Horner: "Red Bull krijgt dezelfde motor als fabrieksteam Renault"

Na de vele felle discussies en het publiekelijk moddergooien in 2015 is de relatie tussen RBR en Renault afgelopen jaar enorm verbeterd. Dat komt mede door investeringen van beide partijen en een nauwere samenwerking tussen de fabrieken. Bovendien verbeterden de Fransen de krachtbron aanzienlijk, waardoor Red Bull-coureurs Max Verstappen en Daniel Ricciardo beslag konden leggen op twee overwinningen en de tweede plaats in de eindstand van het constructeurskampioenschap. Dat resulteerde in een verlenging van de deal tussen het team en de motorleverancier tot eind 2018.

Renault keerde in 2016 terug als fabrieksteam in de Formule 1. Na een moeizaam seizoen zal de Franse producent er alles aan doen om de komende jaren terug te keren aan de top. De kans is aanwezig dat Red Bull en Renault dan directe concurrenten worden. Toch heeft Horner de verzekering dat beide teams over gelijkwaardig materiaal beschikken: “We hebben de garantie gekregen dat er sprake zal zijn van absolute gelijkheid. De benchmark die wij zetten, is mooi voor hen om hun eigen prestaties aan af te meten”, legt de teambaas uit. “Zij bevinden zich in een opbouwfase. Op deze manier beschikken zij over een referentiepunt van waartoe hun motor in staat is.”

Horner stelt dat de problemen in 2015 als katalysator werkten voor een nieuwe periode van vooruitgang, wat moet leiden tot de beste motor van het veld: “Op motorengebied zijn er intern wat dingen veranderd. De moeilijkheden die we vorig jaar meemaakten, waren feitelijk de katalysator voor een positieve verandering. De winst daarvan begon zich dit jaar te vertalen op de baan. Zo lang deze lijn zich voortzet, zouden we hopelijk over twaalf maanden in een situatie moeten verkeren die overeenkomt met het V8-tijdperk: binnen een paar procent van de beste motor. En wat betreft hun eigen team: ik denk dat wij een geweldige benchmark voor hen vormen.”