Ricciardo verrast door 'vreemd' probleem met veiligheidsgordel

“Om eerlijk te zijn was het moeilijker dan ik dacht. Toen we aan het eind van de tweede vrije training een snellere ronde reden met de soft, kwamen we in een iets competitievere positie. Maar de lange run was niet zo goed, dus we gingen een beetje op en neer”, laat Ricciardo weten. De 29-jarige coureur zegt verder nog altijd veel te moeten leren over de bolide van Renault.

Dat Mercedes zich op vrijdag snel toonde, verbaast Ricciardo niet. “Mercedes legde haar kaarten op tafel, dat hadden we wel verwacht. Ze waren erg snel, maar ik denk niet dat Ferrari of de anderen hun ware snelheid al hebben getoond. Zaterdag zou een leuke dag kunnen worden.” De Renault-coureur eindigde zelf uiteindelijk op de achtste plek met een tijd van 1:23.644, nipt achter zijn Duitse teamgenoot die een tiende van een seconde sneller was.

'Bij Red Bull deed ik meer op ervaring'

Ricciardo hoopt dat zowel hij als Nico Hülkenberg het tot Q3 schoppen op de zaterdag. “Als beide wagens in de top-zeven of acht zouden komen, dan is dat een goede start van het seizoen. Maar ik weet nog niet echt wat ik kan verwachten. Vandaag focuste ik me vooral op het leren kennen van de auto. Bij Red Bull ging dat na een tijdje veel meer automatisch door alle ervaring, maar nu moet ik dingen opnieuw uitzoeken. Ik ken ook nog niet alle namen in het team, maar als Australiër kun je iedereen gewoon ‘mate’ noemen en ermee wegkomen”, zegt hij met de kenmerkende glimlach.

"Een goede ronde rijden kan je hier een of twee tienden schelen, maar dat zijn misschien wel meteen drie of vier posities op de ranglijst”, ziet hij nog wel marge om verder naar voren te komen. Dat Renault tijdens de eerste vrije training lange tijd binnen bleef kwam volgens Ricciardo overigens door een klein, bijzonder probleem. "We waren wat vertraagd vanwege wat kleine dingetjes met de riemen. Het was wel raar, want ze zaten erg los. Toen hebben we een kleine aanpassing gedaan en konden we het niet meer verder aantrekken", licht hij het euvel toe.

Met medewerking van Jonathan Noble