Formule 1-auto’s moeten vanaf 2026 kleiner en lichter worden

De nieuwe auto’s voor het seizoen 2022 hebben nog geen meter gereden, maar nu al wordt er nagedacht over de volgende generatie Formule 1-bolides. De wagens moeten vanaf 2026 kleiner en lichter worden, maar vooral dat laatste blijkt geen gemakkelijke opgave.

De auto's in Parc Ferme na de sprintkwalificatie

Foto door: Steven Tee / Motorsport Images

Terwijl de Formule 1-teams nog volle bak bezig zijn met de ontwikkeling van de gloednieuwe auto’s voor 2022, heeft de technische werkgroep van de koningsklasse van de autosport het vizier alweer op 2026 gericht. Aan de technische reglementen voor 2022 – een boekwerk van 169 pagina’s – is vier jaar lang gewerkt, maar nog voordat er een meter gereden is met de nieuwe auto’s werkt een tienkoppig technisch team, aangestuurd door Formule 1’s technisch directeur Pat Symonds, nu alweer aan de F1-auto van de volgende generatie. De invoering van het nieuwe technisch reglement staat niet toevallig voor 2026 gepland: dat jaar moet namelijk ook een nieuw motorreglement in gebruik worden genomen.

Het technisch reglement voor 2026 zal voor een groot deel gebaseerd zijn op de nieuwe regels voor 2022. Wat betreft de aerodynamica en de terugkeer van het grondeffect zal er naar verwachting weinig veranderen. Wel zullen eventuele verbeterpunten die de komende jaren in de praktijk aan het licht komen uiteraard mee worden genomen. Een belangrijk punt waar nu al hard aan wordt gewerkt is het stopzetten van de trend dat de Formule 1-bolides de laatste jaren alsmaar groter en zwaarder zijn geworden. Zo bedraagt het minimumgewicht van de auto’s dit jaar al 752 kilogram. Daar komt volgend jaar nog eens 40 kilogram bij vanwege de grotere en zwaardere 18 inch velgen.

Op dieet

Het hoge gewicht van de auto's is de Formule 1-coureurs al jaren een doorn in het oog, aangezien de auto’s in twintig jaar tijd ruim 150 kilogram zwaarder zijn geworden. Hoog tijd dus voor een dieet, al lijkt dat makkelijker gezegd dan gedaan. Het verkleinen van de auto en inkorten van de wielbasis is een optie, al moet er ook rekening worden gehouden met alle veiligheidseisen waar een auto tegenwoordig aan moet voldoen en de complexe technologieën onderhuids. In dat tweede schuilt hem bovendien ook het grootste probleem: het verlagen van het gewicht is met de huidige generatie motoren nauwelijks haalbaar.

De Formule 1, de FIA en de motorfabrikanten onderhandelen momenteel nog over de Formule 1-motor van de toekomst. De exacte details zijn nog niet bekend, al lijkt het wel al zo goed als zeker dat de complexe en uiterst kostbare MGU-H vanaf 2026 verdwijnt. De verbrandingsmotor en de MGU-K (het systeem dat de energie die vrijkomt bij het remmen omzet naar elektrische energie) moeten beiden voor zo’n 350 kilowatt aan vermogen (476 pk) gaan zorgen.

Verkleinen motor of brandstoftank geen optie

De verwachting is dat de Formule 1-motoren met behulp van de nodige ontwikkeling ook na het verdwijnen van de MGU-H in een mum van tijd weer meer dan 1.000 pk aan vermogen zullen genereren, al gaat een toegenomen hoeveelheid elektrisch vermogen ook gepaard met grotere accu’s, een krachtigere MGU-K en een aangepast elektrisch systeem, en dus meer gewicht. Om dat gewicht te compenseren heeft Symonds volgens het Duitse Auto, Motor und Sport de invoering van een kleiner motorblok voorgesteld. Een vier-in-lijn motorblok wordt door Symonds gezien als de oplossing omdat dit niet alleen tot een lager gewicht, maar ook tot een kleinere auto leidt. Ook een ultrakorte V4-motor is voorgesteld, maar beide opties haalden het niet omdat ze volgens de huidige F1-motorfabrikanten niet relevant genoeg zijn. Daarnaast trokken Mercedes, Ferrari en Renault aan de bel, omdat het concept van een viercilinder turbo te veel zou lijken op de krachtbron die Porsche gebruikte voor de succesvolle 919 Hybrid LMP1-bolide, waarmee het Duitse merk in 2015, 2016 en 2017 drie jaar op rij de 24 uur van Le Mans won. Uitgerekend Porsche wordt namens de Volkswagen Group al jaren gelinkt aan een F1-avontuur vanaf 2026.

Lees ook:

Een andere optie om de auto’s kleiner en lichter te maken is het verkleinen van de brandstoftank. Als er meer gebruik wordt gemaakt van elektrische energie, zakt het brandstofverbruik namelijk ook automatisch. Momenteel maken de Formule 1-auto’s gebruik van een brandstoftank met een inhoud van ongeveer 110 kilogram (zo’n 150 liter) aan brandstof. Symonds heeft een inhoud van 65 kilogram (ongeveer 90 liter) voorgesteld, maar heeft dit idee al moeten laten varen. Om auto’s met een dermate lage hoeveelheid brandstof aan boord namelijk de finish te laten halen zou de elektrische energie niet alleen via de achterwielen, maar ook via de voorwielen opgewekt moeten worden. De introductie van een dergelijk systeem zou op grond van financiële en veiligheidsredenen nog niet haalbaar zijn in 2026.

Ondanks de complexe vraagstukken blijft Symonds vasthouden aan het plan om de F1-auto van de toekomst lichter en kleiner te maken. “Niet alleen de motoren, maar ook de auto’s zelf moeten duurzamer worden”, aldus de Britse engineer. “De enige manier om dat te bereiken is door de auto’s kleiner, lichter en efficiënter te maken.”

Voordat de auto's op dieet gaan zullen de Formule 1-coureurs eerst nog vier jaar lang door de zure appel heen moeten bijten. De auto's waarmee vanaf volgend jaar wordt geracet zullen met een gewicht van 800 kilogram, een breedte van twee meter en een lengte van bijna zes meter namelijk de zwaarste en grootste F1-auto's aller tijden worden.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Waarom Red Bull zo goed presteert in de ijle lucht in Mexico
Volgend artikel VIDEO: Perez zet Mexico-Stad in vuur en vlam met spectaculaire demo

Beste reacties

Er zijn nog geen reacties. Wil je er één schrijven?

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Motorsport prime

Ontdek premium content
Abonneer

Editie

Nederland