Force India: "We stellen alles in het werk om Perez bij ons te houden"

Hoewel Force India de optie op Perez voor volgend seizoen heeft gelicht, is een langer verblijf van de Mexicaan bij het team nog niet helemaal in kannen en kruiken doordat de onderhandelingen met de sponsors van de coureur nog niet zijn afgerond. Perez hoopt dit tijdens de zomerstop af te kunnen handelen, maar als de sponsors liever naar een ander team verkassen - zowel Renault als Williams zouden wel interesse hebben in de diensten van Perez en diens sponsors - dan moet er eerst met Force India worden gesproken om te kijken of Perez uit zijn contract kan worden bevrijd.

Volgens Fernley hebben Perez en zijn geldschieters echter weinig reden om naar een ander team te verhuizen, nu Force India met Williams om de vierde plek in het constructeurskampioenschap aan het vechten is. “Ik denk dat we die beslissing zo moeilijk mogelijk moeten maken voor hen”, zegt Fernley tegen Motorsport.com over de situatie met Perez. “We willen graag verder met beide coureurs. Dus als we Williams kunnen inhalen en de vierde plek kunnen bemachtigen, dan staan er alleen nog drie fabrieksteams voor ons. Dus dan kun je alleen nog maar een stap opzij of naar achteren doen. We werken hard om de keuze voor hen zo beperkt mogelijk te maken."

Hoewel Force India in principe dus een contract heeft met Perez, is het nog even afwachten wat zijn sponsors willen gaan doen. Fernley legt uit: “We hebben met beide coureurs een contract voor volgend jaar. Maar vervolgens komt de commerciële kant van het verhaal nog om de hoek kijken, aangezien we uitgebreide commerciële afspraken hebben met Checo’s geldschieters en sponsors. Dat zijn andere beslissingen en andere gesprekken. Maar in essentie is het besluit om met dezelfde rijders door te gaan, genomen. Ik hoop dus dat we iedereen aan boord kunnen houden.”

Op de vraag wat er gebeurt als de sponsors van Perez willen vertrekken, antwoordde Fernley: “Dan krijgen we een discussie. Maar dat is puur de commerciële kant. Het staat verder overal los van.”

Via onze Formule 1-reporter Jonathan Noble