Exclusief interview met Vandoorne, deel 2: “Meteen focussen op prestaties”

Denk je dat iedereen door de nieuwe reglementen weer vanaf nul begint?
“Ik denk niet dat er veel zal veranderen. Rijders passen zich doorgaans snel aan een nieuwe wagen aan. Ik verwacht niet dat het een enorme verandering zal zijn. Ik denk nog altijd dat ervaring je een beetje zal helpen, maar ik denk niet dat het een slechte zaak voor mij is dat de reglementen nu zijn veranderd. Voor McLaren-Honda is het ook een kans om de kloof te dichten.”

Welk beeld kreeg je van de wagens in de simulator?
“Ze voelen in ieder geval heel anders aan dan de wagens van vorig jaar. Elke week als ik hier kom, zijn er enkele aanpassingen en het voelt elke week weer anders. Ik denk dat we pas bij de tests exact zullen weten hoe ze aanvoelen. Qua performance gaat het wel leuk zijn voor de rijders. Ze zien er een stuk sneller uit. Of ze de races ook beter zullen maken, is moeilijk om te zeggen.”

Volgens Max Verstappen wordt het rijden in de Formule 1 gemakkelijker omdat je meer bochten plankgas kan nemen.
“Het zal anders zijn. Als bochten gemakkelijk voluit te nemen zijn, dan is het eerder een fysieke uitdaging voor de rijders om je nek klaar te stomen. Dat kost je enkele uren per dag in de sportschool. Op dit moment is het nog te vroeg om voorspellingen te maken.”

Was het rijplezier afwezig bij de wagens van 2016?
“Ik herinner me dat het best vreemd voor me was om van een Super Formula naar een F1-wagen over te stappen. Ik moest me bijna inhouden omdat ik in het begin te veel aan het pushen was. Dat zou niet mogen gebeuren. Als je in een F1 stapt zou je in het begin ver onder de limiet moeten zitten, zo is het normaal gezien. Ik hoop dat we dat dit jaar weer een beetje gaan krijgen.”

Wat zijn jouw verwachtingen voor 2017?
“Ik heb niet echt verwachtingen. Het is heel moeilijk voor mij om te weten waar we zullen staan qua prestaties en ik denk dat dat een beetje voor iedereen geldt. Niemand weet precies waar ze zullen staan. Natuurlijk verwachten we dat de topteams weer voor de prijzen zullen vechten. Zo zal het altijd zijn. Maar de volgorde kennen we nog niet. Ik focus me gewoon op mezelf door er voor te zorgen dat ik geen fouten maak en ik altijd op de hoogte ben van de processen en procedures die we moeten doorlopen. Het belangrijkste voor mij is dat ik in Barcelona kan gaan testen en me meteen kan concentreren op de prestaties van de wagen en niet op alle andere dingen die een rijder moet leren.”

Heb je de afgelopen jaren veel vooruitgang gezien bij McLaren?
“Ja, natuurlijk. Zeker met de nieuwe reglementen. We leren elke week nieuwe dingen. Er is de voorbije weken veel progressie gemaakt. Maar waar we staan in vergelijking met de andere teams, dat weten we niet. Daarvoor zullen we moeten wachten tot we eindelijk op het circuit komen.”

Het moet ook een hele uitdaging zijn om het tegen tweevoudig wereldkampioen Fernando Alonso op te nemen als teamgenoot.
“Ik kan heel goed overweg met Fernando. Ik heb de voorbij twee jaren met hem kunnen werken en kunnen vaststellen hoe hij werkt binnen het team en het team vooruit stuwt. Ik weet nu heel goed hoe hij in elkaar zit. Het is een erg competitieve rijder en iedereen kent zijn capaciteiten en weet dat hij nog altijd een van de allerbesten is. Ik zal dus zeker een goede benchmark hebben. Het zou wel verkeerd zijn om me enkel op Fernando te concentreren. Ons hoofddoel is nog altijd om McLaren-Honda terug aan de voorkant van het veld te krijgen. Ik moet er gewoon voor zorgen dat ik het maximale uit elke situatie haal en geen domme fouten maak. Als ik alles goed uitvoer, dan slaag ik er meestal wel in om goede resultaten te boeken. Dat is voor mij het hoofddoel.”

Hoeveel heeft het je geholpen om Fernando en Jenson te kunnen observeren bij elke Grand Prix?
“Dat was voor mij een goede situatie om in te zitten, om beide kanten van de garage te kunnen zien en vast te stellen hoe zij hun weekend voorbereiden en opbouwen naar de wedstrijd op zondag. Dat is iets waar ik zelf nog niet zoveel ervaring mee heb, maar ik heb wel enkele ideeën over hoe ik het moet aanpakken. Het feit dat ik met hen kon samenwerken heeft me meer informatie gegeven daarover.”

Voel je nu meer druk en intensiteit nu je een volledig seizoen moet afwerken?
“Ik denk dat dat vrij normaal is in de Formule 1. De F1 is altijd een omgeving geweest met veel druk. Het is een wereld waarin je ofwel presteert ofwel niet. Ik zie geen verschil. Ik heb in elke categorie moeten presteren. De F1 is weer een stap omhoog en je hebt elk weekend alle media die je vragen stellen na een slechte race enzovoort. Zo is het nu eenmaal, je weet dat je dat kunt verwachten.”

In Bahrein heeft het team je veel geholpen. Heb je het gevoel dat daar verandering in is gekomen? Dat het team nu meer een beroep op jou doet?
“Ik denk dat het een beetje beide kanten op werkt. Het is nog steeds heel nieuw voor mij om in een Grand Prix aan de start te verschijnen, maar aan de andere kant heb ik hiervoor al erg veel gedaan. Ik heb veel ervaring dankzij alles wat ik tot nu toe heb gedaan. Ik ben het gewend om in de simulator van het team te werken, dus ze zullen van mij goede feedback verwachten. Het lijkt me allemaal vrij logisch eigenlijk.”

Max Verstappen heeft heel Nederland Formule 1-gek gekregen. Kan jij in België hetzelfde effect bereiken?
“Dat is moeilijk te zeggen, want Belgen zijn heel anders dan Nederlanders. Ik hoop dat zodra ik om de twee weken in de wagen zit en de resultaten positief zijn, er dan ook in België zo’n hype zal ontstaan. Dat zou ook mooi zijn voor de Belgische autosport.”

Je hebt onlangs de legendarische Jacky Ickx ontmoet. Hoe was dat? Heeft hij je advies gegeven?
“Jacky is een hele leuke gast. Ik ken hem nu al een tijdje, dus ik ben onlangs met hem gaan lunchen in België. Hij steunt me heel erg en kijkt ernaar uit om me aan het werk te zien en mijn resultaten te volgen. Hij wilde me niet echt advies geven, omdat het er in zijn tijd heel anders aan toe ging dan nu. Hij wil me geen verkeerde informatie geven.”

Ken je de geschiedenis van de Formule 1 goed?
“Ik ben niet zo bezig met de geschiedenis van de sport. Ik ken er wel vrij veel van en heb natuurlijk de kans gehad om met enkele historische wagens van McLaren te rijden. Maar ik ben eigenlijk meer met de toekomst bezig dan met het verleden.”

De keuze voor startnummer twee was dus ook geen ode aan Alain Prost, die bij McLaren met dat nummer reed?
“Nee, het heeft niets te maken met Prost. Het is gewoon het nummer dat ik gebruikte in mijn eerste seizoen in de eenzitters in 2010. Dat was een goed jaar voor mij. Ik heb toen de titel gewonnen, dus dat nummer heeft zijn diensten bewezen. Hopelijk is dat dit jaar opnieuw het geval! “

Interview door onze F1-verslaggever Jonathan Noble