Kamphues over theatervoorstelling met Doornbos: "Ga hard aan zijn poten zagen"

Van tennisser naar Grand Prix-coureur naar Formule 1-analist naar circusartiest. Robert Doornbos houdt er een opmerkelijk cv op na. Vanaf januari trekt hij samen met Ziggo Sport-collega Rob Kamphues door het land met Kamphues & Doornbos’ Grote Grand Prix Circus, een theatervoorstelling waarin beide mannen vol passie en humor vertellen over hun avonturen in de autosport. Motorsport.com bespreekt Doornbos’ laatste carrièremove met partner in crime Kamphues.

Kamphues & Doornbos' Grote Grand Prix Circus

“Het is eigenlijk per ongeluk gegaan”, vertelt Kamphues, die sinds 2015 de Formule 1-uitzendingen op Ziggo Sport presenteert, over het ontstaan van het theaterduo Kamphues & Doornbos. “Robert heeft nooit echt zin om in zijn eentje het land in te trekken en optredens te doen, dus hij vroeg mij een keer mee. ‘Het is in Woerden dus het is dichtbij en ze gaan jou nog even bellen over de beamer.’ Robert ging er dus vanuit dat hij ergens een toespraakje van drie kwartier moest houden, zoals hij dat wel vaker doet. Maar vervolgens werd ik gebeld door Theater De Klinker in Winschoten - het was niet in Woerden - om te vragen wanneer ze het lichtplan konden verwachten, hoe laat de truck met oplegger aankwam en of er ook een pauze was. Het ging dus helemaal niet om een congres maar om een avondvullend programma!”

“Ik belde Robert en vroeg hem wat hij zich nou weer op de hals had gehaald. ‘Dat is toch allemaal hetzelfde’, reageerde hij. Maar ik zei hem dat het nogal een verschil is of je een praatje op een congres houdt waar je als grote held wordt binnengehaald en of dat je een avond lang mensen moet vermaken die dertig euro voor een kaartje hebben betaald en een eerlijk verhaal verwachten!” Kamphues, die uit de theaterwereld komt, liep al langer rond met het idee om op de bühne iets met de Formule 1 te doen en besloot Doornbos uit de brand te helpen. “Vervolgens heb ik dat concept erbij gepakt dat ik al min of meer klaar had liggen, voor een Grand Prix Circus. Het idee was dat we om de beurt in het midden van een circuspiste gingen staan om ons verhaal te vertellen, en aan iedereen uit te leggen hoe het toch mogelijk is dat we niet allebei meervoudig wereldkampioen Formule 1 zijn geworden.” Lachend: “In mijn geval is het natuurlijk een erg kort verhaal.” Om daarna ook een kanttekening bij de prestaties van Doornbos te plaatsen: “Maar Robert heeft uiteindelijk ook maar elf GP's gereden!”

De voorstelling in Winschoten was een succes en smaakte naar meer. Zodoende zijn Kamphues en Doornbos van 10 januari tot en met 10 maart in theaters door heel Nederland te zien. Hebben beide heren na een lang Formule 1-seizoen dan nog niet genoeg van elkaar? Kamphues: “Nou, ik moet wel zeggen dat toen we elkaar alleen op vrijdag en zondag zagen, we doordeweeks nog wel eens een biertje deden. Maar daar komt het nu niet meer van!” Behalve voor het Formule 1 Café op vrijdagavond en de race op zondag treffen Kamphues en Doornbos elkaar tegenwoordig ook op zaterdag voor de kwalificatie en hebben zij daags na de Grand Prix het programma Crashen in de Keuken. “Zo gaat dat als je vrienden je collega’s worden. Dan ga je pas weer leuke dingen met elkaar doen als je niet meer met elkaar werkt."

Niet genoeg lef

Kamphues droomde er zelf ooit van om de nieuwe James Hunt of Niki Lauda te worden. “Ik begon op mijn achttiende met karten", vertelt de Ziggo Sport-presentator, wiens allergrootste held Mike Hailwood was. "Maar ik had er de spullen en toewijding niet voor om echt goed mee te kunnen doen. Ik werd eraf gereden door kleine jongens die wel echt talent hadden, waaronder ene Jos Verstappen. Ik had daar dus niets te zoeken en er kwam ook geen meisje naar me kijken”, aldus Kamphues, die daarna voor het cabaret koos. “Ik stond toen ook al op het toneel en daar kwam af en toe wel een meisje kijken dat naar me lachte. Dus ja, het kostte minder geld, ik leek er iets meer talent voor te hebben en ik had meer aanspraak, dus ben ik dat gaan doen. Toen Jos in de Formule 1 kwam, dacht ik echter bij mezelf: misschien was ik nog niet zo slecht, maar was hij vooral heel goed. Vervolgens ben ik het weer gaan proberen en ben ik in de Seat Ibiza Cup gaan rijden en daarna in de Volkswagen Endurance Cup.”

Vervolgens stapte Kamphues in de Seat Leon Eurocup, een avontuur waarover hij een tv-programma maakte met ‘Kamphues over de Kop’, een boek schreef getiteld 'De Inhaalrace' en een voorstelling maakte genaamd 'Sterke Verhalen'. “Ik moest een half jaartje wennen aan het rijden op slicks en de circuits, maar zat daarna nog steeds maar aan de staart van de top-tien. Ik was minstens een halve seconde langzamer dan Tim Coronel en die reed ook niet helemaal vooraan. Toen was mij wel duidelijk dat ik er niet ging komen, al zeiden Tom Coronel en Seat wel dat ik als een tweede jaar in die klasse zou doen, ik in de top-vijf zou kunnen meedoen. Maar dan moest ik wel met stoppen met dat ‘stomme tv-werk’. Ik besloot toen dat ik toch meer tv-presentator ben en gewoon net niet goed en toegewijd genoeg ben voor een carrière in de autosport. Bovenal heb ik niet genoeg lef. Ik vind Scheivlak en Bos Uit op Zandvoort en Ramshoek op het TT Circuit Assen eigenlijk best enge bochten."

Wakker liggen voor Le Mans

Eerder dit jaar ging er nog wel een racedroom in vervulling met de deelname aan de Road to Le Mans. “Dat was heel heftig”, vertelt Kamphues. “Ik had die droom eigenlijk al opgegeven maar die malle Frits van Eerd blies hem nieuw leven in. Het was een geweldig avontuur, maar ook een enorme sprong in het diepe. Als je zoals ik om de drie maanden of om het half jaar een keer in een raceauto zit, dan is zoiets eigenlijk niet te doen.” Tussen zijn werkzaamheden voor Ziggo Sport door probeerde Kamphues zich zo goed mogelijk voor te bereiden. “Ik heb heel hard lopen trainen. Ik ging drie keer in de week naar de sportschool en bracht elke week een halve dag in de simulator in Delft door met Rudy van Buren”, aldus Kamphues, die ondanks de steun van Van Eerd nog wel wat sponsorgeld bij elkaar moest zien te krijgen. “Dat was hilarisch, want ik moest een ton meenemen én alle schade zelf betalen, en was daarvoor een enorme sponsorjacht begonnen. Dat ging op zich prima, maar ik voelde me op een bepaald moment net een doorgeefluik. Het geld wat binnen kwam werd gelijk weer uitgegeven aan zaken als hotelkamers en vervoer voor mijzelf en mijn mensen. Dat ik ’s nachts soms wakker lag, was nog niet eens zozeer vanwege wat mij op de baan te wachten stond, maar meer door het gedoe eromheen!”

Zijn ronden over het Circuit de la Sarthe zal hij echter nooit vergeten. “Ik weet nog de eerste keer dat ik met ondergaande zon over het rechte stuk richting Mulsanne reed. Ik had een donker vizier op mijn helm gemonteerd en gooide die daar dicht tegen de zon. Toen bleek dat mijn vizier te donker was, waardoor ik helemaal niets meer zag! Maar ergens zit er een knik in de baan, dus je moet wel op tijd weten dat je daar bent. Maar het vizier zat echt dicht en ik kreeg het niet zo gauw weer open! Uiteindelijk kreeg ik het wel voor elkaar, maar ondertussen ben je wel een paar honderd meter verder. Dat zijn van die dingen die ík dan weer meemaak in een raceauto! Uiteindelijk zijn we zeventiende geworden in onze klasse en waren we het beste amateurkoppel; iedereen die voor ons was geëindigd had een pro-rijder erbij. Dus dat was eigenlijk best goed. Iedereen riep daarna ook dat ik volgend jaar weer mee moest doen en als ik het dan iets serieuzer zou nemen, ik wel in de top-tien kon eindigen, en dat ik naast een pro misschien zelfs in de buurt van het podium kon finishen, aangezien ik prima meekwam met de amateurs. Maar stiekem vind ik het helemaal niet zo erg dat Le Mans volgend jaar samenvalt met de Grand Prix van Canada en ik dat weekend geen vrij kan krijgen.”

Aan Robert zijn poten zagen

Zoals Le Mans een sprong in het diepe was voor Kamphues, zo neemt Doornbos een stap in het onbekende in het theater, al is de oud-coureur van Red Bull Racing en Minardi het al wel gewend om voor een zaal vol mensen te staan. Kamphues: “We hebben al een aantal keer samen op het toneel gestaan. Meestal onder congres-achtige omstandigheden maar inmiddels ook al een paar keer in het theater.” Volgens Kamphues is Doornbos een natuurtalent op het podium. “Hij is een goede spreker, heeft een goede timing en kan uitstekend een zaal vermaken. Maar dit wordt wel even wat anders hoor”, zegt Kamphues over het Grand Prix Circus. “Je staat voor een donkere zaal, ziet het publiek niet en moet stilstaan, want als je heen en weer gaat banjeren, loop je het licht uit.” Met een lach: “Wat ik in de autosport heb meegemaakt, gaat hij nu in het theater meemaken, namelijk dat je overal een halve seconde tekort komt!” Kamphues belooft dat hij Doornbos niet zal sparen tijdens de voorstelling. “Ik zal hem introduceren als de grote Robert Doornbos en zal hem zo groot mogelijk maken, en daarna ga ik aan zijn poten zagen. Dat doe ik tijdens het Formule 1 Café natuurlijk ook wel, maar nu nog veel harder. Het moet natuurlijk wel pijn doen, zo’n voorstelling.”

Kaarten voor Kamphues en Doornbos' Grote Grand Prix Circus zijn onder meer verkrijgbaar via De Nationale Theaterkassa.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Albon ‘moest opnieuw beginnen’ na overstap naar Red Bull
Volgend artikel Honda verliest geen tijd meer door herstelwerk

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland