Brundle onthult: "Lichte hartaanval tijdens GP van Monaco"

De live-uitzending van de Formule 1-race in het prinsdom was net achter de rug en de alom gerespecteerde commentator snelde zich naar het podium waar hij de interviews met de top-drie zou houden. Terwijl hij rennend op weg was naar de pitstraat kreeg hij een lichte hartaanval. Pas later ontdekte hij de ernst van de situatie.

“Ik heb een lichte hartaanval gekregen toen ik naar het podium in Monaco rende. Ik heb een stent van 23 millimeter gekregen”, onthulde Brundle op het podium van de Autosport International Show. Kort na het raceweekend onderging de Brit een hartoperatie en hij miste daardoor de Grand Prix van Canada. Brundle vreesde dat hij niet mocht deelnemen aan de Road to Le Mans LMP3 supportrace op het iconische Franse circuit maar de artsen gaven hem groen licht om te starten: “Ik was bang dat ik die race niet kon doen. De cardio-man zei tegen me: ‘Ja, je kunt racen. Vergeet alleen je bloedverdunners niet’. Dus ik belde de bazen van mijn team United Autosport en reed vervolgens 75 ronden in een auto op Palmer Sports. Ik kreeg bloeduitstortingen op mijn borst maar ik hou van Le Mans en ik wilde die race niet missen.”

Pole-position pakken op je 57e

Hij haalde niet alleen de race, Brundle zette zijn auto ook nog eens op pole-position: “Ik zat daar tijdens de persconferentie. Naast me zat een jongen van 17 en eentje van 19 jaar oud. Ik dacht: ‘Niet slecht voor een oudje van 57!’. We eindigden de race als tweede. Dat was jammer maar het is ongelofelijk om met een sportscar de pitstraat van Le Mans uit te rijden. Je begint wat te zweten en je wordt een beetje bang. Ik mis dat gevoel ontzettend. Als het kan, doe ik het volgend jaar meteen weer.”

“Ik heb er met andere rijders over gesproken, zoals DC [David Coulthard] en hij zei: ‘Martin, word volwassen. Je bent niet langer een coureur’. Damon en anderen zeiden dat ook. Ik ben een beetje als Rubens Barrichello. Ik kan niet wachten tot ik weer in een auto kan stappen. Ik ben een coureur die televisiewerk doet, ik zie mezelf niet als een televisiepersoonlijkheid.”