Ferrari beschouwt motor van Raikkonen nog niet als verloren

Raikkonen kende een dramatisch begin van het derde raceweekend van het seizoen. Na zes ronden verscheen er rook uit de achterkant van zijn Ferrari, waarna hij van het team de opdracht kreeg om langzaam terug naar de pits te rijden. De Fin slaagde er echter niet om de auto terug te brengen en parkeerde de SF70H langs de kant van de baan, waarop hij aan een wandeling door de woestijn begon. Ferrari stelde later vast dat er een probleem met de turbo was, waarna deze voor de tweede training werd vervangen tezamen met de interne verbrandingsmotor en MGU-H.

“Er was een probleem met de power unit van Kimi, zoals vrij duidelijk te zien was”, vertelde Mattia Binotto, de technisch directeur van Ferrari, naderhand. “We hebben de motor uit voorzorg gewisseld voor de tweede sessie, omdat het belangrijk voor ons was dat Kimi tijdens die training zonder problemen kon rijden. We moeten nog kijken wat er precies verkeerd is gegaan. We gaan de onderdelen analyseren en hopelijk kunnen we alle elementen van de power unit nog eens gebruiken wanneer we daar klaar mee zijn.”

Tijdens de tweede training viel de auto van Sebastian Vettel ineens uit. Hij hoopte hierna de pits te kunnen bereiken door de wagen uit te laten rollen, waarvoor hij eerst uit de cockpit naar voren moest leunen om bij de ‘neutraal’-knop te kunnen komen. De Duitser haalde de pits net niet, maar met behulp van de marshals kwam hij er uiteindelijk alsnog. Het team kon hem daarna snel weer op weg helpen. Volgens Binotto betrof het een klein elektrisch probleem en maakt het team zich hier geen al te grote zorgen over. Vettel zelf zei erover: “Het moet een soort van hapering zijn geweest. Alles was ineens donker. We vonden geen schade en we hadden het geluk dat we nog bij de pits konden komen, doordat het probleem aan het einde van de ronde optrad. De auto’s van tegenwoordig bevatten heel veel technologie en software, en daar is duidelijk even wat verkeerd gegaan.”