Hamilton had nederlaag kunnen voorkomen

Polesitter Hamilton bouwde in de eerste fase van de race een gezonde voorsprong op ten opzichte van achtervolger Kimi Raikkonen. Nadat beide mannen hun pitstop gemaakt hadden, kreeg Ferrari-coureur Sebastian Vettel de leiding in handen. De Duitser koos voor een andere tactiek en besloot langer door te rijden. Dat pakte goed uit toen de Virtual Safety Car werd ingezet door de stilgevallen Romain Grosjean. Hamilton kon niet op volle snelheid doorrijden en zag daardoor de leiding verloren gaan, tot onbegrip en frustratie van Mercedes.

“Het team begrijpt het nog steeds niet volledig, dus ze konden me geen exacte verklaring geven waarom het gelopen is zoals het is gelopen”, zei Hamilton. “Ik kan daardoor ook niet echt zeggen welk gevoel het me bezorgt. In de race had ik extra middelen beschikbaar, ik had bij de pitstop een grotere voorsprong kunnen hebben. Er waren vele goede dingen die we hadden kunnen doen maar als iemand je vertelt iets te doen, je denkt alles precies volgens het boekje en binnen de limieten te doen, dan is er niets meer dat je kunt veranderen.”

Mercedes Motorsport-baas Toto Wolff gaf toe dat Hamilton nog meer achter de hand had. Op de vraag of de Brit het gat groter had kunnen maken, antwoordde de Oostenrijker: “Ja, ik denk dat we daartoe in staat waren geweest. Lewis wist dat hij op die set banden tot de finish door moest rijden. Hij reed op target maar hij had het gat kunnen opbouwen.”

Hamilton blijft positief

De regerend wereldkampioen baalt logischerwijs van het eindresultaat, maar wil niet direct negatief worden na zijn sterke weekend: “Ik had graag gezien dat ik meer in eigen hand zou hebben, want voor mijn gevoel presteer ik op de toppen van mijn kunnen. Iedereen in het team voelt het, we kunnen zoveel positieve punten meenemen. We werden nog gewoon tweede. Het voelt als een donkere wolk maar het is een positief resultaat. We hebben een geweldige auto, we zijn regerend wereldkampioen en met een paar aanpassingen kunnen we de volgende race winnen. Dat geloof ik echt.”