Competitiviteit Haas goed voor de Formule 1, zegt Horner

Haas staat na sterke optredens van Romain Grosjean in Melbourne en Bahrein op de vijfde plaats in het constructeurskampioenschap. Het succes komt mede voort uit de werkwijze van het team, dat ervoor gekozen heeft zo veel mogelijk onderdelen te kopen van technisch partner Ferrari. Die benadering valt niet bij alle concurrenten in goede aarde. Christian Horner is daarentegen van mening dat de Formule 1 blij moet zijn met de sterke nieuwkomer, ongeacht de werkwijze.

“Ik denk niet dat het een slechte zaak is”, erkende Horner tegenover Motorsport.com. “Het toont aan dat je competitief kunt zijn zonder dat je 600 teamleden moet aanstellen en 200 miljoen euro moet uitgeven. Ondanks alle argumenten dat dit niet past binnen het echte DNA van de sport, is het veel beter om gezonde races te zien waarbij rijders als Romain Grosjean de kans krijgen, dan om te zien hoe teams achteraan op de grid spartelen.”

Prestaties niet verrassend

Horner moest toezien hoe de Haas zijn Red Bull-bolides inhaalde op weg naar de vijfde plaats in Bahrein, maar dat verbaasde hem niet: “Zij waren snel. Hun strategie werkte goed. Zij waren agressief, op zachte banden en stopten driemaal. Het is een solide auto. De Ferrari van vorig jaar presteert nog altijd behoorlijk goed.”

Kritiek doet Haas niets

Haas-teambaas Gunther Steiner realiseert zich dat de werkwijze van zijn team kritiek oplevert, maar hij is niet bang voor politieke spelletjes van rivalen om zijn team dwars te liggen: “Ten eerste moet iedereen naar zichzelf kijken - waarom zij staan waar zij staan, alvorens anderen te bekritiseren”, zei hij op de vraag van Motorsport.com. “De reglementen zijn voor iedereen hetzelfde. Wij doen niets anders dan wat ieder ander kan doen, dus ik heb vrede met onze werkwijze. Alle teams wisten hoe wij te werk zouden gaan. Volgens mij hadden velen dit niet verwacht. En nu heeft iedereen zoiets van: ‘wow, het gebeurt echt’. Ik maak me geen zorgen om de kritiek. Mensen hebben altijd kritiek. Ik ontvang liever kritiek omdat we goed presteren, dan dat ik moet zeggen dat het me spijt dat we zo slecht presteren.”

Met medewerking van onze Formule 1-verslaggever Jonathan Noble