Haas hoopt 'voor Singapore' tweede rijder aan te kondigen

Steiner heeft na het wegvallen van Esteban Ocon - die een deal heeft gesloten met het Renault F1 Team - realistisch gezien de keuze uit twee rijders. Eerder werd al duidelijk dat men bij Haas niet zit te wachten op een promovendus uit bijvoorbeeld de Formule 2. De teambaas verklaarde voor de Italiaanse Grand Prix nog dat hij en teameigenaar Gene Haas geen voorkeur naar elkaar uitgesproken hadden, maar dit is na het raceweekend in Monza veranderd. "We hopen de tweede coureur volgende week te presenteren", zegt Steiner in gesprek met Formule 1-podcast Starting Grid. "Het gaat tussen Nico en Romain. We hebben de definitieve beslissing nog niet genomen, maar dat zal niet lang meer duren."

Steiner zei geen haast te hebben met het nemen van een snelle beslissing, maar feit is dat het bekend zal worden zodra men een akkoord bereikt. Het team weet goed wat Grosjean kan met de huidige auto en heeft zijn prestaties ook afgezet tegen die van Magnussen, maar Hülkenberg zou een geldbedrag mee moeten nemen om het zitje bij de renstal te bemachtigen. Hoewel Steiner niet in detail wilde treden over de situatie met Hülkenberg, zei hij wel: "Het gaat niet alleen maar over financiën en de prestaties tijdens de meest recente races. Voor ons is het belangrijker hoe het team ermee omgaat: 'Wat hebben we bereikt en wat willen we nog bereiken'. Nico is een goede coureur en een goed mens. Romain heeft zijn goede dagen, maar soms heeft hij ook slechtere dagen, dat is een probleem."

Buiten Grosjean en Hülkenberg heeft Steiner geen concrete gesprekken gevoerd met andere coureurs, hoewel die wel interesse toonden in het zitje. Zo passeerde Formule E-coureur en Ferrari-ontwikkelingsrijder Pascal Wehrlein de revue, onthulde Steiner: "Hij was een paar races geleden op het circuit en kwam me opzoeken om te kijken of er mogelijkheden waren. Ik heb hem teleur moeten stellen. Hij is al twee jaar weg uit de Formule 1. We willen iemand met veel ervaring die al heel lang in de F1 actief is."

Met medewerking van Christian Nimmervoll