allerbeste in het Formule Renault 2.0 Eurocup-jaar. Twee vicetitels (2013, World Series en 2014, GP2) volgden, waarop in 2015 met de titel in de GP2 de kroon op het werk werd gezet. Omdat McLaren met Alonso en Jenson Button al haar lineup voor 2016 compleet had moest Vandoorne uitwijken naar de Super Formula-klasse in Japan (vierde met één zege), waarop hij dit jaar eindelijk de opstap kon maken naar het ultieme: de F1.

"McLaren is nog lang niet waar ze moet zijn"

"Na de twee moeilijke jaren die McLaren-Honda had in 2015 en '16 zagen we een goede progressie en mensen dachten dat dit jaar een grote stap vooruit zou zijn, aangezien er meer ervaring in de samenwerking was", kijkt Vandoorne terug. "Jammer genoeg is het daar niet op uitgedraaid. Ik heb zelf direct veel mileage gemist in de start van het seizoen, dat was erg lastig. We hebben progressie geboekt gedurende de jaargang - zeker wat betreft de aerodynamica hebben we een stap vooruit gemaakt. McLaren vertoeft echter nog lang niet op de plaatsen waarop ze zou moeten rijden", klinkt het oordeel van de in Kortrijk geboren, maar in Roeselaere woonachtige coureur.

Het hoogtepunt van 2017 waren twee zevende plaatsen, die in opvolgende Grands Prix werden genoteerd. In zowel Singapore als Maleisië harkte Vandoorne zes punten binnen, die gecombineerd met het ene in Hongarije gescoorde puntje het eindtotaal op dertien brachten. Zijn zeer ervaren en hoog aangeschreven teamgenoot Alonso kwam overigens tot slechts zeventien punten: het beste seizoensresultaat van de Spanjaard was een zesde plaats op de Hungaroring. "Iedere wedstrijd is voor ons lastig geweest", meent Vandoorne. "Slechts op circuits waar motorvermogen geen groot verschil maakte, kwamen wij beter voor de dag."

2017, een bijzonder leerjaar

Wat leert een coureur zoal van een compleet jaar achter in de middenmoot rijden? "Ik denk vooral het omgaan met zoveel problemen. Ik heb zulke dingen nooit ondervonden in de junior series, vroeger kon ik bijna iedere wedstrijd meestrijden voor podia en overwinningen. Dit jaar is het een andere manier - nu wisten we dat de kans op het scoren van punten miniem was, alles moest perfect gaan. Het verandert de manier waarop je de races benadert."

Het begin van het seizoen was bijzonder lastig voor de McLaren-coureur. Vandoorne kreeg de ene na de andere gridstraf - de Belg zou het lijstje aan het einde van het jaar overigens aanvoeren met een schrikbarend aantal van 203 (!) stuks - en in Bahrein verscheen de MCL32 met nummer twee niet eens aan de start. "De start van het seizoen was hoogstwaarschijnlijk de moeilijkste fase van het jaar, wat mij betreft. Ik had geen idee wat ik moest doen. Op een gegeven moment zet je jezelf er maar overheen, je kan er toch niets aan veranderen. Vanaf toen ben ik me gaan richten op het maximaliseren van de prestaties, het beste uit de wagen en mezelf te halen."

"Natuurlijk heb je minder te verliezen", erkent de Belg, kijkend naar het strijden om de plaatsen die geen punten opleveren. "Je neemt meer risico, en ik zit nu ook in de positie om meer dingen te proberen. In het begin van het jaar heb ik veel geprobeerd, maar dat verliep niet echt perfect. Het is al met al een seizoen geweest waarin ik heel veel heb geleerd. Zelfs op het tactische vlak: het is haast makkelijker om vooraan te strijden dan in het midden van het peloton, waar alles heel close is. Ik hoop dat het niet slechter wordt dan het nu is, dat wordt ook wel heel moeilijk", lacht Vandoorne. "Ik denk vanuit de positie waar we nu zitten, met de veranderingen die volgend jaar komen, we een stap vooruit kunnen zitten. We hebben een goede benchmark met Renault, dat met Red Bull enkele wedstrijden heeft weten te winnen."

Renault en het teaminterne duel

Daarmee snijdt Vandoorne zelf het volgende onderwerp aan: de verfoeide Honda-motoren zijn passé, volgend jaar worden de McLarens aangedreven door Renault-power. Menigeen schaart Vandoorne en stalmaat Alonso zodoende nu al tot mogelijke outsiders voor 2018. "Dat is niet iets waar ik aan denk, daar is het nog veel te vroeg voor. Het is lastig voorspellen", trapt Vandoorne een open, maar niet te missen deur in. "Het is niet zo dat als we met Renault rijden, het resultaat ons ook meteen gegeven wordt. Het vereist veel werk van het team, dat zeker niet in slaap gesust mag worden. Ik moet zeggen dat de juiste mentaliteit heerst, momenteel. Iedereen is gemotiveerd, maar realiseert ook dat er nog veel werk te verrichten is. Ook op het vlak van de wagen zelf", denkt de man die inmiddels twintig Grand Prix-starts achter zijn naam heeft. "We hebben ons in de laatste wedstrijden van dit jaar kunnen focussen op de zwakke punten van de auto, om volgend jaar stappen vooruit te zetten."

Het rijden naast een tweevoudig wereldkampioen als Alonso brengt natuurlijk de nodige druk met zich mee. Vandoorne blijft daar, naar eigen zeggen, relatief rustig onder. "Ik zie het als een superkans", zegt hij.  "De auto is niet sterk genoeg, maar ik heb één van de beste benchmarks van de hele grid. In het begin was het verre van gemakkelijk, maar ik heb me nimmer zorgen gemaakt. De omstandigheden waren niet perfect en ik heb me zelf ook een tijdje niet comfortabel gevoeld, maar ik heb niet getwijfeld. Ik weet dat als ik me comfortabel voel, ik de resultaten thuis kan brengen."

"Toen alles wat beter begon te gaan, had ik ook meer tijd met de engineers in de fabriek", belicht Vandoorne de momenten waarop alles samen leek te vallen. "De resultaten sloegen om, alles verliep veel beter. In bijna iedere wedstrijd was ik een match voor Fernando - soms zat ik ervoor, soms er net achter. Vergeet niet dat Fernando natuurlijk ook niet zomaar de coureur is die je iedere race verslaat. Alles moet perfect zijn en zelfs dan kan hij nog voor je zitten. Ik moet zeggen dat ik nu wel optimistischer de weekends tegemoet ga, ik weet dat de situatie min of meer onder controle is."

"Persoonlijk zie ik de races waarin ik goed wist te scoren, Singapore en Maleisië, natuurlijk als hoogtepunten. Het zijn allebei circuits waarop ik nog nooit had geracet. Eigenlijk was Monza ook heel goed, aangezien we nooit hadden verwacht daar sterk te zijn. Bahrein was het absolute dieptepunt, de race waarin ik niet eens aan de start verscheen."

Onbevangen Nederlanders, afwachtende Belgen

Waar het complete Nederlandse journaille in de nek van Max Verstappen hijgt, daar heeft zijn vijf jaar oudere Belgische collega het relatief gezien rustiger tijdens de Grand Prix-weekends. "Er zijn niet zo heel veel Belgische journalisten", vertelt Vandoorne. "Eén zender heeft de uitzendrechten en er komt weleens iemand voor de laatste krantennieuwtjes. Er zijn overigens wel meerdere, maar niemand komt naar elke wedstrijd." Of dat aan de Belgische instelling ligt, of het overenthousiasme van de Nederlanders? "Ik denk een beetje van beide."

"De mentaliteit van de Belgen is heel anders dan die van de Nederlanders. Nederlanders vinden alles tof, volgen alle sporten. Niet alleen Max en de Formule 1, maar ook voetbal en andere sporten waarin Nederlanders succesvol zijn. Ze volgen het, maar gaan effectief ook naar de wedstrijden tóe. In België heerst, zoals ik zei, een andere mentaliteit. Eens ik betere resultaten scoor en voor podia en overwinningen zal strijden, dan zal het veranderen", klinkt Vandoorne strijdvaardig.

Wat er in het vat zit voor 2018 is, zoals Vandoorne zelf ook al zei, natuurlijk niet te voorspellen. De McLaren lijkt een goede wagen te zijn en de Renault heeft belangrijke ingrepen doorgevoerd, waardoor haar krachtbron gedurende het seizoen sterker werd. "We hebben volgend jaar een goed referentiepunt met Red Bull. Ik ga niet zeggen dat we wedstrijden gaan winnen, maar er moet een eerste stap worden gezet. Als we regelmatig of af en toe in de top vijf eindigen, dan mogen we rond deze tijd in 2018 denk ik tevreden zijn."

Als het totaalpakket klopt, is Vandoorne dan degene die België voor de eerste keer sinds augustus 1990 kan laten juichen vanwege een Grand Prix-zege? "Je weet het nooit in de Formule 1!"

Door: René Oudman

[photo,314284,left,]

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel De teams van 2017: buffelend Renault zet eerste stap
Volgend artikel Magnussen kritisch: "Kwalificaties konden stuk beter"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland