Formule 1 gaat mogelijk naar drie motoren per seizoen in 2018

Nu heeft een coureur nog vier motoren tot zijn beschikking voor het hele seizoen. Dat aantal kan naar vijf worden opgeschroefd als er nog een race op de Formule 1-kalender bijkomt. De motorleveranciers hebben echter met de FIA afgesproken dat een team voor twaalf miljoen euro per seizoen een motor moet kunnen krijgen. Daarvoor moeten de kosten verder omlaag, iets wat volgens hen bereikt kan worden door minder motoren per Formule 1-seizoen toe te staan.

Het voorstel van de motorfabrikanten zal later deze maand worden behandeld door de Strategy Group en de F1 Commission. De vraag is of zij hiermee akkoord gaan, aangezien de motorleveranciers gevraagd was om met een pakket maatregelen te komen waardoor de kosten in 2017 al fors omlaag zouden gaan. In ruil daarvoor toonde de FIA zich bereid een streep te zetten door de plannen om een betaalbare, onafhankelijke motor in de Formule 1 te introduceren.

Mercedes optimistisch

Mercedes-teambaas Toto Wolff hoopt dat het voorstel van de fabrikanten wordt geaccepteerd. “We hebben nog twee weken voor de F1 Commission en de Strategy Group weer bij elkaar komen en we iets moeten presteren”, zegt de Oostenrijker. “Wat betreft de motoren, zijn we zo goed als klaar. We hebben een akkoord bereikt dat nu moet worden goedgekeurd door alle partijen. Er zitten in dit voorstel veel voordelen voor de meeste teams. Ik heb goede hoop dat dit erdoor komt.”

Volgens Ferrari-president Sergio Marchionne zijn de bedragen die aan de ontwikkeling van de motor worden uitgegeven zich op dit moment aan het stabiliseren, waardoor het kostentechnisch in elk geval zou helpen om de huidige motor nog even te houden. “De kosten hebben zich nu gestabiliseerd”, vertelt hij. “De volgende stap is om de kosten te verlagen. Als we niet elk seizoen de mogelijkheid krijgen om de motor te vernieuwen, dan kan het budget hiervoor naar beneden.”

Red Bull tegen

Hoewel de fabrikanten voorstander zijn van het voorstel, is niet iedereen ervan overtuigd dat dit plan zal werken. “Jean Todt heeft vier criteria gesteld waaraan de motorfabrikanten moeten voldoen”, laat Red Bull-teambaas Christian Horner weten. “Ze moeten de prijs voor een motor omlaag brengen naar twaalf miljoen per jaar, ervoor zorgen dat alle teams een motor kunnen krijgen, het verschil in vermogen verkleinen tot plus of min twee procent en de problemen met het geluid oplossen. Aan al die vier punten hebben ze tot op heden nog niet voldaan met hun plannen.”

“Het wordt volgens mij dus een interessante discussie bij de volgende vergaderingen van de Strategy Group en de F1 Commission over wat de volgende stappen van de FIA en de promotors moeten zijn. Ik denk dat ze moeten nadenken over wat ze precies willen. Ze hebben eerder vrij duidelijk gemaakt dat het plan voor een onafhankelijke motor van tafel is geveegd op basis van dat er aan deze dingen zou worden voldaan. Als de prijs van de motor niet omlaag gaat, de verschillen niet kleiner worden en de beschikbaarheid niet goed geregeld is, dan hebben ze niet aan de voorwaarden voldaan.”

Toch een onafhankelijke motor?

Gevraagd of er dan weer over een onafhankelijke motor moet worden gesproken, antwoordde Horner: “Ja, want hoe krijgen we anders een betaalbare, competitieve motor die goed beschikbaar is? Dit is nog steeds een zeer groot probleem. De races mogen op dit moment dan goed zijn, we hebben nog steeds dit onderliggende probleem dat moet worden opgelost. Dit is niet iets wat je even in een week doet.”

Via onze Formule 1-reporter Jonathan Noble