Honda verliest geen tijd meer door herstelwerk

De Japanse fabrikant scoorde dit seizoen met de nieuwe partner Red Bull maar liefst drie overwinningen en twee pole-positions. Daarnaast viel er tijdens races geen van de wagens uit door motorfalen. Ondanks dat moet Honda nog altijd bewijzen dat het een seizoen zonder gridstraffen af kan werken. Red Bull pakte dit seizoen meermaals extra onderdelen om Honda zo de gelegenheid te geven om het pakket verder te verbeteren en zodoende de achterstand op Mercedes en Ferrari te verkleinen. De progressie die daarmee geboekt is heeft ervoor gezorgd dat Honda nu een belangrijke concurrent is geworden.

“We hebben geleerd wat de prioriteiten zijn voor een kwalificatie of het winnen van een race”, vertelde Honda’s technisch directeur Toyoharu Tanabe in gesprek met Motorsport.com. “We blijven ons in Sakura richten op bepaalde zaken die beter kunnen, maar we hebben veel geleerd. Aan de andere kant was de betrouwbaarheid nog niet goed genoeg dit seizoen, maar ten opzichte van vorig jaar was het een grote verbetering. Het betekent dat we aan positieve zaken kunnen werken en ons niet meer herstelwerkzaamheden bezig hoeven te houden. We hebben in het verleden veel zaken moeten herstellen. Nu kunnen we werken aan het verbeteren van de prestaties. Daarna kunnen we ook meer aan de details werken.”

De doelstellingen van Honda worden bepaald door de mensen op het circuit en de R&D-afdeling, maar ook in gesprek met de Red Bull-bazen en coureurs. Het concept wordt niet veranderd in 2020 omdat de reglementen ook hetzelfde blijven. Honda-chef Tanabe is blij dat Honda heeft laten zien dat het mee kan komen in de Formule 1. Op basis van de resultaten was het Honda’s beste F1-seizoen sinds de terugkeer. “We hebben verbetering laten zien, het was positief dit seizoen. Naast Red Bull heeft ook Toro Rosso dat laten zien”, vervolgde Tanabe. “Het was heel goed voor de mensen die werken aan dit project. Ik wil dit momentum meenemen naar volgend jaar. We moeten blijven pushen om de doelstellingen van volgend jaar te halen.”

Met medewerking van Scott Mitchell