Column: Nederlandse GP op stratencircuit vraagt om creatief denken

Sinds de entree van Max Verstappen in de koningsklasse van de autosport wordt er regelmatig gesproken over de mogelijkheid voor een Nederlandse Grand Prix. De eerste overwinning van de Limburger, vorig jaar in Spanje, maakte het hele land in één klap Formule 1-gek en zorgde ervoor dat de roep om een race nog veel luider is geworden. De fans zien het maar wat graag gebeuren en ook de media smullen van het onderwerp. Zo werd een jaar geleden een vrij amateuristisch uitgewerkt plan voor een nieuw circuit bij Almere door opvallend veel mensen serieus genomen. Het idee is een stille dood gestorven en de website is inmiddels offline maar de kortstondige hype rond Race Park Almere toonde wel aan dat het idee van een Formule 1-race in Nederland op veel enthousiasme kan rekenen.

Er zijn ook concrete stappen gezet. Circuit Zandvoort, waar dit jaar opnieuw een goed bezochte editie van de Familie Racedagen driven by Max Verstappen plaatsvond, lanceerde samen met de gemeente een haalbaarheidsstudie naar de Formule 1, waarvan binnenkort de resultaten worden gepresenteerd. In Assen is ondertussen ook beweging. Lee van Dam, organisator van verschillende evenementen op het TT Circuit, nodigde Hermann Tilke, de huisarchitect van de Formule 1, dit jaar uit naar de Drentse omloop voor de Gamma Racing Day. De twee kennen elkaar al langer, maar de timing van het bezoek is opvallend. Van Dam, die eerder de Champ Cars, A1GP en Superleague Formula naar Assen haalde, zal zijn Duitse vriend ongetwijfeld gevraagd hebben welke aanpassingen er nodig zijn voor de Formule 1.

Over het aanleggen van een compleet nieuw circuit zijn de experts het roerend met elkaar eens: dat gaat in het kleine Nederland niet gebeuren. Los van dat de kosten hiervoor in de honderden miljoenen euro's lopen en het maar de vraag is of je dat geld ooit terugverdient, zal het een proces van vele jaren zijn voordat de plannen ontwikkeld zijn, alle benodigde vergunningen zijn afgegeven en de bezwaarprocedures van omwonenden en milieuorganisaties zijn doorlopen. Tegen de tijd dat er een lintje kan worden doorgeknipt, is Max Verstappen waarschijnlijk al met een recordaantal wereldtitels met pensioen.

Motorsport.com kan nu bekendmaken dat Sean Bratches, de nieuwe commerciële baas van de Formule 1, onlangs in Nederland is geweest. Het vele oranje bij de races - vooral in Spanje, Oostenrijk en België was het dit jaar een gekkenhuis - is Liberty Media niet ontgaan! De Amerikaanse eigenaar van de sport blijkt serieus geïnteresseerd in een Grand Prix van Nederland. De voorkeur gaat hierbij uit naar een stratencircuit in een grote stad als Amsterdam of Rotterdam.

Goed, dat klinkt misschien nog ondoenlijker dan, laten we zeggen, het bouwen van een nieuw circuit op een kunstmatig aangelegd eiland voor de Nederlandse kust. Maar in plaatsen als Monaco, Singapore en Baku is het toch mogelijk? Natuurlijk, Amsterdam en Rotterdam zijn niet één op één met die steden te vergelijken, maar ze laten zien dat het allemaal niet onmogelijk hoeft te zijn. Waar een wil is, is een weg. In New York en Kopenhagen zijn eveneens plannen voor een Formule 1-race op een stratencircuit. Wat betreft complexiteit komen die steden waarschijnlijk beter overeen met de Nederlandse situatie. Wellicht kunnen de stadsbesturen van Amsterdam en Rotterdam eerst een blik werpen op de projecten die daar lopen, voordat zij het idee op grond van onhaalbaarheid direct naar de prullenmand verwijzen.

Als we in Nederland echt graag een Grand Prix willen hebben, dan zal er in mogelijkheden gedacht moeten worden in plaats van beperkingen. Zowel vanuit de overheid als het bedrijfsleven zullen er creatieve ideeën moeten komen om het voor elkaar te kunnen boksen. Het organiseren van een Formule 1-race is een gigantische klus, begrijp me niet verkeerd, maar laten we er in hemelsnaam serieus naar kijken nu de kans zich voordoet om iets heel speciaals neer te zetten. Dan hoeft het niet bij dromen te blijven.