Tost dient critici van repliek: "Hebben huiswerk niet goed gedaan"

Door de huidige reglementen zijn nauwe samenwerkingen tussen verschillende Formule 1-teams mogelijk. Formaties hoeven niet meer alle onderdelen zelf te maken, waardoor het fenomeen 'B-team' tegenwoordig een grote rol speelt. Zo is de alliantie Red Bull Racing-Toro Rosso duidelijk en probeert Ferrari garen te spinnen bij Haas en Alfa Romeo. Anderzijds profiteren de 'kleinere broeders' natuurlijk ook van de onderlinge samenwerking.

Het is traditionele, zelfstandige teams als Renault, McLaren en Williams een doorn in het oog, al hebben zij volgens Tost geen recht van spreken. "Als een constructeur klaagt over het feit dat kleinere teams sneller zijn, dan betekent dat simpelweg dat zij hun huiswerk zelf niet goed hebben gedaan", countert Tost. "Bij Toro Rosso racen we met een versnellingsbak van vorig jaar, de achterwielophanging van vorig jaar en ook nog wat oude onderdelen van de voorwielophanging. De enige reden dat Toro Rosso zo competitief is, schuilt in de fantastische krachtbron van Honda."

Haas-teambaas Guenther Steiner - wiens formatie als Ferrari-partner ook veel kritiek te verduren krijgt - voegt daar bovendien aan toe dat de criticasters het model zelf ook kunnen overnemen. "Red Bull, Toro Rosso, Ferrari en Haas hebben dit model niet ontwikkeld. Het bestond al en wij hebben daar gewoon gebruik van gemaakt. Dat kunnen zij natuurlijk ook doen." Steiner is het bovendien roerend eens met de opmerking van Tost dat Williams en McLaren de hand in eigen boezem moeten steken.

"Als je niet presteert dan ligt het probleem bij jezelf. Dan moet je geen kritiek leveren op anderen en afbreuk doen aan hun prestaties." Bovendien snapt de Italiaan niet wat zijn criticasters nou precies willen bereiken. "Als je ons zou aanpakken, dan maak je de verschillen alleen maar groter. Dan krijg je niet twee verschillende niveaus, maar zelfs drie: eerst de goede fabrieksteams, dan de slechte en dan komen wij helemaal onderaan. Wat schiet de sport daar nou mee op?", sluit hij af met een retorische vraag.