Honda wil prestatieverschillen tussen circuits minimaliseren

In het eerste jaar van de samenwerking met het topteam uit Milton Keynes heeft Honda een grote stap gezet met de power unit. Max Verstappen zegevierde op de Red Bull Ring, Hockenheim en Interlagos en eindigde op de derde plaats in de WK-stand. Red Bull Racing en Verstappen hebben al meerdere malen de ambitie uitgesproken om in 2020 echt mee te doen om de hoofdprijs. Honda kan zich daarin vinden maar realiseert zich dat er nog wel een stap gezet moet worden, met name in de constantheid van de prestaties.

Op de vraag van Motorsport.com of Red Bull Racing en Honda erop moeten mikken om het seizoen 2020 met de tweede snelste bolide te beginnen, achter Mercedes, antwoordde Yamamoto: “Daarmee zijn we het eens. En om ervoor te zorgen dat dat werkelijkheid wordt, moeten wij als Honda een goede motor ontwikkelen. We zullen niet zeggen dat dit jaar ‘onstabiel’ was, maar we hadden voorkeuren voor bepaalde circuits. Dat hoort niet. We moeten tegen Max kunnen zeggen: ‘We zijn overal goed, elke race’. We moeten dezelfde soort motor afleveren en een goede ontwikkeling doormaken.”

Op bepaalde circuits leek Honda in 2019 de overhand te hebben ten opzichte van Mercedes. Het meest tekenende voorbeeld was de sprint naar de finish in Interlagos tussen Toro Rosso-rijder Pierre Gasly en wereldkampioen Lewis Hamilton. De Japanse fabrikant stelt echter aan het einde van het seizoen “nog steeds achter Ferrari en Mercedes” te staan.

Betrouwbaarheid van doorslaggevend belang

Toch ziet Yamamoto niet de duidelijke stap in vermogen als belangrijkste reden voor de opmars: “Wat we het team of Max dit jaar hebben gegeven ten opzichte van het verleden, is vermoedelijk de betrouwbaarheid van de power unit. Daardoor heeft hij meer tijd om de afstelling voor de kwalificatie te vinden. Hij hoeft zich niet druk te maken dat de motor kapot gaat. Hij kon meer tijd besteden aan het goed afstellen voor de kwalificatie en race. En ik denk dat dat met name de reden is dat Max betere resultaten boekte dan in 2018.”