Ericsson vond zichzelf niet onderdoen voor Wehrlein

Marcus Ericsson was in 2017 de enige vaste rijder die geen punten wist te scoren, maar mislukt wil de Zweed zijn seizoen allerminst noemen. De 27-jarige meent dat teammaat Pascal Wehrlein, die achtste werd in Barcelona en als tiende over de meet kwam in Baku - en zodoende Saubers enige punten scoorde - en hijzelf op een gelijk niveau opereerden.

"Als coureur ben ik elk jaar gegroeid en ik denk dat we bij Sauber zeer aan elkaar gewaagd waren. De hype omtrent Pascal, die natuurlijk deel uitmaakt van het opleidingsteam van Mercedes, is alleen maar goed voor mij geweest", blikt Ericsson terug. "Hij was mijn referentiepunt en als je de statistieken erbij pakt, zie je dat we dicht bij elkaar zaten. Het enige probleem is dat we vaak vochten om de laatste plaatsen en niet om toptienklasseringen, daarom is het uiteindelijk 5-0 qua punten geworden voor Pascal. Als je echter goed naar de feiten kijkt, zie je dat het echt wel spannend was tussen ons."

Dat er vrijwel niemand is die dat heeft opgemerkt, ligt volgens Ericsson aan het feit dat de C36 niet mee kon strijden in de middenmoot. "Dan is het lastig om een onuitwisbare indruk achter te laten", meent de Zweed. "Zelfs als ik me voor Pascal kwalificeerde en hem achter mij hield in de race, dan nog kon ik als voorlaatste finishen en had niemand er oog voor. Ik moet een wagen hebben die in de top tien kan finishen en dan kan ik mijn vaardigheden laten zien. Ik ben daar in ieder geval klaar voor, heb in de voorgaande jaren hard gewerkt."