Haas moet wennen aan competitie met ‘grote jongens’

Met elf punten, allemaal behaald door Kevin Magnussen, bezet Haas de achtste plaats bij de constructeurs. In de eerste vier Grands Prix had er echter veel meer ingezeten voor de equipe, met name in Australië. In Melbourne stevenden Magnussen en Romain Grosjean af op de vierde en vijfde plaats, maar beide coureurs vielen uit als gevolg van een mislukte pitstop. “Op dit moment kunnen we het niet samen krijgen”, aldus Steiner.

“We doen het heel goed, maar we missen één ding. Dat is misschien wat we nu leren en ook moeten leren, dat we met de grote jongens meedoen. We zitten namelijk pas in ons derde seizoen. Dat is geen excuus, maar gewoon de realiteit”, vervolgt Steiner. “Ik denk dat we iets scherper moeten worden. Of misschien niet scherper, want volgens mij zijn we wel scherp. We moeten het gewoon samen krijgen. Als dat één keer lukt, dan zullen we stralen.” 

Eerder sprak Grosjean al woorden van gelijke strekking. “Het is onze eerste keer in een competitie met de grote mannen en voor elk foutje krijg je de rekening gepresenteerd”, zei de Fransman. “Het team heeft een auto geproduceerd die qua snelheid waarschijnlijk de vierde van de grid is. Misschien niet in Baku, maar wel in het algemeen. Het team moet er nu aan wennen dat het meedoet in een grote competitie. Pas op dit niveau realiseer je je welke kleine dingen je mist. Met de geringe ervaring die we hebben en het gegeven dat dit onze eerste keer op dit niveau is, is het normaal dat we wat dingen missen. Daar werken we nu aan.”

Grosjean leek daarbij vooral op het team te doelen, maar Magnussen en hij maakten in Baku ook geen goede indruk. Magnussen werd laatste na een botsing met Pierre Gasly in de slotfase, waarvoor hij werd bestraft. Grosjean crashte achter de Safety Car terwijl hij in zesde positie reed. Of de woorden van Grosjean nu vooral voor de coureurs gelden, antwoordde Steiner desgevraagd door Motorsport.com: “Onze line-up bestaat uit grote jongens. De crash van Grosjean verwacht je echter van niemand in de Formule 1”.

“Over het algemeen benutten we niet de potentie van de auto om punten te pakken”, legde Steiner de vinger op de zere plek. “We hadden erbij moeten staan. Iedereen ziet dat, want de wagen presteert uitstekend. In de race [in Baku] vertrokken we als laatste [met Grosjean], maar werkten we ons op tot P8, achter [Sergio] Perez. Dat was op basis van snelheid, want iedereen had één pitstop gemaakt. Daarna kwam de Safety Car en lagen we ineens zesde, maar uiteindelijk gaan we met niets naar huis.”

Met medewerking van Valentin Khorounzhiy