Formule 1-auto’s waarschijnlijk ook in 2018 voorzien van haaienvin

Dit jaar keerde de haaienvin terug op de auto als gevolg van een maas in de regelgeving. Dit leidde aan het begin van het seizoen tot veel ophef, aangezien de nieuwe regels tot doel hadden om beter ogende Formule 1-wagens op de grid te krijgen. Om het nog erger te maken werden de haaienvinnen ook nog eens voorzien van T-vleugels. De Strategy Group kwam in actie en besloot de haaienvin en de T-vleugel voor volgend jaar te verbieden. Maar naar nu blijkt, blijft de haaienvin zeer waarschijnlijk toch op de auto.

De teams zijn namelijk huiverig om nog meer sponsorruimte op de auto te verliezen, nadat ze eerder dit jaar al ruimte vrij moesten maken voor een groter startnummer. De teams kregen voor de Spaanse Grand Prix de opdracht om de startnummers en de namen van de coureurs beter zichtbaar te maken op de wagens, zodat de rijders gemakkelijker te herkennen zouden worden voor de fans. De teams gebruiken hier momenteel onder meer de haaienvin voor. Tijdens de Technical Regulations Meeting van afgelopen week gingen er stemmen op om deze te behouden zodat namen en rugnummers daar kunnen blijven staan en er niet nog meer ruimte voor sponsors verloren gaat.

Andy Green, de technisch directeur van Force India, liet op vrijdagavond aan onder andere Motorsport.com weten dat de teams nu een voorstel naar de Strategy Group sturen om de haaienvin voortaan als vaste plek te gebruiken om de rijder mee aan te duiden. “De haaienvin blijft mogelijk”, zei hij. “Ze zijn aan het kijken of de regels zo veranderd kunnen worden dat de haaienvin terug kan komen op de motorkap, want de teams hebben zich gerealiseerd dat ze anders sponsorruimte kwijtraken. Het voorstel zal worden besproken tijdens de volgende vergadering van de Strategy Group en we gaan ervan uit dat het weer terugkomt in de regels.”

Hoewel de haaienvin dus vermoedelijk blijft, zouden zowel de teams als de FIA nog wel vasthouden aan het verbod op de T-vleugel. Verder wordt er ook gekeken naar een verbod op de zogenaamde ‘monkey seat’, die zich aan de achterzijde van de auto bevindt. Dit stukje aerodynamica onder de achtervleugel is de afgelopen jaren steeds verder geëvolueerd, omdat hier extra downforce mee kan worden gewonnen. De FIA is echter bezorgd over het gebruik van slimme motorinstellingen om uitlaatgassen richting de ‘monkey seat’ te sturen. De internationale autosportbond vreest voor een nieuwe ontwikkelingsstrijd zoals die begin 2010 ook speelde rond de ‘blown diffuser’. “Ik denk dat de FIA zich zorgen maakt dat teams verschillende motormodi gaan gebruiken om de vleugel beter te laten werken. Dit is iets waar ze al een tijdje tegen zijn”, aldus Green. “Ze willen een einde maken aan die mogelijkheid en iedereen stemde daarmee in. De teams waren het er unaniem over eens dat we niet die kant op willen gaan en de FIA alle motorinstellingen moet gaan controleren. Dan doen we het liever helemaal weg.”

 Via onze Formule 1-reporter Jonathan Noble