Ericsson: ”Wellicht andere weg inslaan met afstelling”
Marcus Ericsson slaat voor de volgende Grand Prix, over twee weken in Frankrijk, een andere weg in met de afstelling van zijn Alfa Romeo Sauber C37. De Zweed was in Canada opnieuw de mindere van teamgenoot Charles Leclerc.
Foto door: Zak Mauger / Motorsport Images
Ericsson begon nog goed aan het nieuwe seizoen. Hij scoorde in Bahrein met een negende plaats zijn eerste punten sinds 2,5 jaar en was Leclerc in de eerste twee kwalificaties de baas. In de daaropvolgende vijf Grands Prix was zijn Monegaskische collega echter altijd de betere op zaterdagmiddag, in Canada drong hij zelfs voor de vierde keer op rij door tot Q2. De debutant besloot de wedstrijd in Montreal op P10 - zijn derde puntenfinish in de koningsklasse - waardoor hij nu tien punten heeft.
Op de vraag of hij druk voelt door de goede prestaties van Leclerc, antwoordt Ericsson: “Hij heeft het uitstekend gedaan, ik ben er niet in geslaagd hetzelfde te doen. Natuurlijk neemt de druk dan toe, dat is normaal in de Formule 1. Daar is niets vreemds aan. Maar ik heb er vertrouwen in dat ik het kan omdraaien. Ik heb al wat goede gesprekken gevoerd met mijn crew over wat we moeten doen. We gaan veel dingen uitproberen voor Paul Ricard om een manier te vinden waarop ik me kan verbeteren. Hetgeen we nu doen werkt duidelijk heel goed voor Charles, maar ik lijk geen vertrouwen te kunnen vinden met hoe de auto nu is.”
Vooral de kwalificatie is een probleem voor Ericsson. “Misschien moeten we een iets andere weg inslaan, zodat ik in de kwalificatie verder naar voren kan komen. In de races ben ik normaal gesproken best goed”, zegt hij. “Op de zachtere compounds lijk ik over één ronde niet het gevoel te kunnen krijgen dat ik nodig heb om het maximale uit de wagen te halen. Dus misschien hebben we voor de kwalificatie een andere afstelling nodig, zodat ik me comfortabel voel. En dan met name op circuits waar we de zachtere compounds gebruiken. Het zijn dingen die we moeten bekijken, analyseren en begrijpen om een stap te kunnen zetten. Dat zou de sleutel zijn.”
“Sirotkin was gewoon te langzaam”
In Montreal wisselde Ericsson al in de eerste ronde van ultrasofts naar supersofts en reed daarmee in één keer naar de finish. Meer dan een vijftiende plek zat er echter niet in voor hem, omdat hij in de eerste stint veel tijd verloor achter Sergey Sirotkin. “In schone lucht voelde onze wagen best goed, maar zelfs op dit circuit is het lastig inhalen met deze auto’s. In het begin van de race zat ik klem achter de Williams, wat mijn wedstrijd heeft verpest”, baalt hij.
“Als ik mee had gekund met het groepje voor ons, dan had onze race heel goed kunnen uitpakken, want het lukte me om de banden tot het einde te managen en ik werd steeds sneller omdat de hoeveelheid brandstof in de auto afnam”, vervolgt Ericsson. “Volgens mij had ik hier echt een goed resultaat kunnen boeken, maar Sirotkin was gewoon te langzaam. Als je je echter hoger kwalificeert, dan kom je niet klem te zitten achter langzamere auto’s. Dat heeft nu mijn focus. Als het middenveld zo dicht bij elkaar zit, dan moeten we voor mij beslist een manier vinden om het in de kwalificatie voor elkaar te krijgen.”
Sluit je aan bij de Motorsport community
Praat meeDeel of bewaar dit artikel
Abonneer en krijg toegang tot Motorsport.com met je adblocker
Van Formule 1 tot MotoGP: we brengen het laatste nieuws, diepgaande analyses en exclusieve interviews rechtstreeks uit de paddock. Om ons vak zo goed mogelijk uit te kunnen voeren, worden er op de website advertenties getoond. We merken op dat je een adblocker gebruikt en willen je vragen om deze uit te zetten. Daarnaast geven we je de mogelijkheid om abonnee te worden en voor een klein bedrag te genieten van een advertentievrije website.
Beste reacties