Giacomelli stelt dat rijstijl Verstappen in jaren tachtig niet mogelijk was

Giacomelli, die eind jaren zeventig, begin jaren tachtig aan de start van bijna zeventig Grands Prix stond, laat in een video-interview met Motorsport.com weten dat de sportieve kant van de Formule 1 hem nauwelijks nog interesseert omdat de auto’s te gemakkelijk zijn geworden om mee te rijden.

“Ze hebben 45 knoppen op het stuur, maar ze krijgen vanuit de pits te horen hoe ze moeten worden aangepast”, zegt Giacomelli. “Ze hebben stuurbekrachtiging, de versnellingsbak is praktisch automatisch. De wagens zijn zeker makkelijker om mee te rijden. Ermee presteren is een ander verhaal, maar de auto is van doorslaggevend belang geworden in onze sport. Een middelmatige rijder kan in een supercompetitieve wagen nog steeds goed presteren. En een supercoureur kan met een auto die niet competitief is, weinig uitrichten. Zo is het altijd wel geweest in de autosport, maar in de Formule 1 zag je in het verleden nog wel eens een Wolf of een Hesketh vooraan, met Jody Scheckter en James Hunt. Nu is dat niet langer mogelijk, omdat het verschil tussen Mercedes, Ferrari en Red Bull met alle anderen immens is.”

Volgens Giacomelli is het, doordat de wagens tegenwoordig makkelijker zijn om mee te rijden, ook onmogelijk om de prestaties van coureurs uit het verleden naast die van de rijders van vandaag te leggen. “Lewis Hamilton heeft meer dan tachtig pole-positions behaald. Maar ik denk niet dat Hamilton 85 keer beter is dan ik was, omdat ik maar één keer op pole-position stond. Er zijn heel veel coureurs die zich simpelweg niet kunnen bewijzen. Als je naar de cijfers kijkt, dan heeft Michael Schumacher zeven wereldtitels behaald en Juan Manuel Fangio vijf. Maar Fangio deed dat met verschillende wagens en in een periode waarin je om het leven kon komen. Als Max Verstappen had gereden in de auto’s waarmee ik in de jaren tachtig actief was, dan had hij op zijn minst drie of vier dodelijke ongelukken gehad. Maar in de hedendaagse Formule 1 komt hij ermee weg. En hij is niet de enige. Formule 1-carrières duren tegenwoordig meer dan 300 Grands Prix. Waarom? Omdat racen niet meer gevaarlijk is en alles is makkelijker is geworden.”

Onduidelijk is waarom Giacomelli Max Verstappen als voorbeeld neemt om een punt te maken. Mogelijk heeft het te maken met de reputatie die de Limburger tijdens zijn eerste jaren in de Formule 1 genoot als coureur die geregeld iets meer risico nam en ook nog wel eens over het randje wilde gaan. De Canadese Grand Prix van 2018 wordt door velen echter als omslagpunt gezien als het gaat om Verstappen zijn rijden. Vanaf dat moment zette de Red Bull-coureur een foutloos seizoen neer, terwijl hij ook in 2019 nauwelijks op een foutje te betrappen was.

Formule 1 kan zo niet doorgaan

Giacomelli, die in 1981 zijn enige podiumplaats in de Formule 1 scoorde in de Caesars Palace Grand Prix door met zijn Alfa Romeo derde te worden achter Alan Jones en Alain Prost, is verder weinig optimistisch als het gaat om de toekomst van de sport. “Het racen is veranderd. De Formule 1 kan niet op deze manier doorgaan. Het gaat niet werken zo, omdat er een te groot verschil in performance zit tussen de topteams en de anderen. En Ferrari is tegen een budgetplafond, terwijl niet iedereen het zich kan veroorloven om enorme bedragen uit te geven. En zodoende houd je altijd dezelfde teams op het podium. En dit heb je alleen in de Formule 1."

Met medewerking van Franco Nugnes en Marco Congiu

VIDEO: Jan Lammers over de Dutch Grand Prix