Force India: 'Niet besparen op ontwikkeling sleutel tot succes'

Het team kende een moeizame start van 2015. Geldproblemen zorgden ervoor dat de 2015-bolide niet kon deelnemen aan de eerste twee wintertests. Ondanks de vertraagde start werd op Silverstone de B-spec geïntroduceerd. Sergio Perez en Nico Hulkenberg waren vervolgens veelvuldig in de top-10 te vinden, wat resulteerde in een historische vijfde plaats in het constructeurskampioenschap. Nooit eerder eindigde Force India zo hoog in de eindrangschikking.

COO Otmar Szafnauer legde uit dat het team de ontwikkeling van de auto geen enkel moment stilgelegd heeft, ook niet op de momenten dat er geen geld was om de onderdelen daadwerkelijk te fabriceren: “Je kunt nooit stoppen met ontwikkelen, zo is mijn filosofie altijd geweest. Wanneer je stopt met ontwikkelen, verlies je tijd die je nooit meer goed kunt maken”, legde hij uit tegenover Motorsport.com.

“We hebben dus altijd doorontwikkeld. We hebben de beschikbare middelen altijd op een dusdanige manier verdeeld dat de windtunnel en de CFD-afdeling kon blijven draaien, en dat we onderdelen konden testen. We konden deze onderdelen echter niet omzetten in een echte auto. De start van het seizoen begon met onderdelen van de 2014-auto, met name aan de voorzijde. De achterkant was van de nieuwe auto. Die configuratie heeft nooit in de windtunnel gestaan dus het was een sprong in het diepe. De eerste configuratie die we in de windtunnel testten, vond plaats voor de race in Barcelona. Vervolgens viel alles in Silverstone op de juiste plaats. Sindsdien presteerden we. Als we dat vanaf het begin van het jaar hadden kunnen doen, wie weet waar we dan waren geëindigd. Maar in de beginfase hadden we te weinig snelheid.”  

Feel-good factor

Szafnauer is eveneens van mening dat het team enorm geholpen is door de loyaliteit van haar personeelsleden. Op de vraag of Force India in staat is om de belangrijkste teamleden te behouden terwijl er bij de concurrentie meer geld te verdienen is, zei hij: “We moeten strategisch teamleden aannemen, en soms gebruik maken van niet-traditionele technieken om hen aan boord te houden. Dat proberen we te doen. Je moet beloond worden op basis van je prestaties. Dat is iets dat wij kunnen doen, maar anderen niet.”

“Wanneer je 800 mensen in dienst hebt, is je bijdrage aan de prestaties kleiner dan wanneer je heel veel verantwoordelijkheden hebt. En als je heel veel doet, voel je je aan het einde van de dag ook beter over jezelf. De feel-good factor is wat je als team nodig hebt. Dat is onze manier om de juiste mensen aan boord te houden en alles uit elk teamlid te halen.”