Special feature

Formule 1 in Madrid: Controverses, Guardia Civil, ABBA en bommeldingen

Formula One Management maakte vandaag dan eindelijk bekend wat al maanden, zo niet jaren een publiek geheim is: De Formule 1 keert terug naar Madrid. Vanaf 2026 wordt er tien jaar lang geracet op een semi-stratencircuit, dwars door de Spaanse hoofdstad.

Henri Pescarolo, Matra-Simca MS120

Hoewel het voor het eerst is dat de Formule 1 in de stad zelf z’n tenten opslaat, is Madrid niet helemaal onbekend met de koningsklasse van de autosport. In de jaren zestig, zeventig en tachtig was het Jarama Circuit – gelegen in de gemeente Madrid, op zo’n 30 kilometer van de stad zelf – gastheer van in totaal elf edities van de Spaanse Grand Prix. Acht daarvaan telden ook daadwerkelijk mee voor het wereldkampioenschap Formule 1.

Het Circuito Permanente del Jarama, een bochtige omloop met veel downforce, werd op 12 november 1967 geopend met een non-championship F1-race, bedoeld om de baan te testen. Het evenement kreeg weliswaar het predicaat Grand Prix van Spanje, maar omdat het pas na afloop van het officiële seizoen werd verreden, deden slechts vier F1-wagens mee. De rest van het veld werd opgevuld met F2-bolides. Desondanks leverde deze eerste race in Madrid met Jim Clark, Graham Hill en Jackie Stewart een fijn podium op.

1968: De eerste F1-race in Madrid

De eerste echte Spaanse Grand Prix op Jarama vond een half jaar later plaats, op 12 mei 1968. Chris Amon zette zijn Ferrari op poleposition en leek op weg om de race te winnen, maar de onfortuinelijke Nieuw-Zeelander kreeg panne en moest na 57 van de 90 ronden opgeven. Graham Hill bezorgde Lotus de overwinning.

(vlnr) Chris Amon (Ferrari), Pedro Rodriguez (BRM) en Denny Hulme (McLaren)

(vlnr) Chris Amon (Ferrari), Pedro Rodriguez (BRM) en Denny Hulme (McLaren)

De eerste Grand Prix in de Spaanse hoofdstad smaakte naar meer, maar inmiddels had ook het stratencircuit Montjuïc in Barcelona zich gemeld. Tot en met halverwege de jaren zeventig reisde de Formule 1 om en om af naar Madrid en Barcelona, maar toen in 1975 op Montjuïc vijf toeschouwers om het leven kwamen bij een crash van Rolf Stommelen, toog men permanent naar Jarama. Van 1976 tot 1981 werd de race elk jaar op Jarama verreden.

1970: Controverse en de Guardia Civil

Na het debuut in 1968 en een jaar Montjuïc keerde de Formule 1 in 1970 terug op Jarama. In tegenstelling tot de vlekkeloos verlopen race van 1968, werd deze editie overschaduwd door controverse. Het begon er al mee dat de raceorganisatie automatisch tien coureurs voor de race kwalificeerden. Jackie Stewart, Denny Hulme, Jack Brabham, John Surtees, Graham Hill, Jochen Rindt, Chris Amon, Jean-Pierre Beltoise, Pedro Rodriguez en Jacky Ickx waren de grote publiekstrekkers en moesten volgens de organisatie dan ook zeker starten.

Dit wekte de woede van onder anderen Frank Williams, maar de puinhoop werd nog groter toen op zaterdagochtend nog niet was vastgesteld hoeveel deelnemers er precies mee mochten doen. Dat leidde er toe dat een aantal coureurs die al het circuit op waren gegaan niet wisten of ze zich gekwalificeerd hadden en de stewards niet elke rondetijd hadden opgenomen.

De Internationale Sportcommissie (CSI) bepaalde op zondagochtend dat slechts zeventien (van de tweeëntwintig ingeschreven) coureurs zouden deelnemen aan de race. Een van de afvallers was de lokale favoriet Alex Soler-Reig en toen de Spaanse organisatie dat hoorde, besloot die om alsnog alle auto’s toe te laten. De CSI was hier faliekant op tegen en riep uiteindelijk de hulp in van de Guardia Civil (de destijds beruchte paramilitaire politie) om alsnog de laatste vijf auto’s van de grid te gooien.

Toen eindelijk de lichten uitgingen, greep Jackie Stewart de leiding, maar al in de eerste ronde ging het gruwelijk mis toen Jacky Ickx en Jackie Oliver met elkaar in botsing kwamen en er een enorme brand ontstond. Oliver kwam goed weg, maar Ickx verloor bijna het leven en kon pas op het allerlaatste moment uit zijn brandende wrak worden bevrijd.

John Surtees passeert de brandende wagens van Jacky Ickx en Jackie Oliver

Photo by: Motorsport Images

John Surtees passeert de brandende wagens van Jacky Ickx en Jackie Oliver

1974: Niki Lauda's eerste overwinning

De race van 1972 op Jamara was weinig enerverend. Emerson Fittipaldi won een verregende Grand Prix, voor Ickx en Clay Regazzoni. Noemenswaardiger was de Grand Prix van 1974. Inmiddels was het circuit wat aangepast om de veiligheid te vergroten en er was hoog bezoek van prins Juan Carlos. Onder het toeziend oog van de latere koning van Spanje, pakte polesitter Niki Lauda in zijn eerste seizoen voor Ferrari zijn eerste F1-overwinning.

Niki Lauda y Clay Regazzoni, Ferrari celebran

Niki Lauda en Clay Regazzoni, Ferrari vieren feest

1976: Zes wielen, verdovende injecties en een diskwalificatie

In 1976 was de Oostenrijker opnieuw kanshebber, maar Lauda kwam met een paar gekneusde ribben naar Jarama, het gevolg van een ongeluk met een tractor op zijn boerderij. Toch kwalificeerde hij zich als tweede achter James Hunt en hij leidde zelfs even. Toen de verdovende injectie die Lauda vooraf had gekregen was uitgewerkt, moest hij zijn Engelse rivaal voorbij laten. Hunt won, maar direct na de race werd zijn McLaren illegaal verklaard en Lauda alsnog tot winnaar uitgeroepen. McLaren tekende beroep aan en kreeg later dat jaar gelijk, waardoor Hunt uiteindelijk met minimaal verschil wereldkampioen werd. Ook opmerkelijk: Jarama zag in 1976 het debuut van de Tyrrell P34, de eerste en enige F1-wagen met zes wielen die ook echt heeft geracet.

Met het wegvallen van Montjuïc keerde de Formule 1 in 1977 terug naar Madrid. Mario Andretti won die editie en die van 1978 voor Lotus, terwijl in 1979 Patrick Depailler in een Ligier aan de haal ging met de bloemen.

Patrick Depailler (Tyrrell)

Patrick Depailler (Tyrrell)

1980: Opnieuw controverse, race ongeldig

Ook in 1980 was er een Spaanse Grand Prix in Madrid, maar die race – gewonnen door Williams-coureur Alan Jones – vind je niet terug in de F1-statistieken. In het begin van de jaren tachtig woedde er een oorlog in de Formule 1 tussen de FISA (Fédération Internationale de l'Automobile Sport, de autosporttak van de FIA) en de FOCA, uiteraard over geld.

Bij die laatste groep waren twaalf van de vijftien constructeurs aangesloten, alleen de fabrieksteams Ferrari, Alfa Romeo en Renault deden niet mee. De FOCA was het al langere tijd niet eens met de commerciële koers van de FISA en had eerder dat jaar al geweigerd om coureurs af te vaardigen naar de verplichte rijdersbriefings. De coureurs kregen daarop boetes en er werd gedreigd ze hun racelicentie af te nemen.

De Spaanse automobielclub (RACE) vreesde dat zonder coureurs de Grand Prix niet door kon gaan en wierp zich op om de boetes te betalen, maar de FISA was daar op tegen. Daarop besloot RACE om de organisatie van de Grand Prix dan maar in eigen beheer te nemen, zonder toestemming van de FISA en FIA. Ferrari, Renault en Alfa Romeo, loyaal aan de FISA, trokken zich daarop terug en de overwinning ging uiteindelijk dus naar Jones. Een dag later werd de Grand Prix door de FIA ongeldig verklaard, maar Jones – de latere wereldkampioen – zat daar niet mee: “Wat ze allemaal ook zeggen, dit was wat mij betreft een Grand Prix en ik heb ‘m gewonnen.”

Jacques Laffite (Ligier) en Carlos Reutemann (Williams) halen in 1980 het einde van de race niet.

Jacques Laffite (Ligier) en Carlos Reutemann (Williams) halen in 1980 het einde van de race niet.

1981: Laatste ronde, ABBA en bommeldingen

Na negen edities en vijf op rij vond in 1981 de laatste editie van de Spaanse GP in Madrid plaats. Al voor het weekend was er controverse. Het ATS-team van Slim Borgudd (de drummer van ABBA) leek door een luchthavenstaking niet op tijd op het circuit te kunnen komen en RACE besloot direct en eenzijdig om een derde Williams-auto, bestuurd door de Spanjaard Emilio de Villota, in te schrijven.

De FISA was het daar niet mee eens en dreigde dat de Grand Prix niet zou meetellen voor het wereldkampioenschap, net als een jaar eerder. De Villota moest tenslotte plaatsmaken voor het ATS-team dat uiteindelijk wel op tijd kwam. De race zelf was een spektakel, met de laatste F1-overwinning van Gilles Villeneuve na een titanenstrijd met Jacques Laffite. Vanuit commercieel oogpunt was het echter een mislukking. Vanwege de hoge ticketprijzen en een bomdreigement van de Baskische afscheidingsbeweging ETA zaten er slechts 25.000 mensen op de tribunes.

Gilles Villeneuve, recibe el aplauso de Jaques Laffite,  John Watson, y los reyes de España

Gilles Villeneuve ontvangt applaus van Jaques Laffite, John Watson en de koning en koningin van Spanje.

Na 1981 verdwenen Jarama en de Grand Prix geruisloos van de F1-kalender om in 1986 weer terug te keren. Eerst op Jérez in het diepe zuiden van Spanje en vanaf de jaren negentig in Montmélo op het Circuit de Barcelona-Catalunya dat nu het stokje weer moet overdragen aan Madrid.

Sluit je aan bij de Motorsport community

Praat mee
Vorig artikel Officieel: Madrid neemt vanaf 2026 F1 GP Spanje over van Barcelona
Volgend artikel Waarom Le Mans-deelname momenteel geen prioriteit voor Honda is

Beste reacties

Meld je gratis aan

  • Snel toegang tot je favoriete artikelen

  • Stel alerts in voor breaking news en je favoriete coureurs

  • Laat je horen met de reactiemodule

Editie

Nederland Nederland