FIA scherpt puntensysteem voor superlicentie aan

De FIA heeft wijzigingen doorgevoerd aan het puntensysteem voor een superlicentie. Vanaf volgend jaar zijn verschillende kampioenschappen minder waard in vergelijking met dit seizoen. Ogenschijnlijk wil de internationale autosportfederatie coureurs hiermee in de richting van de Formule 2 duwen.

De Formule 2 wordt gezien als het laatste treetje op de autosportladder onder de Formule 1. Onder meer Esteban Ocon, Lance Stroll en Max Verstappen maakten de laatste jaren echter de stap naar de hoogste autosportklasse, zonder dat zij in de F2 of haar voorloper GP2 hebben gereden.

De FIA introduceerde het puntensysteem voor een superlicentie in 2015, om ervoor te zorgen dat coureurs wel iets hebben gepresteerd in andere raceklassen, voordat zij een kans krijgen op het hoogste podium. Wie in de laatste drie jaar minimaal veertig punten heeft verzameld, komt in aanmerking voor een superlicentie.

Onder de huidige puntentelling krijgen de kampioenen in de Formule 2, IndyCar, Europese Formule 3, Formule E en de LMP1-klasse in het World Endurance Championship veertig punten, wat voldoende is voor een superlicentie. Met het puntensysteem dat per 2018 ingaat, moeten de kampioenen in de Europese Formule 3, Formule E en LMP1 straks genoegen nemen met dertig punten. De top-drie van de Formule 2 en de IndyCar-kampioen kunnen nog steeds op veertig punten rekenen.

Ook een titel in de GP3, World Series Formule V8 3.5 en de Japanse Super Formula zijn straks minder waard. De GP3-kampioen krijgt per 2018 25 punten, de beste coureurs in de Formule V8 3.5 en Super Formule ontvangen vanaf dat jaar ieder twintig punten. Tot en met dit jaar krijgen de kampioenen van de Formule V8 3.5, GP3 en Super Formula nog respectievelijk 35, 30 en 25 punten.