Herinneringen aan de Dutch Grand Prix: Koen Vergeer
In de rubriek 'Herinneringen aan de Dutch Grand Prix' blikt Motorsport.com met bekende en minder bekende personen terug op eerdere edities van de Formule 1-race in Zandvoort. In het vijfde deel van deze serie: schrijver Koen Vergeer, die in de jaren zeventig meerdere keren naar Zandvoort trok om de F1 met eigen ogen in actie te zien.
Grand Prix van Nederland
Alle ontwikkelingen over de mogelijke Formule 1 Grand Prix van Nederland.
Koen Vergeer zit opgeruimd aan zijn eettafel in Bilthoven. De auteur van onder andere De Formule 1-fanaat, Le Mans en MaxMania heeft net het manuscript van een nieuw autosportboek bij zijn uitgeverij ingeleverd: Zandvoort, een kleine geschiedenis van de Grote Prijs van Nederland. "Je komt precies op het goede moment. Ook mijn eigen herinneringen aan Zandvoort komen in het boek aan de orde, dus ik zit er nog midden in." We duiken meteen de geschiedenis in.
Vergeer ontdekte de Formule 1 in 1973. "Ik was eerder ook wel geïnteresseerd in de Formule 1. Maar ik wist er heel weinig van. Het was ook niet iedere twee weken op de televisie. Toevallig zag ik een samenvatting van de Grand Prix van Monaco in Studio Sport. Daar hoorde ik Frans Henrichs, de Olav Mol van die tijd, zeggen dat de Formule 1 weer naar Zandvoort kwam, omdat het gerenoveerde circuit veilig genoeg was bevonden door de coureurs. Ik reageerde daar superenthousiast op, en mijn zus riep: 'Daar gaan we heen!'"
Zo gezegd, zo gedaan. Op 29 juli 1973 woonde Vergeer zijn eerste Formule 1-race bij. Op Zandvoort. "Mijn vader ging ook mee. We gingen met de trein, mijn vader kocht de kaartjes en wij het duin in. Mijn vader wilde graag naar de nieuwe Panoramabocht, daar had hij iets over gehoord. Maar we wisten echt heg noch steg, dus we verdwaalden gewoon! Toen we op een gegeven moment de baan weer zagen, besloten we daar maar te gaan staan. Op goed geluk vonden we een plekje op een duintop. Later bleek dat we vlak voor Tunnel Oost stonden, aan de binnenkant. Mijn vader stelde zijn filmcamera op. Je voelde de spanning al in de lucht hangen." Juist op die plek zou het later die dag verschrikkelijk misgaan.
Eerst was het tijd voor de warm-up, die traditioneel op zondagochtend werd verreden. "In de verte hoorde ik hoe de motoren werden gestart. Dat lawaai, zoiets had ik nog nooit gehoord! Ik hoorde de wagens de pits uit rijden en door de duinen gaan. Het geluid kwam steeds dichterbij en ineens schoten ze voor me langs. Overweldigend was dat", vertelt Vergeer vol passie. "Ik herinner me ook dat de wagens heel erg schudden. Je zag de auto's werken en de mannetjes erin op en neer hobbelen. Ik wist eerst nog niet wie wie was, maar op een gegeven moment haalde ik de favorieten er wel uit en wist ik dat Ronnie Peterson, Jackie Stewart en François Cevert daar reden. Als er iemand voorbij kwam, keek ik snel in het programmaboekje om te zien wie het was. Ik vond vooral de Shadows erg mooi, waarmee Jackie Oliver en George Follmer reden." Na de warm-up keerde de rust terug in de duinen. "Er was nog een toerwagenrace, maar die vond ik niet zo interessant. Ik wilde Formule 1-auto's zien!"
De start van de Grand Prix was voor de jonge Vergeer eveneens een fantastische ervaring. "Ineens kwamen ze allemaal tegelijk langs en ook nog eens volle bak. Het was een tsunami van energie, kleur en geluid", omschrijft Vergeer het aanstormende Formule 1-geweld. "Zo kwam de hele meute door de duinen aan gezeild. Het geluid ging door mijn hele lijf, het trilde door de grond. De eerste drie auto's kon ik nog herkennen, maar daarna was het een zee van kleur die voor me langs schoot. Daar stond ik dan als elfjarig jongetje. Ik wist niet wat ik meemaakte..." Tot aan de achtste ronde. "Ik was naar het hek gelopen om alles nog wat beter te kunnen zien, terwijl mijn vader met mijn zus op de duintop bleef staan. Ik keek naar de langsrazende auto's en ineens hoorde ik een klap. Een heel doffe dreun. Het volgende moment vloog er een auto door de lucht, voor mijn hoofd langs. Ik keek recht in de cockpit. De auto maakte een soort schroefduik. Het ging allemaal heel snel. Buiten mijn zicht hoorde ik hem te pletter slaan op het asfalt."
Het bleek om de Brit Roger Williamson te gaan, wiens March ondersteboven op de baan belandde. "Vanaf waar wij stonden, waren het wrak en de brand niet te zien, doordat er allemaal struiken voor stonden. Gelukkig maar. Verstijfd van de schrik liep ik gauw naar mijn vader terug naar boven. We zagen rook boven de bladeren uitkomen en daarna ook vlammen. Je wist gewoon: dit is niet goed. Er hing een soort paniek over de baan. De raceauto's bleven maar door razen, je had geen idee wat er zich precies afspeelde. Zo had ik niet meegekregen dat David Purley was gestopt om Williamson te redden, wat hem niet lukte. Na een tijdje kwam er met veel lawaai een grote brandweerauto aangereden. Het had iets van een vliegtuigcrash, of een oorlogsscene. Het vuur werd daarna snel gedoofd en gek genoeg ging je weer naar de race kijken. Maar de lol was eraf. Het weer was ook omgeslagen. Echt waar. Eerst was het nog zonnig, maar na het ongeluk ging het waaien en werd het koud."
Vergeer zag Stewart, die hij later nog eens mocht interviewen, de wedstrijd op Zandvoort winnen. "Ronnie Peterson lag op kop en Jackie Stewart en François Cevert joegen achter hem aan. Op een bepaald moment liepen ze zienderogen in en zo werd het eigenlijk nog een spannende race." Peterson viel vlak voor het einde uit met een motorprobleem en Stewart ging met de zege aan de haal. De feestelijke stemming die eerder nog op het circuit heerste, was na de race nergens meer te bekennen. "Na de race praatte de circuitomroeper wel verder, maar voor de rest was het doodstil. Als ik daaraan terugdenk, krijg ik nog kippenvel. Zo indrukwekkend. Iedereen wist het: dit was foute boel. We liepen omlaag over een paadje naar Tunnel Oost om van het circuit af te gaan en kwamen zodoende langs de plek waar het ongeluk was gebeurd. Het blusschuim hing nog in de struiken. Je wist dat het zich daarboven had afgespeeld en voelde gewoon dat het fataal was afgelopen. Maar dat dat echt zo was, wisten we op dat moment nog niet. Pas thuis riep er iemand: 'Er is er weer een dood hè?' Toen wisten we het zeker."
"Ik wist op dat moment helemaal niet wie Roger Williamson was", geeft Vergeer toe. "Het was ook nog maar zijn tweede race. Je moest echt een insider zijn om te weten wie hij was." Niettemin maakte de dood van Williamson veel indruk op de elfjarige Vergeer. "Iedere keer als er een Formule 1-coureur verongelukte, viel er een soort verdoving over me heen. Maar die eerste keer duurde het maanden, omdat ik het van zo dichtbij had meegemaakt. Ik leefde wel door, maar het bleef op een bepaalde manier in me zitten. Die avond van de race viel ik huilend in de armen van mijn moeder en zei ik tegen haar: 'Ik moet steeds aan die coureur denken.'"
Desondanks bleef Vergeer na deze tragische gebeurtenis de Formule 1 volgen. "Voor het ongeluk had ik het circus natuurlijk nog vrolijk rond zien rijden. De sport had me echt wel gegrepen." Het duurde alleen wel even voordat hij weer plezier kreeg in het kijken naar de races. "De omslag kwam in maart, toen Jacky Ickx de Race of Champions won op Brands Hatch. Opnieuw toevallig te zien in Studio Sport. Ickx was mijn grote held en die versloeg daar even Niki Lauda in de regen. Daarna was die numbness voorbij. Ik beschouw het achteraf ook als een soort levensles: het leven gaat door." Het was niet de laatste keer dat Vergeer zou rouwen om een Formule 1-coureur. Het gebeurde in die periode bijna elk seizoen dat een rijder het leven liet. "Het waren ook altijd net degenen die je leuk vond. Peter Revson, François Cevert, Tom Pryce. Dat waren mijn helden en ze gingen er allemaal aan. Vanuit nu bekeken is het gewoon onvoorstelbaar. Het was een harde tijd. Het maakte echter ook deel uit van de thrill van de sport. Je wilde het niet en je was er telkens weer kapot van, maar ergens hoorde het erbij."
Een toegangsbewijs voor de GP van Nederland in het plakboek van Koen Vergeer.
In 1974 kon Vergeer niet naar de Grand Prix omdat hij met het gezin mee moest op vakantie. "Maar in 1975 was ik er weer bij en ging ik alle dagen. Ik was dertien en hoefde niet langer samen met mijn vader. Ik wist de weg. Thuis werd er meer voetbal gekeken, de autosport was echt mijn ding", aldus Vergeer, die bij zijn tweede bezoek al veel meer van de Formule 1 afwist. "Ik volgde de sport inmiddels twee jaar en in multomappen schreef ik mijn eigen raceverslagen. Dan keek ik op maandag in de krant wat er over de race geschreven was en dat vond ik natuurlijk onder de maat. Dus dan knipte ik de foto uit, schreef ik mijn eigen verslag en plakte ik de foto van de krant erbij. De races waren inmiddels ook vaker op tv. Ik zat altijd met pen en papier klaar om elke tien ronden de tussenstand op te schrijven zodat ik die in mijn raceverslag kon opnemen. Dat vond ik namelijk wel cool, al die namen achter elkaar. Lauda, Regazzoni, Fittipaldi, Hunt, Peterson, Depailler, Scheckter… Eigenlijk was ik toen al schrijver."
Vergeer heeft de multomappen nog steeds. Ze zijn speciaal voor het interview van zolder gehaald en liggen opengespreid op tafel. Naast het wedstrijdverslag van de Nederlandse Grand Prix van '75 zijn de toegangskaartjes geplakt. Voor de racedag betaalde Vergeer zes gulden voor een kinderkaartje, al was hij op dat moment stiekem al ouder dan twaalf. "Goed hè? Ik ging op vrijdag eerst op de tribune kijken, wat in die tijd mocht met een kaartje voor het duingebied, en daarna ben ik ergens in de duinen gaan staan." Vergeer nam ook een kijkje in de pits. "Ik wist inmiddels wie wie was. Carlos Reutemann, Carlos Pace, Niki Lauda, Clay Regazzoni. Ik heb ze allemaal in het echt gezien. Naar James Hunt heb ik nog gezwaaid. Er stonden twee Engelsen naast me die 'James, James' riepen. En James, die op de vangrail met Pace zat te kletsen, draaide zich om en zwaaide even, waarna ik samen met die Engelsen terug zwaaide."
Op de racedag regende het. "Dat was minder leuk. Ik was ook niet goed voorbereid, dus daar stond ik dan in de duinen in de regen. Drijfnat. Ik stond voor de race bij het uitkomen van de Panoramabocht, aan de buitenkant. Ik weet niet meer hoe ik daar terecht was gekomen, maar waarschijnlijk heb ik weer lopen dwalen." Op een gegeven moment hield het op met regenen, droogde het asfalt en gingen er coureurs naar binnen voor een pitstop. "In die tijd had je geen schermen langs de baan, dus je had geen idee wat er gebeurde in de wedstrijd. Ik wist door de pitstops even niet meer wie er aan de leiding lag en het duurde wel een rondje of tien voordat ik doorhad dat Hunt op kop ging. Na Hunt was er even niets en vervolgens kwamen Jean-Pierre Jarier en Niki Lauda voorbij. Zij lagen dus tweede en derde."
Het duel tussen Jarier en Lauda staat Vergeer nog helder op het netvlies. "Dat is een van de mooiste gevechten die ik op Zandvoort heb gezien. Jarier was een echte boenderaar. Hij was van het gooi- en smijtwerk. En de Schaduw DN5, waarmee hij reed, vond ik de mooiste auto ever. Hoe hij iedere keer de Panoramabocht uit kwam zeilen, was geweldig. Met de achterwielen over de kerbs en soms helemaal naast de baan. Lauda reed ondertussen keurig achter hem aan en joeg hem natuurlijk een beetje op." Jarier vloog uiteindelijk met een klapband van de baan. "Nadat Jarier zichzelf had uitgeschakeld, reed Lauda op Hunt af, wat nog heel spannend werd. De Engelse fans om mij heen stonden allemaal tegen het hek te drukken. Elke ronde ging het hekwerk weer tien centimeter verder naar voren. Maar Lauda kreeg Hunt niet te pakken. Dat was een heel bijzondere overwinning." Het was de eerste zege van Hunt en de enige voor het team van Hesketh.
De start van de race van '75, getekend door de 13-jarige Vergeer.
In de drie jaren daarna ging Vergeer alleen naar de trainingen. "Dan kon ik in de Pitlane, zoals de toegangsweg naar het circuit werd genoemd, inslaan wat ik wilde. Er stonden daar kraampjes opgesteld met foto's, modelauto's en boeken. Die spullen kon je in Nederland verder nergens krijgen. Ik wist tenminste niet waar. Ik spaarde mijn zakgeld een jaar lang op om het daar uit te kunnen geven en de race keek ik dan wel op televisie." De prijs van een toegangskaartje steeg in die jaren ook snel. Vergeer: "Ik weet nog dat het op een bepaald moment honderd gulden kostte en dat zou meteen mijn hele budget geweest zijn."
Na het dodelijke ongeval van Peterson in de Italiaanse Grand Prix van '78 was de liefde voor de Formule 1 even voorbij. "Toen vond ik het genoeg geweest en heb ik me een tijdlang van de sport afgekeerd. Ik was inmiddels een echte puber en ontdekte dat er ook nog andere dingen waren in de wereld, zoals geestverruimende muziek en meisjes, die helemaal niets met racen hadden. Ik bleef de Formule 1 wel vanuit een ooghoek volgen, maar was niet meer zo fanatiek en schreef er ook niet meer over. Mijn laatste bijdrage in de multomap dateert van '79. Ik ben daarna dus ook niet meer naar de Formule 1 op Zandvoort gegaan, waar ik nu natuurlijk enorm veel spijt van heb!"
Terug naar Zandvoort
Vergeer gaat dit jaar met zijn 22-jarige dochter naar de Formule 1 op Zandvoort. "Karun Chandhok zegt het heel fijn te vinden dat de Formule 1 terug is op Zandvoort is omdat je er generaties mee vooruit kan. En dat is ook echt zo. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik er in de jaren zeventig bij was. Dat ik mannen als Stewart, Cevert, Ickx, Lauda en Regazzoni heb zien racen. Die ervaring draag je je leven lang met je mee." Vergeer kijkt er dan ook naar uit om de Formule 1 weer op Zandvoort aan het werk te zien. "Ik ben wel bij andere Formule 1-races geweest, maar dit wordt wel heel bijzonder, omdat het aansluit bij mijn belevenissen van vroeger." Dat hij samen met zijn dochter gaat, maakt het natuurlijk extra speciaal. Vergeer: "De geschiedenis herhaalt zich een beetje."
Net als alle Nederlandse Formule 1-fans hoopt Vergeer dat Max Verstappen op Zandvoort voor de zege mee kan doen. "Het hangt er vanaf of het hele pakket Red Bull-Honda net iets sneller is dan vorig jaar. Aan Max zal het niet liggen", zegt Vergeer. Of Verstappen rijp genoeg is voor een titelstrijd, durft hij niet te zeggen. "Het wordt spannend om te zien of Max koel genoeg blijft als hij echt kans gaat maken op de titel. Dat is nog wel een dingetje. Om diezelfde reden zie ik Charles Leclerc dit jaar niet meedoen om de titel. Die blijft dat zeker nog niet. Hij loopt in dat opzicht nog een paar jaar achter op Max. Maar als het pakket goed genoeg is, zie ik Max de strijd wel aangaan met Lewis Hamilton. En ik hoop dat we dat ook op Zandvoort gaan zien. Als we op de eerste plaats maar een geweldige race krijgen, maar als Max wint, is dat natuurlijk helemaal mooi."
Menigeen vreest ervoor dat de Nederlandse Grand Prix uitdraait op een saaie optocht. Vergeer: "Dat vind ik erg pessimistisch. Je kan zeggen dat Zandvoort een moeilijke baan is om in te halen, maar dan denk ik bij mezelf: we hebben Max toch? Bovendien: echte kampioenen halen gewoon in. Of het nou wel of niet kan. Zandvoort heeft de Tarzanbocht en reken maar dat daar wat gaat gebeuren. Die bocht is altijd goed voor spektakel. Ik zie James Hunt en Mario Andretti daar nog met elkaar in de clinch raken. En de banking in de Arie Luyendykbocht is natuurlijk ook hartstikke gaaf. Of het gaat werken en er daadwerkelijk beter kan worden ingehaald op het rechte stuk, is afwachten, maar om de auto's door een kombocht te zien gaan, is sowieso al mooi. En het kan natuurlijk ook nog altijd gaan regenen. Dat doet het immers vaak genoeg in Nederland."
Koen Vergeer in de Tyrrell van Cevert.
In maart komt het nieuwe boek van Vergeer uit: Zandvoort, een kleine geschiedenis van de Grote Prijs van Nederland. "Het is een overzicht in vogelvlucht van alle Nederlandse Grands Prix die er zijn geweest. Maar het boek neemt ook je mee in de ontwikkeling van de wagens en het soort coureurs dat door de jaren heen in de Formule 1 rijdt. In de jaren vijftig moesten coureurs bijvoorbeeld echte mannetjesputters zijn. Mannen met ervaring en spierballen. Dat is een heel ander type dan je nu ziet." Volgens Vergeer paste de Formule 1 in de jaren zestig nog het beste op Zandvoort, qua formaat. "Het was in die tijd nog een soort club racing, dus je had ook geen mooie pits nodig. De auto's stonden 's nachts in garages in het dorp en reden 's ochtends door de straten naar het circuit." Er staat ook een passage in het boek over Graham Hill die op een zaterdagavond in de zee gaat zwemmen. "Stel je voor dat Sebastian Vettel tijdens het raceweekend naar het strand gaat! Dan heb je meteen een media-event! Helemaal wanneer hij net als Hill ook nog eens in zijn blote kont gaat zwemmen."
In de jaren zeventig wordt de Formule 1 eigenlijk te gevaarlijk voor Zandvoort. "Het gaat te snel. Als er iemand afgaat, is het meteen brand en ellende. Al was het wel de mooiste periode als het gaat om hoe de auto's eruit zagen", stelt Vergeer. "In de jaren tachtig was het gewoon voortdurend crisis op Zandvoort. Het circuit zat met een enorme schuldenberg. Iedere keer streek Bernie Ecclestone over zijn hart, of waar hij ook maar zijn portemonnee heeft zitten, als hij zei: 'We doen nog een jaartje.'" Na 1985 was de koek op. "De Zandvoorters wilden het nog wel, zij verdienden er natuurlijk aan. Maar in de jaren tachtig leefde de Formule 1 voor geen meter meer in Nederland, dus buiten Zandvoort was iedereen er tegen. Het werd gezien als een sport voor bedriegers, jakkeraars en roekelozen die hun benen en enkels aan gort reden. Een circus vol vuur en dood dat alleen maar handenvol geld kostte. Er was geen draagvlak meer. Maar dat heeft Max allemaal rechtgebreid."
Het boek Zandvoort, een kleine geschiedenis van de Grote Prijs van Nederland van Koen Vergeer is te reserveren op de website van uitgeverij Atlas Contact.
Zandvoort, een kleine geschiedenis van de Grote Prijs van Nederland.
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Beste reacties
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.