FIA legt uit waarom bosmarmot-incident niet voorkomen kon worden

Bosmarmotten zijn sinds de eerste Grand Prix op het circuit in 1978 regelmatig voorgekomen en gedurende al die jaren zijn verschillende diertjes aan hun eind gekomen vanwege contact met F1-wagens. Grosjean beschadigde de neus van zijn auto in het incident op vrijdag en de Fransman was gefrustreerd over het feit dat het dier te zien was op de televisiebeelden, maar dat de wedstrijdleiding niets deed om een aanrijding te voorkomen.

“Het is een beetje teleurstellend dat het dier voor de start van de sessie bij Bocht 13 te zien was op televisie”, zei Grosjean. “Dat is precies waar ik de bosmarmot raakte. Het is jammer voor het dier, natuurlijk, en jammer van onze voorvleugel.”

Het onderwerp werd ook besproken tijdens de rijdersbriefing op vrijdagmiddag. “Ik heb ze tijdens de rijdersbriefing uitleg gegeven over wat er gebeurde”, zei Whiting gevraagd door Motorsport.com. “Natuurlijk zagen we de bosmarmot en ik vroeg of het mogelijk was om het dier te vangen en er werd mij door mensen die er meer verstand van hebben verteld dat het niet heel verstandig was om dat te proberen. We hadden op dat moment  het idee dat het beter was om hem te laten lopen en te hopen dat hij geen sprintje zou trekken, maar dat is helaas wel wat er gebeurde. Ze zijn inheems op dit eiland, het is een beschermde diersoort, maar ze doen hun best op plaatsen te komen waar ze niet mogen komen.”

Whiting vervolgde: “We doen ons best om alle gaten op te vullen, maar dan graven ze nieuwe en bereiken ze regelmatig het circuit. Het is niet leuk, maar er is maar weinig dat we eraan kunnen doen.”

Met medewerking van Adam Cooper