Nostalgie

OTD in 2019: Racelegende Lauda overlijdt aan longfalen

Exact een jaar geleden verloor de Formule 1 een van de grootste karakters die het ooit heeft gehad. Niki Lauda was niet alleen een onverschrokken coureur die drie keer wereldkampioen werd en in 1976 de dood in de ogen keek, hij was ook een innemende man die zei waar het op stond. Journalist Ronald Vording schreef vorig jaar een in memoriam.

Niki Lauda, Ferrari 312T

Niki Lauda, Ferrari 312T

Sutton Images

Wie aan de Niki Lauda van de laatste levensjaren denkt, kan de beeltenis meteen uittekenen: een getekend gezicht, simpele trui en bovenal immer hetzelfde hoofddeksel. Het petje had alles met dé crash te maken, maar tekende Lauda ook zoals hij was. Een nuchtere Oostenrijker die ook in het decadente Formule 1-wereldje altijd zichzelf is gebleven. Een terugblik op een bewogen leven.

De jeugd: buitenbeetje in een rijke familie

Niki Lauda werd in Wenen geboren als telg uit een welvarend gezin. Een beroemde anekdote wil dat zijn familie weinig op had met autosport, maar dat de kleine Niki al snel verslaafd was. Zo ploegde hij eerst het landgoed van opa om met een Volkswagen Kever, om daarna zijn racecarrière tamelijk bescheiden te beginnen: met een Mini Cooper deelnemen aan zogenaamde 'Bergrennen'.

Zijn vervolgstap was in die tijd de meest logische: instappen in de Formule Vee, met formuleauto's gebaseerd op een Kever. Lauda zocht zijn heil tegelijkertijd in de 'sports cars' bij Porsche en Chevron, maar dat bleek een dood spoor. Hij schreef nog wel de 24 uur van de Nürburgring op zijn naam, maar verder belandde zijn carrière in een impasse. Al zou Lauda Lauda niet zijn als hij geen uitweg vond. Met een levensverzekering als dekking sloot hij een lening af waarmee hij zich kon inkopen bij het Formule 2-team van March.

De doorbraak: van pay-driver tot podiumklant

Lauda als loepzuivere pay-driver dus. Maar dan wel eentje met bakken talent. Het Formule 1-debuut liet niet lang op zich wachten. Het kwam tijdens de Oostenrijkse Grand Prix van 1971 om precies te zijn. March onderkende het talent en liet Lauda in 1971 en het daaropvolgende jaar in zowel de Formule 2 als Formule 1 rijden. Een denderend succes werden deze eerste jaren niet, maar dat zei meer over het materiaal dan over de coureur zelf.

De oplossing was simpel: nog maar een smak geld ertegenaan gooien. Lauda leende nog meer geld om zich in te kopen bij een betere formatie, bij BRM. Het bleek wederom een ongelukkige keuze te zijn: Lauda was snel, maar het team in verval. Hij kreeg slechts zelden een kans om zich bij het grote publiek in de kijker te rijden. Bij insiders lukte dit wel. Meer specifiek bij teamgenoot Clay Regazzoni. Toen de Zwitser in 1974 terugkeerde naar Ferrari en van Enzo de vraag kreeg wat hij van ene Lauda dacht, was één en één al snel twee. Of eigenlijk drie. Lauda toog naar de Scuderia en kreeg een contract aangeboden waarmee hij in één klap al z'n schulden kon afbetalen.

Waar alle vorige keuzes ongelukkig waren, stapte hij bij Ferrari precies op het juiste moment in. De Italiaanse trots was net aan een wederopstanding bezig. Lauda kon dus met Ferrari mee in de lift. Bij zijn Scuderia-debuut was het meteen bingo met een eerste podium, terwijl niet veel later - in Spanje en Nederland - zijn eerste F1-zeges zouden volgen. Lauda had nog niet de stabiliteit voor een titelstrijd, maar zijn naam was wel definitief gevestigd.

De titel en crash: niet voor één gat te vangen

De man uit Wenen bleek bovendien een snelle leerling. In zijn tweede seizoen met Ferrari zou de ultieme machtsgreep volgen. De Italianen leverden het benodigde strijdwapen en Lauda was rijp om de titel te pakken. Hij begon het seizoen moeizaam, maar was vanaf Monaco iedere race - op Silverstone na - op het podium te vinden. Het bleek ruimschoots voldoende om zijn naam in de annalen van de sport bij te schrijven. Lauda stond voorgoed als wereldkampioen in de boeken. Normaliter zijn allerlei bekers daar nog stille getuigen van, maar in huize Lauda niet. Niki gaf ze destijds weg aan de lokale garage in ruil voor de was- en onderhoudsbeurten van zijn auto's.

Het jaar daarna leek titel nummer twee in de maak. Sterker nog, met zeven achtereenvolgende podia was hij bezig aan een demonstratie van jewelste. Er stond simpelweg geen maat op. Niets of niemand leek hem te kunnen stoppen, al weten wij inmiddels beter. De woorden Nordschleife en brand spreken boekdelen. Technisch malheur leidde tot een zware crash in Bergwerk, waarna zijn auto vlam vatte en de regerend wereldkampioen levend dreigde te verbranden. Het is aan Arturo Merzario, Harald Ertl, Brett Lunger en Guy Edwards te danken dat Lauda het overleefde. Mannen die hun leven riskeerden voor een ander, nog altijd de definitie van een ware held.

Lauda kreeg die heldenstatus niet veel later zelf ook. Vriend en vijand verwachtten hem nooit meer in een F1-auto te zien, maar zes weken na de crash stond hij doodleuk weer aan de start voor de Italiaanse Grand Prix op Monza. Lauda was zwaar gehavend, maar de aard van het beestje was niet aangetast. Hij zou de titel van '76 - die naar zijn tegenpool James Hunt ging - op een punt missen, maar dat deed niets af aan de legende. De kat Lauda bleek over negen levens te beschikken en was mentaal ook niet voor één gat te vangen. Hij had zelfs de dood verslagen. Met zijn mentale en fysieke onverzettelijkheid werd hij een voorbeeld voor velen. Een voorbeeld dat de autosport oversteeg. Laat bij een willekeurige voorbijganger vandaag de naam Lauda vallen en grote kans dat dit verhaal bekend is. Het is veelzeggend.

Het intermezzo: zakenwereld lonkt, McLaren regelt comeback

Het jaar daarna ging Lauda eigenlijk vrolijk verder waar hij gebleven was, met zijn tweede wereldtitel tot gevolg. Het was meteen een passend afscheid van Ferrari, waar de onderlinge relaties bekoeld raakten. Brabham werd zijn nieuwe bestemming, al kreeg het woord 'bestemming' niet veel later een compleet andere lading. Lauda Air zag namelijk het levenslicht, met de naamgever ineens als volleerd zakenman. Hij was klaar met 'alleen maar rondjes rijden' en zocht een nieuwe uitdaging. Gezien de achtergrond van zijn familie niet eens zo'n gekke gedachte.

Lees ook:

Na twee seizoenen afwezigheid kroop het bloed toch weer waar het niet gaan kon. McLaren wist Lauda - weliswaar met een enorme zak geld - te verleiden tot een terugkeer. Titelsponsor Marlboro moest eerst nog zien of de oude meester het winnen niet verleerd was, maar ging overstag toen de 'comeback-kid' bij de derde Grand Prix van 1982 meteen toesloeg. Het bleek de opmaat naar meer, het laatste echte huzarenstukje van de Oostenrijker.

Dat kunstje volgde in 1984, het jaar waarin Alain Prost zijn nieuwe teamgenoot werd en McLaren de boel met de TAG-motoren (lees: Porsche) weer fatsoenlijk op de rit had. Ondanks dat Lauda eerst niet happig was op de komst van Prost, bleek het een onverslaanbare combinatie. Het duo domineerde de koningsklasse en haalde het beste in elkaar naar boven. Zo won Lauda voor het eerst zijn thuisrace in Spielberg en greep hij zijn derde wereldtitel. De cirkel was rond. Zijn laatste Formule 1-seizoen in 1985 was niet meer om over naar huis te schrijven, met veel technisch malheur en slechts één uitzondering. De Grand Prix van Nederland. Het publiek in de Noord-Hollandse duinen bleek getuige te zijn geweest van zijn allerlaatste F1-zege.

De legende: het icoon met zijn ongezouten mening

Na zijn actieve carrière stortte Lauda zich wederom op het zakenleven. Toch was de Formule 1 ook nog niet van hem af. Ferrari haalde hem in 1993 terug als adviseur, waarna hij halverwege het seizoen 2001 vuile handen durfde te maken als teambaas van Jaguar. Een doorslaand succes werd dat niet. Moederbedrijf Ford zette hem anderhalf jaar later aan de kant, maar het deed niets af aan zijn status. Zijn laatste staaltje werd bovendien wel een denderend succesverhaal. Als 'non-executive chairman' werd hij één van de vaste krachten achter de dominantie van Mercedes. De rechterhand van Toto Wolff en een klankbord voor alle coureurs, met Lewis Hamilton voorop.

Vele malen belangrijker dan al deze functies was zijn onveranderde karakter. Of het nou als analist bij RTL Duitsland was of als Mercedes-man, een interview met Lauda was altijd het luisteren waard. De Oostenrijker zat nooit om vlijmscherpe analyses verlegen en was bepaald niet bang om deze te delen met de buitenwereld. Gewoon een man die zei wat hij dacht. Een verademing voor iedere journalist en fan. Zoals Lauda dat voor bijzondere sportprestaties ook voortreffelijk deed, zeggen wij nog één keer: "Ich ziehe meine Kappe. Danke Niki.”

VIDEO: Niki Lauda neemt Lews Hamilton mee voor een ritje:

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel ‘Ook bij tien positieve coronatests kan GP probleemloos doorgaan’
Volgend artikel Alonso reageert op F1-geruchten: "Klaar voor een grote uitdaging"

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland