Steiner: Simulatorproblemen hinderen Haas tijdens GP-weekenden

De voornaamste oorzaken van het tegenvallende seizoen zijn helder: een chronisch probleem met de nieuwe Pirelli-banden, een dramatische racepace en als klap op de vuurpijl twee coureurs die elkaar geregeld in de wielen rijden. Deze elementen vertellen natuurlijk het leeuwendeel van het verhaal, maar er is meer. Zo vertelde Pietro Fittipaldi, inderdaad de kleinzoon van voormalig wereldkampioen Emerson en simulatorcoureur bij Haas, in Assen al aan Motorsport.com dat de simulator nog een achilleshiel van het Amerikaanse F1-team is.

"Wij ontwikkelen nog steeds een eigen simulator met Dallara. Die is nog niet zover ontwikkeld dat we er ook echt één-op-één op kunnen vertrouwen", bevestigt hij tegenover Motorsport.com. "We zijn dit jaar begonnen met het ontwikkelen van een eigen simulator, voor die tijd gebruikten we ook de simulator van Ferrari in Maranello. We testen daarmee natuurlijk wel dingen, maar ik kan niet zeggen dat het team al honderd procent op de [nieuwe] simulator vertrouwt."

Lees ook:

Pietro Fittipaldi mikt op F1-zitje in 2020 bij het geplaagde Haas

Het lijkt een nadeel voor de doorontwikkeling van de auto, maar volgens teambaas Guenther Steiner ligt het voornaamste nadeel op een ander vlak. "Het gaat meer om de raceweekenden zelf, op de vrijdagen. We kunnen dan [na de trainingen] niemand in de simulator zetten om stappen te maken richting de zaterdagochtend. Ik hoop dat het over drie à vier races is opgelost en dat we dan wel dingen kunnen ontwikkelen tijdens het raceweekend", reageert Steiner op de vraag van Motorsport.com.

Op de logische vervolgvraag - of de simulator momenteel dan een handicap voor Haas vormt - komt de kleurrijke teambaas met een eerlijk antwoord. "Absoluut. Het is bepaald geen voordeel om op vrijdagavond niet de simulator in te kunnen zetten. De grote teams grijpen dan allemaal naar de simulator en lossen dingen op voor zaterdagochtend." Steiner verduidelijkt dat het probleem bij Haas een combinatie van hardware en software betreft, maar dat die laatste categorie verreweg de meeste tijd vergt. "Het gaat erom dat de software-programma's zoveel mogelijk reageren als onze echte auto. Daar gaat veel tijd in zitten. Maar Pietro heeft ook al testwerk in de auto gedaan, dus hij kan steeds heen en weer gaan tussen beide elementen", wijst Steiner bovenal op een gat tussen realiteit en simulatie.