Brandstof verantwoordelijk voor "meer dan 20 procent" van winst Ferrari

Sinds de introductie van de huidige V6 hybride turbo-motoren is het belang van de energieterugwinsystemen flink toegenomen. Daarnaast hebben we fabrikanten grote sprongen gezet met de technologie van de interne verbrandingsmotor. Ferrari heeft voor de start van de tweede seizoenshelft een nieuwe motor meegenomen. In de aanloop naar de introductie is nauw samengewerkt met brandstofleverancier Shell. De nieuwe brandstof speelt ook een belangrijke rol in de opmars van de Scuderia.

“Op dit circuit zijn de verschillen nog groter omdat de baan langer is en meer vergt van het vermogen. Dat is een goede zaak”, zei Shell Motorsport Technology-manager Guy Lovett in gesprek met Motorsport.com. “In de afgelopen drie seizoenen hebben we middels de ontwikkeling van onze brandstof en smeermiddelen voor meer dan 20 procent bijgedragen aan de winst die Ferrari met de motor heeft geboekt. Je verwacht altijd in de beginfase grotere vooruitgang te boeken, waarna de curve afvlakt. Dat punt van afvlakking hebben we nog niet bereikt. Daardoor kunnen we een significante bijdrage leveren aan de prestaties van Ferrari. Een aantal jaar geleden verraste het ons dat de nieuwe brandstof zo’n groot verschil kon maken voor de V6-motor, maar die lijn hebben we door kunnen trekken.”

Sebastian Vettel, Ferrari SF71H

Foto: Erik Junius

Ferrari lijkt dit jaar voor het eerst sinds de introductie van de huidige motorformule de overhand te hebben ten opzichte van de jarenlange dominante factor Mercedes. Shell zou in Canada, waar Ferrari de eerste update van de motor introduceerde, een nieuw brandstofmengsel hebben geïntroduceerd. Dat resulteerde in een flinke stap voorwaarts. Ondertussen experimenteren beide partijen verder met verschillende ingrediënten, zoals toevoegingen om ‘engine knocking’ te verminderen, een fenomeen dat plaatsvindt tijdens de ontstekingsfase en de prestaties van de motor vermindert. Zo kan de verbrandingswaarde van de brandstof hoger blijven, waardoor het team langer op hoger vermogen kan rijden en het piekvermogen kan vergroten.  

“De reglementen bieden ruimte voor innovatie, van het gebruik van verschillende componenten en chemicaliën tot de formule van de brandstof en de mix”, legde Lovett uit. “We finetunen de ingrediënten maar ook het recept. Dat doen we middels experimentele werkzaamheden in ons technisch centrum in Hamburg. Een groot deel van het modelleren, simuleren, testen en experimenteren gebeurt op de motortestbank in Maranello en op het circuit.”

Shell heeft meer dan vijftig wetenschappers op het F1-project aan het werk, voor meer dan 21.000 uur per jaar.

Met medewerking van Scott Mitchell