Abiteboul: "Ik ga nergens heen voordat we weer winnen"

De Fransman steekt het niet onder stoelen of banken; afgelopen seizoen was een van de zwaarste uit zijn loopbaan. Renault hoopte net als in 2018 de vierde plek te veroveren en het gat met de top-drie te verkleinen, maar in plaats daarvan zakte het naar de vijfde plek na McLaren. Met Daniel Ricciardo en Nico Hülkenberg, die volgend seizoen wordt vervangen door Esteban Ocon, had het team een sterke line-up, maar het ging op andere plekken te vaak fout.

Er zit qua ontwikkeling nog veel in de pijplijn als we Renault mogen geloven. Het team heeft immers ook een meerjarenplan om terug aan de top te komen, maar zoiets gaat met kleine stapjes en veel moeite. "Elk jaar zijn we sterker en komen we dichterbij ons ultieme doel, winnen. Dat is ook mijn individuele doel en of dat lukt of niet is een ander verhaal. Ik kan in ieder geval vertellen dat ik voor die tijd nergens heen ga, tenzij ik denk dat het niet meer mogelijk is. Ik ben er zeker van dat dit team op een dag gaat winnen. We hebben het voorheen gedaan en we zullen het opnieuw doen", gaf hij aan in een interview met MotorSport Magazine.

"De Formule 1 is een ingewikkelde sport en je kan je niet verbergen als teambaas. Ik ben veranderd, maar ik moet mezelf ook blijven ontwikkelen om beter te worden. Dat geldt voor iedereen hier", aldus Abiteboul, die veel kritiek te verduren heeft gekregen afgelopen jaren door de gebrekkige motor van Renault in de jaren met Red Bull en de wisselvallige resultaten van het fabrieksteam in 2019.

Renault kijkt na de eerste jaren sinds de terugkeer in de F1 tegen de gapende kloof aan die tussen de drie topteams Mercedes, Ferrari en Red Bull en het middenveld bestaat. Dit jaar zal voor de fabrikant wel eens heel duur kunnen worden, gezien de voorbereidingen op 2021 een sleutelrol spelen in welk team het meest profiteert van de reglementswijzigingen. "Ik kom uit Zuid-Frankrijk, ik ben een emotioneel mens en neem dingen snel serieus. Ik houd van racen, maar vind het lastig dat we elk weekend verliezen. Zelfs als we progressie boeken, zie ik het als verliezen. De nummer twee is de eerste verliezer. Ik heb geleerd om te verliezen, maar ik wil niet uit het oog verliezen dat ik heel graag wil winnen. De honger om te zegevieren groeit elk jaar en we worden ook telkens sterker. We zijn ook afgelopen jaar sterker geweest als vijfde team dan we in 2018 waren als vierde. Daar twijfel ik niet aan en dat is wat telt."

Met medewerking van Basil Davoine